Module 2 Na de diagnose: Steun vinden bij elkaar

Presentatie over: "Module 2 Na de diagnose: Steun vinden bij elkaar"— Transcript van de presentatie:

1 Module 2 Na de diagnose: Steun vinden bij elkaar
Cursus Zorgen voor ZIN bij dementie Module 2 Na de diagnose: Steun vinden bij elkaar Bijeenkomst 1

2 Programmalijn module 2 Drie bijeenkomsten: steun vinden bij elkaar
Informatie, gesprek, oefeningen, film’s Werkboek Na korte pauze samen verder met naaste

3 Welkom Wat brengt u bij deze cursus?
Wat hoopt u in deze cursus te leren?

4 Bijeenkomst 1 Herkennen van voortdurend rouwproces bij dementie.
ervaren van verlies voor uzelf en voor u naaste hoe kun je omgaan met dit verlies?

5 Interview met Heleen Dupuis

6 Nabespreking interview
Wat herkent u in het interview? Waar heeft u behoefte aan? Hoe kunt u dat bereiken?

7 Werkgroep Groepjes van drie personen Werkboek oefening 1
Schrijf de vijf belangrijkste dingen op die u mist (wat bent u kwijt geraakt?). Bespreek met elkaar hoe u hier nu mee om kunt gaan (wat kunt u aanpassen om het gevoelde verlies minder groot te maken?)

8 Film “What do you see”

9 Nabespreking film Wat verliezen uw naasten met dementie gedurende het proces? Hoe gaan zij daar mee om? Wat kunt u doen om het verlies voor uw naaste minder groot te maken?

10 Werkgroep Groepjes van drie personen Werkboek oefening 2
Maak een plan om het verlies voor uzelf en uw naaste met dementie wat kleiner te maken.

11 Huiswerkopdracht 1 Uitvoering van het plan (zie oefening 2)

12 Terugblik Bijeenkomst 1
Herkennen van voortdurend rouwproces bij dementie. ervaren van verlies voor uzelf en voor u naaste hoe kun je omgaan met dit verlies?

13 Module 2 Na de diagnose: Steun vinden bij elkaar
Bijeenkomst 2

14 Bijeenkomst 2 Troost vinden en bieden.
welke vormen van troost helpend zijn bij naaste met dementie herkennen van eigen behoefte aan troost en hierop in kunnen spelen

15 Huiswerkopdracht 1 Hoe is de huiswerkopdracht gegaan? Wat ging goed?
Waar ligt de uitdaging? Hoe gaat u dit de volgende keer aanpakken?

16 Film “Mevrouw Bogers"

17 Nabespreking film Wat herkent u in de film?
Waar loopt mevrouw Bogers tegenaan? Is dat herkenbaar bij uw eigen naaste? Wat heeft mevrouw Bogers nodig? Hoe zou dat geboden kunnen worden?

18 Nabespreking film Hoeveel ervaring heeft u zelf met het geven en ontvangen van troost? Wanneer voelt u zichzelf getroost? Wat is daarvoor nodig? Aan welke troost heeft uw naaste met dementie behoefte? Wie moet deze troost bieden? Kunt u dit zelf?

19 Dobbelsteenspel Troost
Gooi de dobbelsteen (voor uzelf of uw naaste met dementie) Woorden: Wat moet iemand tegen u zeggen om u te kunnen troosten? Daden: Welke handelingen zijn nodig om te kunnen troosten (arm om je heen, betrokkenheid, luisteren) Duim omlaag: Noem een voorbeeld van toen u of uw naaste zich absoluut niet getroost voelde Duim omhoog: Noem een voorbeeld van toen u of uw naaste zich heel erg getroost voelde

20 Werkgroep Groepjes van drie personen Werkboek oefening 3
Welke troost wilt u zelf ontvangen? Welke troost wilt u bieden aan hun naaste met dementie? Maak een plan hoe u dit wilt aanpakken

21 Huiswerkopdracht 2 Verder gaan met het uitvoeren van het plan
Probeer troost te vinden en troost te bieden Observeer de momenten dat u zich het meest verbonden voelt met uw naaste met dementie (daar gaan we het volgende keer over hebben)

22 Terugblik Bijeenkomst 2
Troost vinden en bieden. welke vormen van troost helpend zijn bij naaste met dementie herkennen van eigen behoefte aan troost en hierop in kunnen spelen

23 Module 2 Na de diagnose: Steun vinden bij elkaar
Bijeenkomst 3

24 Bijeenkomst 3 Momenten van verwijdering en van verbondenheid.
welke momenten van verbondenheid of van verwijdering? welke momenten tillen u en uw naaste met dementie even boven het alledaagse, en hoe deze momenten te delen.

25 Huiswerkopdracht 2 Hoe is de huiswerkopdracht gegaan?
Wat ging goed qua bieden van troost en vinden van troost? Wat heeft u hierbij nog nodig? Heeft u momenten van verbondenheid gevonden? Hoe was het om hier op te moeten letten?

26 Werkgroep Groepjes van drie personen
Vergelijk de momenten waarop u zich het meest verbonden voelt met uw naaste met dementie met elkaar (huiswerkopdracht 2) Wat komt overeen, wat is verschillend? Wat is er anders aan deze momenten (vergeleken met andere momenten)? Hoe belangrijk zijn deze momenten?

27 Geluidsfragmenten Henny Gerard

28 Nabespreking Wat herkent u in beide verhalen?
Welke gevoelens roept het bij u op? Is dat herkenbaar bij u en uw naaste? Wanneer voelt u zich het meest verbonden met uw partner? En wanneer voelt u zich juist het minst verbonden van uw partner?

29 Werkgroep Groepjes van drie personen Werkboek oefening 4
Hoe kunt u momenten van verwijdering zo veel mogelijk voorkomen? Hoe kunt u zo veel mogelijk momenten van verbondenheid inplannen? Maak een plan hoe u dit wil aanpakken

30 Op weg naar vitaliteit

31 ‘Momenten die je even uittillen boven het alledaagse’
‘Welke ervaringen en/of activiteiten tillen je boven het alledaagse?’ U en uw naaste met dementie. Zijn er momenten die u met elkaar kunt delen? Hoe belangrijk zijn deze belevingen/activiteiten in de toekomst van u of uw naaste met dementie?

32 Afronding module 2 Na de diagnose: Steun vinden bij elkaar
Wat neemt u mee van deze module? Hoe gaat u de momenten van steun en verbondenheid uitbouwen? Wat/wie heeft u nodig om het vol te houden?