Hizkia: God wil genezen

Presentatie over: "Hizkia: God wil genezen"— Transcript van de presentatie:

1 Hizkia: God wil genezen
1

2 Hizkia 2

3 ‘Omstreeks diezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek
‘Omstreeks diezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, kwam naar hem toe en zei: ‘Dit zegt de HEER: Maak je laatste wilsbeschikking op, want je sterft. Je zult niet meer beter worden.’’ 2 Kon. 20: 1 . 3

4 Hizkia -intiem gebed met God 4

5 ‘Hizkia draaide zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEER.’
2 Kon. 20: 2 . 5

6 Hizkia -intiem gebed met God 6

7 Hizkia -intiem gebed met God -oprecht en zichzelf 7

8 ‘HEER, ik smeek u.’ ‘Daarbij stortte hij bittere tranen.’
2 Kon. 20: 3 8

9 Hizkia -intiem gebed met God -oprecht en zichzelf 9

10 Hizkia -intiem gebed met God -oprecht en zichzelf
-altijd op God gericht 10

11 ‘HEER, ik smeek u, neem toch in aanmerking dat ik me altijd oprecht en met heel mijn hart naar uw wil en gericht en steeds heb gedaan wat goed is in uw ogen.’ 2 Kon. 20: 3 . 11

12 Hizkia -intiem gebed met God -oprecht en zichzelf
-altijd op God gericht 12

13 . 1

14 God wil genezen 14

15 God wil genezen -wonderen bestaan 15

16 ‘Jesaja beval de dienaren van de koning een plak gedroogde vijgen te nemen. Dat deden ze en ze legden de vijgen op de ontstoken plek, waarop Hizkia nieuwe krachten kreeg.’ 2 Kon. 20: 7 . 16

17 God wil genezen -wonderen bestaan -medicijnen ook 17

18 God wil 18

19 ‘Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de vorst van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je vader David: Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, ik zal je genezen. Over drie dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan.”’ 2 Kon. 20: 5 . 19

20 ‘Omwille van mijzelf en omwille van mijn dienaar David zal ik deze stad beschermen.’
2 Kon. 20: 6 . 20

21 God wil -een stad: Jeruzalem -een knecht: David -een God: Zichzelf 21

22 God 22

23 23

24 Christus 24

25 Christus -intiem gebed met God 25

26 Christus -intiem gebed met God -oprecht en zichzelf 26

27 Christus -intiem gebed met God -oprecht en zichzelf
-altijd op God gericht 27

28 Christus wil 28

29 Christus wil vertrouwen
28

30 . 30