Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdFranciscus van der Heijden Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
3
This is my brother.
5
He lives in London.
7
He plays football.
9
He plays the guitar.
11
He drives a car.
12
Present simple / de tegenwoordige tijd
Grammaticales Engels Christiaan van der Logt
13
Lesdoelen Aan het einde van de les weten jullie allemaal wat de present simple is en hoe jullie deze tijd moeten toepassen in de praktijk.
14
Wanneer gebruik je deze tijd?
Feiten My brother is 20 years old. Gewoontes He plays football a lot. Regelmatige gebeurtenissen The school bell rings every hour.
15
Vorm werkwoord spelen I play football You play football
He plays football She plays football It plays football We play football They play football
16
Hoe maak je deze tijd? He / she / it ww + s He lives in London.
He plays football. He plays the guitar. He drives a car. SHIT-rule!
17
Quiz Ik houd van mijn broer
18
Quiz I love my brother.
19
Quiz Jij fietst twee keer per week.
20
Quiz You cycle twice a week.
21
Quiz Hij loopt elke dag naar school.
22
Quiz He walks to school every day.
23
Quiz Kees leest elke week een boek.
24
Quiz Kees reads a book every week.
25
Quiz Zij zingen in een musical.
26
Quiz They sing in a musical.
27
Quiz Wij vinden deze les leuk.
28
Quiz We like this lesson.
29
Recap Feiten My brother is 20 years old.
Gewoontes He plays football a lot. Regelmatige gebeurtenissen The school bell rings every hour.
30
Recap He / she / it ww + s He lives in London. He plays football.
He plays the guitar. He drives a car. SHIT-rule!
31
Lesdoelen behaald? Aan het einde van de les weten jullie allemaal wat de present simple is en hoe jullie deze tijd moeten toepassen in de praktijk.
32
Thank you for your attention!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.