Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAnneleen Verbeke Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap
Tugunova Jevgenija
2
Probleemstelling Ondanks vaccinatie blijft kinkhoest een belangrijke kinderziekte die soms dodelijk kan zijn. Vooral baby’s jonger dan 3 maand zijn gevoelig (vaccinatie vanaf 8 weken). Volwassen vrouwen hebben weinig antistoffen en dus is er weinig of geen placentaire overdracht van antistoffen. Er werden zeer goede resultaten geboekt door vaccinatie tijdens de zwangerschap maar de vaccinatiegraad blijft tot op heden nog onvoldoende.
3
Vraagstelling Is het aangewezen om alle vrouwen te vaccineren tegen kinkhoest? Welke vaccins kan men gebruiken? Zijn er risico’s verbonden aan de vaccinatie? Is het vaccin veilig? Is het effectief om te vaccineren (bv. minder gevallen, minder hospitalisaties)?
4
1. Kinkhoest algemeen Bacterie Bordetella pertussis: besmettelijke potentieel levensbedreigende ademhalingsziekte. Komt voor op elke leeftijd. Terwijl de symptomen bij adolescenten en volwassenen relatief mild zijn, kunnen niet immune pasgeboren kinderen ernstig ziek worden en talrijke complicaties hebben en zelfs sterven (Duterme et al., 2016; Donaldson et al., 2015) Jaren 50 : volcellige vaccins verminderden het aantal gevallen Deze vaccins werden later vervangen door acellulaire vaccins (World Health Organisation, 2015). Laatste decennia was er een heropflakkering (Duterme et al., 2016).
5
1. Kinkhoest algemeen De ziekte
Epidemiologie : epidemische cycli worden geregistreerd om de 2 tot 5 jaar zelfs sedert het invoeren van doeltreffende vaccinatieprogramma ’s (WHO, 2015). Overdracht : de ziekte wordt overgebracht door kleine druppeltjes die overvliegen van een besmette persoon naar een gevoelige persoon. Tijdens de vroege catarrhale fase is de ziekte zeer besmettelijk (90%) (WHO, 2015). Pathogeen agens : een kleine gram negatieve cocobacil die de trilhaarepitheelcellen van het ademhalingsstelsel infecteert (WHO, 2015).
6
1. Kinkhoest algemeen De ziekte Symptomen: 4 stadia bij het kind:
Incubatieperiode (1 tot 3 weken) Catarrhale fase: hoest (meerdere weken) Paroxysmale fase: spasmodische hoestepisodes met typisch geluid vooral ‘s nachts ; soms gepaard met braken (tot 10 weken). Bij zeer jonge kinderen soms apneu en cyanose. Herstelfase: gedeeltelijke afname van de hoestbuien (kan maanden duren). Meestal geen koorts. Leucocytosis ( te veel witte bloedcellen) (WHO, 2015; Loch, 2016). De meeste typische klinische gevallen komen voor bij kinderen van 1 tot 5 jaar. Bij oudere kinderen en volwassenen wordt kinkhoest soms niet herkend omdat de evolutie dikwijls atypisch is (WHO, 2015; Loch, 2016).
7
2. Kinkhoestvaccinatie Historiek Gedurende meerdere decennia werd kinkhoest met succes preventief bestreden met vaccins die werden aangemaakt uit volcellige gedode Bordetella pertussis (WHO, 2015). Vanaf 1981 werden deze vaccins met hoge reactogeniciteit (koorts, agitatie, zelden koortsstuipen (Vaxinfo, 2013)) stilaan vervangen door zogenaamde acellulaire vaccins bereid uit één of meerdere gezuiverde antigenen van kinkhoestbacteriën (WHO, 2015).
8
2. Kinkhoestvaccinatie Acellulaire vaccins
Samenstelling: 1 tot 5 Bordetella pertussis antigenen meestal samen met anatoxines van difterie en tetanus (Loch, 2016; Belgische Centrum voor Farmacotherapeutische informatie, 2016). In België zijn er 4 vaccins beschikbaar: Boostrix®: herhalingsvaccin tegen kinkhoest, tetanus en difterie voor volwassenen en kinderen (vanaf 4 jaar) Boostrix IPV®: idem + polio voor volwassenen en kinderen Infanrix Hexa® en Tetravac®: primovaccinatie van zuigelingen en herhalingsinenting van kinderen tegen kinkhoest, tetanus, difterie en polio (BCFI, 2016)
9
2. Kinkhoestvaccinatie Vaccinatiestrategie
Vaccinatieschema in België (Maertens et al., 2016): Baby’s op 8, 12 en 16 weken en daarna op 15 maanden Booster op 4-6 jaar (sedert 2004) op jaar (sedert 2009) op volwassen leeftijd (sedert 2013) Zwangere vrouwen tussen 24 en 32 weken (sedert 2013) Volwassenen in contact met jonge kinderen (< 12 maand) (sedert 2009)
10
2. Kinkhoestvaccinatie Vaccinatiestrategie
Standpunt van Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2015): Vaccinatie van de zwangere vrouwen zou meest renderend zijn en beter beschermen dan cocooning strategie. Nationale programma’s zouden best aanbevelen om te vaccineren tijdens het tweede of derde trimester en bij voorkeur minstens 15 dagen voor het einde van de zwangerschap.
