Het effect van bekkenfysiotherapie en pessarium bij een matig/ernstige genitale prolaps

Presentatie over: "Het effect van bekkenfysiotherapie en pessarium bij een matig/ernstige genitale prolaps"— Transcript van de presentatie:

1

2 Het effect van bekkenfysiotherapie en pessarium bij een matig/ernstige genitale prolaps
Chantal Panman, Marian Wiegersma, Boudewijn Kollen, Marjolein Berger, Yvonne Lisman-Van Leeuwen, Janny Dekker

3 Genitale prolaps

4 Prevalentie genitale prolaps
Bij 75% van de jarige vrouwen is enige mate van genitale prolaps meetbaar1 3-12% van de vrouwen heeft verzakkingsklachten (zien of voelen van een vaginale uitstulping)1,2 Slieker-ten Hove MC. et al. Am J Obstet Gynecol 2009 Wu JM et al. Obstet Gynecol 2014

5 Behandeling genitale prolaps
Expectatief beleid/afwachten Bekkenfysiotherapie Pessarium Operatie

6 Bekkenfysiotherapie (BFT)
Sterkere bekkenbodem: Betere ondersteuning bekkenorganen Vermindering van klachten (en prolaps?) Evidence: Vooral kleine trials Geen lange termijn follow-up Niet in 1e lijn onderzocht

7 Pessarium Brengt bekkenorganen terug in normale anatomische positie  vermindering klachten (en prolaps?) Evidence: M.n. observationele studies Geen directe vergelijking met bekkenfysiotherapie

8 Onderzoeksvraag Is er na 3 maanden een verschil tussen bekkenfysiotherapie en pessariumbehandeling in het verminderen van bekkenbodemsymptomen bij vrouwen ≥55 jaar met een matig-ernstige genitale prolaps?

9 Werving deelnemers

10 Uitkomstmaten Primaire uitkomstmaat
Pelvic Floor Distress Inventory-20 (score 0-300) Prolaps, darm en blaas/urine symptomen Klinisch relevant verschil tussen groepen: ≥ 25% Secundaire uitkomstmaat: mate van prolaps (POP-Q) Follow-up: 3 maanden na start behandeling

11 Statistische Analyse Complete case analysis Independent samples t-test
Verschilscores PFDI-20 tussen groepen Paired samples t-test Verschil in PFDI-20 scores binnen groepen Fisher’s Exact Test Aantal vrouwen dat ≥1 POP-Q stadium verbeterd is

12 Baseline kenmerken BFT N=79 Pessarium N=47 Gem. leeftijd ± SD (jaren)
BFT N=79 Pessarium N=47 Gem. leeftijd ± SD (jaren) 65,6 ± 6,4 65,9 ± 8,0 Gem. BMI ± SD (kg/m2) 26,7 ± 4,2 25,6 ± 3,6 Gem. pariteit ± SD 2,6 ± 1,1 2,5 ± 0,9 Uterusextirpatie, N (%) 10 (12,7%) 7 (14,9%) PFDI-20 score; gem ± SD* 62,4 ± 35,7 54,2 ± 27,1 * Alleen complete cases geïncludeerd; bekkenfysiotherapie n=65, pessarium n=42

13 Bekkenbodemsymptomen
Verandering PFDI-20 score na 3 maanden Verschil tussen groepen na 3 maanden: Behandeling Verbetering p-waarde BFT (n=65) -7,6±31,4 pnt (12,2%) P=0,01 Pessarium (n=42) -4,3±27,4 pnt (8,0%) P=0,24 Gem. verschil 95% BI p-waarde -0,52 -1,39 ̶ 0,35 P=0,58

14 Mate van prolaps Aantal vrouwen met verbetering van ≥1 POP-Q stadia
Compartiment BFT n=69 Pessarium n=42 p-waarde Voorwand 18 (26,5%) 3 (7,1%) 0,013 Achterwand 13 (18,8%) 5 (11,9%) 0,43 Uterus/ vaginatop 8 (11,8%) 8 (19,5%) 0,28

15 Conclusie Geen significant verschil tussen pessarium en bekkenfysiotherapie in verminderen van bekkenbodemsymptomen na 3 maanden

16 Vragen