De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Groepsvoorlichting Kinderveiligheid tot 4 jaar

Verwante presentaties


Presentatie over: "Groepsvoorlichting Kinderveiligheid tot 4 jaar"— Transcript van de presentatie:

1 Groepsvoorlichting Kinderveiligheid tot 4 jaar

2 Cijfers en feiten Oorzaken Aandachtsgebieden Voorbeeldsituaties Factoren Voorkomen

3 Ken de feiten

4 Ken de feiten Aantal ongevallen in en om huis met kinderen tot 4 jaar
Gevolgen van een ongeval Aantal 2012 Spoedeisende hulpafdeling Ziekenhuisopname Overleden Bron: LIS 2012 VeiligheidNL

5 Ken de feiten 8 Stellingen: waar of niet waar?

6 Ken de feiten Dagelijks worden zo’n 80 kinderen op de spoedeisende hulp-afdelingen van ziekenhuizen behandeld als gevolg van een ongeval in en om huis. Waar of niet waar?

7 Ken de feiten 1. Niet waar! Het gaat hier om 107 kinderen per dag.
Jaarlijkse ‘score’ behandelingen op de spoedeisende hulp-afdeling 8.300 ziekenhuisopnames en 20 dodelijke ongevallen

8 Ken de feiten 2. De meeste ongelukken met kinderen gebeuren in en om huis. Waar of niet waar?

9 Ken de feiten 2. Waar! Ongeveer de helft van het aantal ongelukken met kleine kinderen gebeurt in en om huis. De gevaarlijkste plekken zijn de trap, de woonkamer en de slaapkamer.

10 Ken de feiten 3. Het meest voorkomende ongeval bij kinderen is botsen/stoten. Waar of niet waar?

11 Ken de feiten 3. Niet waar! Vallen komt het meest voor bij kleine kinderen. 59% van alle behandelingen op een spoedeisende hulp-afdeling en 51% van de ziekenhuisopnamen zijn het gevolg van val-ongevallen.

12 Ken de feiten 4. Een baby van 3 maanden kan zich al omrollen.
Waar of niet waar?

13 Ken de feiten 4. Waar! Baby’s van 3 maanden kunnen zich per ongeluk omrollen en dan van de commode vallen. Jaarlijks worden 370 baby’s op spoedeisende hulp-afdelingen behandeld voor een val van de commode.

14 Ken de feiten 5. Verpakkingen met kindveilige sluitingen
zijn veilig voor kinderen. Waar of niet waar?

15 Ken de feiten 5. Niet waar! Als een kind voldoende tijd heeft, kan het de sluitingen open krijgen. Sluitingen werken alleen vertragend. Hier is sprake van schijnveiligheid: de suggestie wordt gewekt dat kindveilige sluitingen veilig zijn, maar dat is niet zo.

16 Ken de feiten 6. De meeste verbrandingen die leiden tot ziekenhuisopname worden veroorzaakt door vuur. Waar of niet waar?

17 Ken de feiten 6. Niet waar! Een kind dat hete vloeistof over zich heen krijgt, vooral thee, warm water en koffie komt het vaakst voor. De meeste verbrandingsongevallen gebeuren in huis. Vooral in de keuken.

18 Ken de feiten 7. Een laagje water van 10 cm is voor
kleine kinderen al genoeg om in te verdrinken. Waar of niet waar?

19 Ken de feiten 7. Waar! Kinderen kunnen al verdrinken in een laagje water van 5 centimeter. Zonder dat je het merkt: kinderen die verdrinken, zakken namelijk geluidloos onder water zonder te huilen of te spartelen.

20 Ken de feiten 8. Bij verstikking gaat het meestal om voedsel. Waar of niet waar?

21 Ken de feiten 8. Niet waar! Bij verstikkingsongevallen gaat het even vaak om verstikking in een vreemd voorwerp als om verstikking in voedsel, bijvoorbeeld door voedsel als nootjes, stukjes appel, druiven en snoepjes.