11
2. Kinkhoestvaccinatie Effectiviteit
Bij zuigelingen was er ongeveer 50% bescherming na de eerste dosis, minstens 80% na de tweede dosis en 90% na de derde dosis (WHO, 2015; Loch, 2016).
12
2. Kinkhoestvaccinatie Effectiviteit
Gebreken van de huidige acellulaire vaccins: Korte immuniteitsduur (Loch, 2016). Mogelijks ontstaan mutanten die niet door het vaccin worden geremd (Loch, 2016). De vaccins kunnen de ziekte voorkomen maar toch is Bordetella pertussis infectie en transmissie soms nog mogelijk (Loch, 2016).
13
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vaccinatiestrategie De natuurlijke specifieke immunoglobulines bij de moeder zijn suboptimaal en bieden onvoldoende bescherming van de baby. Vaccinatie bij de moeder beschermt de pasgeborene door een transfer van vaccin- geïnduceerde IgG doorheen de placenta. De grootste transfer zou gebeuren tijdens de laatste 4 weken van de zwangerschap (Lindsey et al., 2013). In navelstrengbloed van baby’s van gevaccineerde moeders is er een hogere concentratie kinkhoest antilichamen in vergelijking met baby’s van niet gevaccineerde moeders (Gall, 2011; Leuridan, 2011).
14
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vaccinatiestrategie De gedeeltelijke primaire bescherming tegen infectieuze ziekten bij de geboorte wordt geboden door maternale immunoglobulines G (IgG) antilichamen. Hun aantal daalt ongeveer met de helft na 6 weken wat kinkhoest betreft. De hoeveelheid overgedragen antilichamen is afhankelijk van de placentaire functie en van de concentratie maternale antilichamen bij de zwangere vrouw. Deze concentratie is afhankelijk van de tijdsduur sedert de laatste vaccinatie of infectie (Maertens et al., 2016).
15
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vaccinatiestrategie Sedert 2013 beveelt de Hoge Gezondheidsraad (HGR) in België aan om iedere zwangere vrouw tussen week 24 en week 32 te vaccineren tegen kinkhoest en de vaccinatie bij elke zwangerschap te herhalen (Maertens et al., 2015; Vlaanderen, 2016; Vaxinfo, 2013). In de postpartum bevat de moedermelk kinkhoest specifieke IgG en secretorische IgA. IgA is een belangrijke kinkhoest immunoglobuline in de moedermelk. Twee weken postpartum dalen de IgG en IgA significant maar bij de gevaccineerde moeders waren er nog IgA antilichamen tot 8 weken postpartum. Deze verhoogde bescherming via lactatie zou dus belangrijk zijn voor de kwetsbare baby’s (Abu Raya et al., 2014).
16
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Effectiviteit van de strategie tegen hospitalisatie door kinkhoest bij jonge zuigelingen ( Amirhalingam et al., 2014) TIJDSTIP VAN MATERNALE IMMUNISATIE EFFECTIVITEIT Minstens 7 dagen voor geboorte 91% Minstens 28 dagen voor geboorte Tussen 7 en 28 dagen voor geboorte 0-6 dagen vóór of 1-13 dagen na geboorte 38%
17
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Veiligheid
18
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Veiligheid Een recente studie (2014) door Donegan bij meer dan vrouwen in het Verenigd Koninkrijk rapporteerde dat er bij gevaccineerde vrouwen geen verhoogd risico was op doodgeborenen binnen de 14 dagen na vaccinatie. Er werd ook geen toename van vroeggeboorte, van laag geboortegewicht of van preeclampsie en eclampsie vastgesteld (Donegan et al., 2014). Een recente studie bij Vlaamse zwangere vrouwen heeft aangetoond dat de vaccinatie met Tdap veilig is (Duterme et al., 2016)
19
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vaccinatiegraad In de Verenigde Staten werden in 2013 slechts 16% van de zwangere vrouwen gevaccineerd met Tdap. De studie van Dr. Healy zoekt een verklaring voor dit percentage: - invloed van andere bronnen - onvoldoende tijd om de vrouwen te informeren tijdens de raadpleging - een grote meerderheid gaat akkoord met vaccinatie indien deze wordt aanbevolen door de zorgverstrekkers - vrouwen zijn vooral bezorgd om de veiligheid van de vaccinatie - in mindere mate: de kostprijs en naaldfobie (Healy et al., 2015).
