De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Bollenteelt in Nederland Ontwikkelingen in de teelt en broeierij - 2013.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Bollenteelt in Nederland Ontwikkelingen in de teelt en broeierij - 2013."— Transcript van de presentatie:

1 Bollenteelt in Nederland Ontwikkelingen in de teelt en broeierij - 2013

2 Bollenteelt in Nederland  De helft van de bloembollen staat in Noord-Holland, gevolgd door Zuid-Holland en Flevoland met elk bijna 15%.  Nederland 60% van wereldproductie, 80% van wereldhandel Gewas% areaal Tulp49 Lelie21 narcis8 Hyacint6 Overige bolgewassen16 Totaal in 201323.291 ha

3 Algemene ontwikkelingen  Schaalvergroting gaat door  Opbrengsten / ha neemt toe  Meer bollen per m2  Bredere bedden (1,50 m → 1.80 meter)

4 Ontwikkelingen tulpenteelt  Verschuiving afzet van droogverkoop naar broeierij  Tulpenteelt grotendeels op kleigrond in nettenteelt  Schaalvergroting gaat door  Veel introducties van nieuwe cv’s; weinig blijvers.  Grotere broeierijen hebben eigen bollenteelt  Fusarium en virus zijn belangrijkste kwaliteitsproblemen ● Zuurscheider Bulbstar op basis van röntgen

5 Ontwikkelingen Lelieteelt  Lelie 2.0: virusvrije lelieteelt ● Keuze plantmateriaal ● Toetsing ● Tracking & tracing ● Teelt plantgoed scheiden van teelt leverbaar  ‘Teelt de grond uit’ in ontwikkeling  Broeierij: ontwikkeling naar meerlagenteelt met LED

6 Lelie – Teelt de grond uit  Doortelen van hoogwaardig weefselkweekmateriaal  Enkele initiatieven op pilotschaal: ● Noord Holland: in bakken ● Drenthe: buiten, op leliekisten ● Proeven in goten of zandbedden in onderzoek

7 Ontwikkelingen Narcissen  Weinig veranderingen in de teelt  Afzet als: ● Narcis op pot met zeer groot aandeel ‘Tête-à-Tête’ ● Droogverkoop ● Snijbloem afnemend  Bijna helft van areaal is cv. ‘Tête-à-Tête’  Sortiment veranderd o.i.v. Fusariumgevoeligheid  Stengelaaltjes en Fusarium grootste probleem

8 Ontwikkelingen Hyacinten  Concentreert zich in kustgebieden op zandgrond  Meer nadruk op kwaliteit in relatie tot bodem ● Pythium als oud probleem, maar agressief snot (Dickeya) probleem vanaf ca. 2000  Stalmest vervangen door compost  Ventilatieadvies voor heetstook gehalveerd ● Minder schade ● energiebesparing  Waterbroei hyacint in ontwikkeling

9 Organische stofvoorziening op duinzandgrond  Relatief laag o.s.-% (ca. 1,5%)  Relatief snellere afbraak (6% per jaar)  Organische stof essentieel voor: ● Bodemstructuur en bewerkbaarheid ● Vochtvasthoudend vermogen ● Nutriëntenvoorziening ● Bodemweerbaarheid  Gangbare org. meststoffen: stalmest, compost, groenbemesters

10 Organische stofvoorzieners  Stalmest vervangen door compost ● Mestwetgeving  Japanse haver i.p.v. bladrammenas ● Makkelijker onkruidbestrijding van dicotylen  Nieuwe organische stofvoorzieners in onderzoek

11 Duurzaam Bodembeheer  Duurzaam telen = met méér organische stof  Zowel compost als groenbemesters  Méér bodemweerbaarheid tegen: ● Pythium wortelrot ● Rhizoctonia solani ● Pratylenchus penetrans  Geen meetbaar effect op bodembiodiversiteit

12 Verminderen emissie (1) Tijdens opslag (incl. ontsmetting)  Filter voor condenswater van koelcellen ● 99,997% afname van middel  Met lucht ontsmettingsmiddel van bollen ‘afblazen’  Alternatieven voor ontsmetting ● Verbeteren van warmwaterbehandeling ● Ozon ● Schuimen ipv dompelen ● Ultra sound ● Douchen ● Coating