22 Oorzaken

23 Oorzaken van ongevallen
Situatie De meeste ongelukken bij kinderen onder de 4 jaar gebeuren in de eigen vertrouwde omgeving: meestal tijdens het spel terwijl ouders in de buurt zijn

24 Oorzaken van ongevallen
Top 5 producten betrokken bij een ongeluk (vaste) Trap Meubilair Deuren Speeltoestellen Hete vloeistoffen (thee of heet water)

25 Aandachtsgebieden

26 Aandachtsgebieden Wat zijn de belangrijkste aandachtsgebieden? Vallen
Vervoer Vergiftiging Verdrinking Verbranding Verstikking ongevallen in bed of slaapkamer

27 Aandachtsgebieden Vallen val van trap, speeltoestel of
iets anders hoogs vallen van of tegen meubilair struikelen, uitglijden en zwikken

28 Aandachtsgebieden Vervoer fietsend in de tuin tegen iets opbotsen
voetjes bekneld tussen de spaken van een fiets vingertjes bekneld tussen een autoportier

29 Aandachtsgebieden Vergiftiging Innemen van : Medicijnen
Schoonmaakmiddelen Planten Rookwaar

30 Aandachtsgebieden Verdrinking in sloot of vijver vlakbij
huis waar kinderen aan het spelen zijn

31 Aandachtsgebieden Verbranding het vaakst: hete vloeistof
zoals heet water, thee en koffie branden aan een heet voorwerp, zoals de kachel

32 Aandachtsgebieden Verstikking Stikken in: Speelgoed Voedsel
plastic zakken

33 Aandachtsgebieden Bed of slaapkamer Val uit bed komt het vaakst voor
(bijna) Verstikking in bed of wieg (in veel mindere mate)

34 Voorbeeldsituatie van een ongeluk

35 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
Het is woensdagmiddag, de kinderen zijn thuis en de televisie staat aan. Er is visite en de volwassenen zijn druk aan het praten met elkaar. De kopjes thee zijn juist ingeschonken en staan op tafel. Jeroen van 9 maanden kruipt rond, trekt zich op aan de rand van de tafel, grijpt onverwacht naar een kopje thee en krijgt de nog gloeiend hete thee over zich heen.

36 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
Welke factoren spelen een rol bij dit ongeluk? Het kind kruipt rond, verkent zijn omgeving, trekt zich op en grijpt bewust of onbewust naar het kopje thee. Het weet niet dat het zich aan de thee kan branden. De omgeving is riskant: er is hete thee waar het kind kennelijk bij kan.

37 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
Vervolg: Welke factoren spelen een rol bij dit ongeluk? De ouder is weliswaar aanwezig, maar wordt afgeleid door de visite, de andere kinderen en de televisie.

38 Voorbeeldsituatie van een ongeluk

39 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
Het kind Kinderen ontwikkelen zich in de eerste levensjaren heel erg snel, de risico’s stapelen zich als het ware op. Een kind doet van de ene op de andere dag dingen die het tot dan toe nog niet deed.

40 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
Het kind Ieder kind ontwikkelt zich in eigen tempo en ieder kind is verschillend. Toch zijn er in de ontwikkeling een aantal vaste kenmerken te ontdekken en doorloopt ieder kind eenzelfde patroon (graaien, grijpen, omrollen, kruipen).

41 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
Vervolg: Ieder kind ontwikkelt zich Ouders die weten wat een kind kan, wil, doet en begrijpt, zijn beter in staat om op tijd de juiste maatregelen te treffen. Iedere ontwikkelingsfase kent zijn eigen risico’s.

42 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
Het kind Weet dat: een kind kan vaak al meer dan je denkt. Maar ook: een kind snapt vaak minder dan je denkt.

43 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
De omgeving Hoe kun je de omgeving veiliger maken? 1. Maatregelen treffen: traphekjes monteren giftige planten wegdoen ramen beveiligen etc

44 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
De omgeving Hoe kun je de omgeving veiliger maken? 2. Veilige producten kopen: veilig speelgoed een goede kruik een veilig bedje etc

45 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
De omgeving Hoe kun je de omgeving veiliger maken? 3. Jezelf veilig gedrag eigen maken: stelen van pannen naar achteren draaien lucifers buiten bereik van kinderen rookwaren en volle asbakken opruimen etc

46 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
De ouders Het leven is voor een klein kind een grote ontdekkingsreis. De gevaren ziet, kent en begrijpt het nog niet. Alles wat voor ons zo vanzelfsprekend is, moet een kind nog leren. Ouders moeten een kind beschermen tegen gevaren. Maar het is ook nodig om een kind kennis te laten maken met risico’s.