20
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vaccinatiegraad In Argentinië wordt sedert 2014 meer dan 95% van de zwangere vrouwen gevaccineerd (Vizzotti et al., 2015). In een enquête bij 250 zwangere vrouwen in Leuven bleek 40% gevaccineerd tegen kinkhoest (Laenen et al., 2015). In een studie in België bij 823 moeders van oktober 2014 tot mei 2015 bleek 64% van hen tijdens de zwangerschap gevaccineerd tegen kinkhoest. Bij de partners waren er 62, 6% gevaccineerd sedert minder dan 10 jaar. Bij de zorgverstrekkers waren er 70, 1% gevaccineerd (Maertens et al., 2015).
21
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Barrières voor vaccinatie De voornaamste reden om niet te vaccineren waren het ontbreken van een aanbeveling door de medische staf en het uitstellen van de vaccinatie. Vrouwen die lager geschoold zijn en vrouwen van vreemde afkomst waren minder gevaccineerd (Laenen et al., 2015). Gedurende jaren werd aan de vroedvrouwen geleerd om zo weinig mogelijk medicatie te gebruiken bij zwangere vrouwen en daarom zullen sommigen nog aarzelen om vaccinatie aan te bevelen. Misschien is er een bijkomende training nodig om alsnog deze barrière te doorbreken (Laenen et al., 2015).
22
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Barrières voor vaccinatie Een andere reden kan zijn dat gynaecologen de vaccinatie aanbevelen maar ze zelf niet toedienen (Laenen et al., 2015). Sedert juli 2014 is het Tdap vaccin gratis voor volwassenen (en zwangere vrouwen) indien het vaccin wordt geregistreerd in Vaccinnet (een vaccinatieregister) (Laenen et al., 2015). Om het aantal vaccinaties van zwangere vrouwen te verhogen zouden de gynaecologen, de huisartsen en de vroedvrouwen duidelijke richtlijnen moeten krijgen evenals meer informatie over de voordelen en de veiligheid van de vaccins (Laenen et al., 2015).
23
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vroedkundige aandachtspunten Tot in de verste uithoeken van de wereld hebben zwangere vrouwen contact met één of meerdere zorgverstrekkers of vroedvrouwen. Welnu, één van de belangrijkste redenen waarom vrouwen zich laten vaccineren is het advies van de zorgverstrekker. Uit een studie bleek dat moeders na een gemotiveerde aanbeveling van hun zorgverstrekker 20 tot 100 maal meer bereid waren een vaccinatie in overweging te nemen. Omgekeerd is gebleken dat de aarzeling of geen aanbeveling vanwege de zorgverstrekker leidt tot een weigering van vaccinaties (Larson, 2015).
24
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vroedkundige aandachtspunten Een studie van Campbell in 2015 berekent dat 96 % van de moeders « definitief » of «waarschijnlijk » bereid zijn zich te laten vaccineren. Anderzijds zouden 90% van hen bij voorkeur informatie over vaccinaties krijgen van hun vroedvrouw (Green, 2015). In België mogen vroedvrouwen zelf het vaccin toedienen. Er is wel een voorschrift van een arts noodzakelijk. Bovendien moet er een arts in de instelling aanwezig zijn zodat hij indien nodig onmiddellijk kan tussenkomen (Vlaamse beroepsorganisatie van vroedvrouwen, 2016).
25
3. Kinkhoestvaccinatie en zwangerschap
Vroedkundige aandachtspunten De vroedvrouw speelt een cruciale rol in het informeren over vaccinatie tijdens de zwangerschap en over cocoonstrategie (De Martino, 2016; Larson, 2015; Green, 2015). Tijdens de raadpleging bij Kind en Gezin kan naast de informatie ook een folder over de vaccinatie worden meegegeven (Kind en Gezin, 2016). In Vlaanderen zijn het vooral de gynaecologen die de vaccinatie aanbevelen terwijl het vooral de huisartsen zijn die de vaccinatie uitvoeren. Bij de vroedvrouwen is het aantal aanbevelingen nog voor verbetering vatbaar (Maertens et al., 2015).
26
4. Besluit Gezien de hoge morbiditeit en de mogeijke mortaliteit van kinkhoest bij pasgeboren baby’s is naast cocoonvaccinatie het vaccineren van zwangere vrouwen sterk aanbevolen (Maertens et al., 2015). Er zijn geen belangrijke nevenwerkingen en geen verhoogd risico op complicaties noch voor de moeder noch voor de baby (Maertens et al., 2015; Khabanda et al., 2016; Donegan et al., 2014; WHO, 2015). Toch blijft ook in België de vaccinatiegraad onvoldoende en daarom is het belangrijk dat de vroedvrouwen op de hoogte zijn van de recentste ontwikkelingen over deze strategieën en dat ze de zwangere vrouwen overtuigen dat vaccinatie effectief en veilig is (Laenen et al., 2015; Maertens et al.,).
27
Dank U voor Uw aandacht!!! Zijn er nog vragen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.