Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJoke van de Veen Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
2
Disclosure belangen NHG spreker
(Potentiële) belangenverstrengeling GEEN Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk …
3
Overdiagnostiek van astma bij kinderen in de eerste lijn
I. Looijmans Huisarts en kaderarts Astma/COPD Co-auteurs: Drs K. van Luijn, Prof. Dr. T.J. Verheij Leidsche Rijn 5 gezondheidscentra patiënten Gem leeftijd 32,1 jr (NL 41,0jr) Plan: opzet gestructureerde zorg astma Start: 6-18 jaar 4.960 kinderen (2013)
4
Achtergrond Mate van overdiagnostiek bij kinderen?
Astma is de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen Prevalentie in Nederland 5-10% Diagnose o.b.v. anamnese, LO, voorgeschiedenis, bij twijfel spirometrie, RAST. O.b.v. eerder onderzoek overdiagnostiek waarschijnlijk Mate van overdiagnostiek bij kinderen? -> Hiermee direct ‘opschonen’ populatie voor start gestructureerde zorg Inleiding: Astma is een van de meest voorkomende chronische aandoeningen bij kinderen. Volgens internationale richtlijnen heeft spirometrie een plaats in de diagnostiek van astma bij kinderen boven de leeftijd van 6 jaar. Eerdere studies hebben aangetoond dat er sprake is van overdiagnostiek van astma bij kinderen. De mate hiervan was echter onduidelijk Onderzoeksvraag: Bepalen van de mate van overdiagnostiek van astma bij kinderen in de eerste lijn.
5
Methode Retrospectieve dossierstudie
Dossiers 4 academische huisartsencentra Kinderen 6-18 jaar (peildatum ) Samenwerking met apotheker verbonden aan centra Diagnose astma (obv ICPC R96) of behandeling als astma (chronisch inhalatie medicatie) Indeling in 4 categorieën: Bevestigd astma Waarschijnlijk wel astma Waarschijnlijk geen astma Geen astma De diagnose astma werd correct beschouwt bij recidiverende dyspneu of piepen met reversibele bronchus obstructie bevestigd door middel van spirometrie of provocatie test.
6
Resultaten Ingrid Looijmans-van den Akker et al. Br J Gen Pract 2016;66:e152-e157 Resultaten: Bij 16,1% (n=105) van de kinderen met de diagnose astma was deze bevestigd m.b.v. aanvullend onderzoek. Bij 23.1% (n=151) gave anamnese en lichamelijk onderzoek een verdenking astma, maar werd geen verder onderzoek verricht. Bij 53.5% (n=349) was astma onwaarschijnlijk en was dus sprake van overdiagnostiek. De belangrijkste reden voor het toekennen van de diagnose astma zonder verder aanvullend onderzoek waren dyspneu (31.9%), hoesten (26.0%) en piepen (10.4%).
7
Conclusie -> van reactieve zorg naar proactieve zorg!
Veel ‘overdiagnostiek’ van astma bij kinderen in de 1e lijn Aanbevelingen: Beter gestructureerd diagnostisch traject nodig Waarbij waarschijnlijk meer gebruik aanvullend onderzoek (bijv spirometrie) nodig Symptoom diagnose aanhouden tot diagnose duidelijk is! -> van reactieve zorg naar proactieve zorg! Beschouwing: Overdiagnostiek van astma komt veel voor in de eerste lijn. Een beter gestructureerd diagnostisch traject is nodig en huisartsen zouden tot afronding hiervan moeten kiezen voor een symptoom diagnose (bijv. hoesten). Betekenis voor de patiënt: Verminderen van de gevonden overdiagnostiek voorkomt onterechte behandeling, ziekte last en beïnvloeding van de kwaliteit van leven.
8
Overdiagnostiek van astma bij Volwassenen in de eerste lijn
I. Looijmans Huisarts en kaderarts Astma/COPD Co-auteurs: Drs. M. Zakhimi, Prof. Dr. T.J. Verheij
9
Achtergrond Mate van overdiagnostiek bij volwassen?
Astma veel voorkomende chronische aandoening Internationale richtlijnen: diagnose bevestigen met aanvullend onderzoek Veel overdiagnosiek bij kinderen in 1e lijn Mate van overdiagnostiek bij volwassen? Inleiding: Astma is een veel voorkomende chronische aandoeningen. Volgens internationale richtlijnen zou de diagnose bevestigd moeten worden met aanvullend longfunctie onderzoek. Eerder onderzoek door onze groep studies toonde dat overdiagnostiek van astma bij kinderen in de eerste lijn veel voorkomt. Onderzoeksvraag: Bepalen van de mate van overdiagnostiek van astma bij volwassenen in de eerste lijn.
10
Methode Retrospectieve dossierstudie
Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, Utrecht Volwassenen ≥ 18 jaar Diagnose astma (o.b.v. ICPC R96) Indeling in 4 categorieën: Bevestigd astma Waarschijnlijk wel astma Waarschijnlijk geen astma Geen astma Methode: We hebben een retrospectieve dossier studie verricht in het HIS van de Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra te Utrecht. Volwassenen (≥18 jaar) met de diagnose astma (ICPC code R96) werden geïncludeerd. De diagnose astma werd als correct beschouwt bij recidiverende dyspneu of piepen met reversibele bronchus obstructie bevestigd door middel van spirometrie of provocatie test Niet: of behandeling als astma (chronisch inhalatie medicatie) ivm aantallen
11
Resultaten 29,6% (n=462) overdiagnostiek
Van alle 1552 patiënten bij 32.1% (n=498) NOOIT een spirometrie gedaan Conclusie: ook bij volwassenen veel overdiagnostiek van astma Aanbevelingen: Beter gestructureerd diagnostisch traject nodig Meer gebruik aanvullend onderzoek (bijv. spirometrie) nodig Symptoom diagnose aanhouden tot diagnose duidelijk is! Resultaten: Van de 1522 volwassenen met de diagnose astma was er bij 462 (29,8%) sprake van overdiagnostiek. Bij 50,9% (n=790) was de diagnostiek verricht volgens de richtlijnen en bij 19,3% (n=300) was er waarschijnlijk wel sprake van astma, maar was de diagnostiek niet volgens de richtlijnen verricht. Bij 32,1% (n=498) van de patiënten was nooit een spirometrie verricht. Hiervan 129 patiënten wel chronisch ICS gebruik…. Beschouwing: Overdiagnostiek van astma bij volwassenen in de eerste lijn komt met bijna 30% te veel voor. Een beter gestructureerd diagnostisch traject met vaker gebruik van spirometrie is nodig en huisartsen zouden tot afronding hiervan bij een symptoom diagnose moeten blijven (bijvoorbeeld dyspneu).
12
Vragen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.