Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdElias van Dijk Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Verkleinwoorden spelling
2
Het type gummetje, kinnetje, gangetje, balletje
Als een woord eindigt op een nasale klank (m, n, ng) of op een l, én er gaat een korte klank (maar geen sjwa/'toonloze e') aan vooraf, dan komt er -etje achter. Voorbeelden: bommetje, cd-rommetje, inhammetje, accordeonnetje, lampionnetje, nonnetje, slangetje, tangetje, tongetje, kringetje, stringetje, parasolletje, forelletje, spelletje, tabelletje. Staat er voor -etje één medeklinker na een klinker, dan moet die medeklinker wel verdubbeld worden.
3
Het type leerlingetje, oefeningetje
Als een woord eindigt op -ing en er gaat een onbeklemtoonde lettergreep aan vooraf, wordt ook -etje toegevoegd. Voorbeelden: buitelingetje, lievelingetje, krakelingetje, tekeningetje, vergaderingetje, versnaperingetje, verstekelingetje, verzamelingetje, wandelingetje.
4
Het type karretje Als een woord uit één lettergreep bestaat, een korte klank bevat én op een r eindigt, wordt eveneens -etje toegevoegd. Voorbeelden: barretje, porretje, sterretje. Dat geldt ook voor woorden die zijn samengesteld met zo'n eenlettergrepig woord: minibarretje, hangsnorretje, filmsterretje, enz.
5
Het type bezempje, filmpje, wormpje
Als een woord eindigt op een m met daaraan voorafgaand een lange klank of sjwa, of als een woord eindigt op -lm of -rm, wordt -pje toegevoegd. Voorbeelden: albumpje, bodempje, geheimpje, kostuumpje, lichaampje, museumpje, pluimpje, probleempje, filmpje, riempje, psalmpje, zalmpje, schermpje, uniformpje, wormpje.
6
Het type puddinkje Als een woord meer dan één lettergreep heeft, eindigt op -ing én de hoofdklemtoon ligt op de lettergreep vóór -ing, wordt -kje toegevoegd. De g valt dan weg. Voorbeelden: beloninkje, bestellinkje, buiginkje, campinkje, harinkje, kettinkje, koninkje, meninkje, ontploffinkje, ontstekinkje, puddinkje, sluitinkje, verfrissinkje, vertellinkje, woninkje. Dat geldt ook voor samenstellingen die op zo'n woord eindigen: halskettinkje, winterkoninkje, ritssluitinkje, enz.
7
Het type streepje, taartje, hoekje, eendje, baasje, boefje
Na woorden die (in de uitspraak, niet per se in de spelling) eindigen op de medeklinkers p, t, k, d, s en f wordt -je toegevoegd. Voorbeelden: popje, potje, websiteje, bakje, cakeje, smaakje, kladje, stadje, hemdje, mesje, busje, pluisje, neusje, briefje, hofje, kalfje.
8
-tje Woorden die eindigen op een n, l of r die voorafgegaan wordt door een lange klank of een sjwa. Voorbeelden: banaantje, clowntje, tuintje, keeltje, kuiltje, lepeltje, altaartje, kikkertje
9
-tje Woorden die uit meerdere lettergrepen bestaan en eindigen op een korte klank (maar geen sjwa) plus een r. Voorbeelden: radartje, motortje, sponsortje, tractortje, lucifertje.
10
-tje Woorden die (in de uitspraak, niet per se in de spelling) eindigen op een klinker. Voorbeelden: anekdotetje, autootje, cadeautje, bulletintje, compromistje (naast compromisje, omdat de slot-s ook kan worden uitgesproken), dinertje, koetje, pasteitje, portemonneetje, relaistje, rendez- voustje, reutje, slaatje, soupertje, truitje.
11
-tje Leenwoorden die eindigen op een van de uitgangen -ade, -ave, -ffe, -ine, -tte, -ule, -ure, -ute en waarbij de eind-e (sjwa) van het grondwoord voor het verkleiningsachtervoegsel wordt uitgesproken: giraffetje (naast girafje zonder sjwa), moleculetje (naast molecuultje zonder sjwa), machinetje (naast machientje zonder sjwa), enveloppetje (naast envelopje zonder sjwa), blessuretje (naast blessuurtje zonder sjwa), brunettetje (naast brunetje zonder sjwa), mascottetje (naast mascotje zonder sjwa), bouillabaissetje (naast bouillabaisseje zonder sjwa), directoiretje, moussetje (naast mousseje zonder sjwa), actricetje, adviseusetje, affairetje, portefeuilletje. Als de eind-e van het grondwoord voor het verkleiningsachtervoegsel niet wordt uitgesproken, wordt het grondwoord vernederlandst. Voorbeelden: karbonaadje, piafje, tartuufje, racletje, parachuutje.
12
-tje Woorden die (in de uitspraak) eindigen op een j of een w.
Voorbeelden: kooitje, haaitje, leeuwtje, klauwtje.
