Hoofdstuk 2 - Elektriciteit

Presentatie over: "Hoofdstuk 2 - Elektriciteit"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
Paragraaf 1 – Elektrische stroom

2 Paragraaf 1 – Elektrische stroom
Als we een lampje willen laten branden sluiten we het aan op een voedingsbron De stroomkring die je maakt moet dan gesloten zijn Is de stroomkring open dan brand het lampje niet In de natuurkunde tekenen we de stroomkring altijd schematisch

3 Paragraaf 1 – Elektrische stroom
Hoe werkt zo’n stroomkring… In de stroomkring lopen elektronen rond Zij brengen lading (energie) van de batterij naar de lamp Zodra zij de energie hebben afgegeven gaan ze terug De hoeveelheid elektronen dat rondgaat noemen we stroomsterkte (I) We meten de stroomsterkte (I) in Ampère (A) Elektronen worden dus NIET opgebruikt in een lamp! Wel de lading (energie) die ze vervoerden

4 Paragraaf 1 – Elektrische stroom
We kunnen natuurlijk ook meerdere lampjes aansluiten op een voedingsbron Dat kan op twee manieren Een serieschakeling Een parallelschakeling De elektronen splitsen over de takken bij een parallelschakeling Stroomsterkte (I) is verdeeld Stroomsterkte (I) blijft voor en na de lamp gelijk bij een serieschakeling

5 Paragraaf 1 – Elektrische stroom
De parallelschakeling (Oefenopdrachten) De 0,3 A verdeeld over 3 takken Elke tak krijgt 0,1 A Na de splitsing komen de takken weer samen De 0,3 A komt weer terug bij de batterij

6 Paragraaf 1 – Elektrische stroom
Wat hebben we nu aan deze schakelingen? Om een lampje te laten branden moet de stroomkring gesloten zijn Als we de draad in de serieschakeling doorbreken op plek dan zullen beide lampjes stoppen met branden Als we de draad in de parallelschakeling doorbreken op plek dan zal slechts 1 van beide lampjes uitgaan.. een deel van de stroomkring is namelijk nog gesloten