13 Verminderen emissie Afvoer condens Filter voor condenswater Afblazen dompelvloeistof Schuimbehandeling

14 Verminderen emissie (2)  Plantfase ● Transportwagen met opvang van lekvloeistof  Bollenteeltfase op het veld (bespuiting en bemesting) ● Bespuiting met luchtondersteuning ● Beddenstrooier ● Fosfaatemissie: Puridrain

15 Ideale bewaarcondities  Bewaren = kwaliteit behouden en uitval voorkomen  Variëren per product, per bewaarfase (vaak eerst drogen, daarna uitdroging voorkomen, condens voorkomen), maar  Het gaat altijd om meetwaarden tussen het product: ● Temperatuur ● Relatieve Luchtvochtigheid (of vochtdeficit) ● CO 2 -gehalte ● (O 2 -gehalte) ● (Ethyleengehalte)

16 Ideale bewaarcondities  De ideale condities worden bij voorkeur gestuurd d.m.v. een klimaatcomputer en geregeld door koelen/verwarmen, be-/ontvochtigen, scrubben van ongewenste gassen (koolzuurgas en ethyleen), circuleren en ventileren  Vooral het circuleren en ventileren kosten veel elektrische energie  Forse bezuinigingen zijn mogelijk:  Regel circulatie en ventilatie niet volgens vaste normen, maar op basis van de gewenste omstandigheden tussen het product (meet en regel)

17 State of the Art van energiezuinige bewaring van bolgewassen  Meest energiezuinige bewaring op basis van huidige kennis en stand van de techniek: het combineren van zoveel mogelijk (bewezen) energiebesparende maatregelen op bedrijven: ● Afgeronde uitblaasopening systeemwand ● Verbeteren van de luchtverdeling in palletkistensysteem ● Ethyleen-gestuurde ventilatie (alleen tulp) ● Frequentieregelaars voor circulatie (en terugtoeren, lagere norm hanteren) ● Thermisch zonnedak en warme kaslucht ● Computergestuurde circulatie

18 Verbetering luchtverdeling bewaarwanden Oude situatie Aangepaste situatie

19 Ethyleengestuurde ventilatie  Ventilatie aansturen met ethyleenmeter  Ethyleengrens: 100 ppb is veilig.  Nooit meer ventileren dan nodig  Dus: energiebesparing en kwaliteitsbehoud

20 Frequentieregelaar  Terugtoeren met frequentieregelaar bij: ● een grotere bolmaat/minder volle kisten ● een betere luchtverdeling over de kisten ● een lagere circulatienorm (bv. 250 ipv. 500 m3/uur) ● minder kisten voor de wand ● een ventilator met overcapaciteit

21 Duurzame energie, zonnedak Drogen/bewaren met opgewarmde kaslucht

22 Mogelijkheden energiebesparing

23 Laatste ontwikkelingen Computergestuurde circulatie:  Automatische systemen voor bepalen van aantal kisten voor droog-/bewaarwand: ‘magazijnsystemen’, ‘kistentellers’  Ideaal toerental (meest energiezuinig) wordt automatisch berekend en ingesteld (m.b.v. computer en frequentieregelaars) op basis van debiet en aantal kisten Nadenken over volledig nieuw bewaar- en verwerkingssysteem (e-zuinig, ontsmetting zonder emissie en blootstelling, optimale productkwaliteit, minder uitval etc.)

24 Meerlagenteelt broeierij

25 Praktijkvoorbeeld meerlagen broei Tulp

26 Praktijkvoorbeeld meerlagenbroei Lelie

27 Precisielandbouw Nog beperkt toegepast in bollenteelt  Planten op GPS  N-gift op basis van Sensispray  Remote sensing: in ontwikkeling

28 Samenvattend  In bollenteelt vooral geleidelijke ontwikkeling van de teelt  Verduurzaming en efficiëntie zijn belangrijke speerpunten  Precisielandbouw, remote sensing, nanotechnologie, visiontechnieken bieden nieuwe mogelijkheden


Download ppt "Bollenteelt in Nederland Ontwikkelingen in de teelt en broeierij - 2013."

Verwante presentaties


Ads door Google