47 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
De ouders Wat kun je als ouders doen? De omgeving veiliger maken Zorg voor een zo veilig mogelijke omgeving; in een veilige omgeving loopt een kind minder risico, ook als ouders even niet opletten.

48 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
De ouders Wat kun je als ouders doen? 2. Toezicht houden In gevaarlijke situaties moeten ouders in de buurt zijn om te kunnen ingrijpen, als dat nodig is.

49 Voorbeeldsituatie van een ongeluk
De ouders Wat kun je als ouders doen? 3. Opvoeden Leer een kind wat wel en niet gevaarlijk is. Verbieden en waarschuwen is daarvoor niet genoeg. Leg uit waarom iets gevaarlijk is en oefen samen veilig gedrag.

50 Voorkómen van ongevallen

51 Voorkómen van ongevallen
Niet alle gevaren kunnen worden weggenomen Er zullen altijd genoeg situaties overblijven die niet ‘veilig’ gemaakt kunnen worden. Het enige wat ouders kunnen doen is erbij blijven en ingrijpen indien nodig.

52 Voorkómen van ongevallen
Vervolg: Niet alle gevaren kunnen worden weggenomen Als ouders een kind in de gaten houden kan het naar hartenlust experimenteren, terwijl ouders op tijd kunnen ingrijpen als het fout dreigt te gaan. Permanent toezicht houden is echter onmogelijk.

53 Voorkómen van ongevallen
Vervolg: Niet alle gevaren kunnen worden weggenomen Drukte, afleiding, vermoeidheid, spanningen, er zijn genoeg redenen waarom de aandacht regelmatig verslapt.

54 Voorkómen van ongevallen
Niet alle gevaren kunnen worden weggenomen Ook al zijn de nodige maatregelen getroffen, dan nog moet een kind leren omgaan met situaties die een risico inhouden. Zo kan een kind leren traplopen onder begeleiding.

55 Voorkómen van ongevallen
Vervolg: Niet alle gevaren kunnen worden weggenomen Een kind stap voor stap met risico’s leren omgaan, begint met verbieden en waarschuwen; vervolgens kan uitgelegd worden waarom iets gevaarlijk is en kan samen geoefend worden.

56 Voorkómen van ongevallen
Vervolg: Niet alle gevaren kunnen worden weggenomen Vaak herhalen is nodig, want een kind leert niet in één keer wat wel en niet veilig is en leert niet veel tegelijk.

57 Voorkómen van ongevallen
Voor het juiste evenwicht Waar ligt de grens tussen een kind beschermen en het zelf dingen laten ontdekken? Dat blijft een vraag waar veel ouders mee worstelen. Er zijn een aantal tips die ouders helpen om het juiste evenwicht te bepalen tussen vasthouden en houvast geven…

58 Voorkómen van ongevallen
Voor het juiste evenwicht Kijk naar een kind om te zien wat het wel niet kan. Baseer de aanpak op de leeftijd, ontwikkeling en belevingswereld van het kind. Waarschuw en verbiedt totdat een kind begrijpt waar het om gaat.

59 Voorkómen van ongevallen
Vervolg: Voor het juiste evenwicht Leg uit waarom iets mag of gevaarlijk is, spreek het kind aan op zijn eigen niveau en gebruik korte zinnen en voorbeelden. Zorg dat een kind zelfvertrouwen kan ontwikkelen; zelfvertrouwen is de basis voor veilig gedrag.

60 Voorkómen van ongevallen
Vervolg: Voor het juiste evenwicht Leer een kind regels (niet teveel tegelijk). Leidt een kind af in plaats van boos te worden. Geef het goede voorbeeld.

61 Einde presentatie Groepsvoorlichting kinderveiligheid tot 4 jaar


Download ppt "Groepsvoorlichting Kinderveiligheid tot 4 jaar"

Verwante presentaties


Ads door Google