13
Bijzondere gevallen Bij woorden die uit twee lettergrepen bestaan, waarbij de klemtoon op de eerste lettergreep ligt, en waarin die laatste lettergreep een korte klank is gevolgd door een n, m, ng of l, is naast -etje (zie hierboven) ook -tje, -pje of -kje toegestaan. Voorbeelden: pythontje, consultje, pelgrimpje, saronkje.
14
Bijzondere gevallen Bij woorden die uit één lettergreep bestaan en eindigen op een p, b of g is naast -je (zie hierboven) ook -etje mogelijk. Voorbeelden: kippetje, poppetje, schubbetje, kribbetje, ruggetje, slabbetje, vlaggetje, weggetje, wiggetje.
15
Bijzondere gevallen Bij woorden die eindigen op een lange klank plus m en n is naast -pje (zie hierboven) ook -etje toegestaan; soms heeft het geheel dan een andere betekenis. Voorbeelden: bloemetje ('bos(je) bloemen'), katoenetje ('kledingstuk van katoen').
16
Bijzondere gevallen Bij woorden die eindigen op een lange klank plus l is naast -tje soms ook -etje toegestaan: wieletje.
17
Bijzondere gevallen Bij Franse leenwoorden die eindigen op een -t of -d wordt -je toegevoegd, ook al wordt die d of t in zo'n leenwoord niet uitgesproken: biscuitje, circuitje, colbertje, chaletje, toupetje, pernodje, boulevardje.
18
Bijzondere gevallen Bij een aantal woorden verandert de klinker in het verkleinwoord. Voorbeelden: blad-blaadje, gat-gaatje (gatje betekent 'kontje'), glas-glaasje, lot-lootje (naast lotje), pad-paadje, schip-scheepje, vat-vaatje.
19
Bijzondere gevallen Kindertjes en kleertjes komen alleen in het meervoud voor.
20
Bijzondere gevallen De verkleinvorm van rad is radje, raadje of radertje.
21
Websiteje of websitetje?
De juiste vorm is websiteje. Daarmee sluiten we het dichtst aan bij de uitspraak. In de uitspraak eindigt website op een t: [wepsait]. Daarachter plaatsen we de uitgang -je (vergelijk geit - geitje). Als we niet de uitspraak maar de spelling als uitgangspunt zouden nemen, zou websitetje logischer zijn. Na woorden op een klinker volgt immers de verkleinuitgang -tje (antennetje, façadetje, anekdotetje). Maar websitetje zou ongetwijfeld tot uitspraakproblemen leiden.
22
Wat is het verkleinwoord van cake?
Cakeje is de juiste vorm. Welk verkleiningsachtervoegsel je gebruikt, hangt af van de laatste klank van het grondwoord. Bij cake is dat een [k]. Bij zulke woorden eindigt de verkleinvorm op -je: koekje, pakje, trucje, viezerikje, etc. Daarom is het ook cakeje. De e van cake blijft daarin staan omdat cakje een verkeerde uitspraak zou opleveren. De schrijfwijzen cake'je en cake-je zijn fout; een apostrof of streepje is nergens voor nodig.
23
Wat is de verkleinvorm van hemd?
Het juiste verkleinwoord is hemdje. Daarnaast vermelden sommige naslagwerken als alternatief hempje, dat in spreektaal heel gebruikelijk is. Bij verkleinwoorden doen zich enkele basisprincipes voor: woorden die eindigen op een l, n, r of klinker krijgen de uitgang -tje, woorden die eindigen op een m krijgen de uitgang -pje, woorden die eindigen op -ing krijgen de uitgang -kje als de lettergreep voor -ing beklemtoond is (en anders -etje), en veel eenlettergrepige woorden krijgen de uitgang -etje. De rest van de woorden krijgt in principe de uitgang -je, dus hemdje ligt het meest voor de hand.
24
Hoe spel je het verkleinwoord van een A4? En van sms?
De juiste schrijfwijzen zijn een A4'tje en een sms'je. Een achtervoegsel, zoals -tje, -je, -ig, -er, wordt met een apostrof gekoppeld aan het cijfer of de afkorting waarmee het één geheel vormt.
25
Volgens de officiële spelling is de juiste schrijfwijze blocnoteje.
Wat is het verkleinwoord van blocnote: blocnoteje, blocnotetje of blocnootje? Volgens de officiële spelling is de juiste schrijfwijze blocnoteje. In onze Spellingwijzer Onze Taal vermelden we blocnootje; het laatste deel van het woord wordt dan vernederlandst. Blocnotetje is niet juist.
26
Wat is het verkleinwoord van jongen: jongetje of jongentje?
Het verkleinwoord van jongen is jongetje, zonder n voor de verkleiningsuitgang. De vorm jongetje lijkt onlogisch, want normaal gesproken verandert de grondvorm van woorden die op -en eindigen niet als er een verkleinwoord van wordt gemaakt: wezentje, molentje, etentje, etc. Jongetje is een uitzondering. Het bestaat eigenlijk uit jonge + tje, waarbij de jonge de zelfstandig gebruikte vorm van het bijvoeglijk naamwoord jong is, net als de zieke bij ziek. Vroeger sprak men dus van de jonge (vergelijkbaar met het Duitse der Junge).
27
Bron vormen-algemene-regels
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.