De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Grammatik C + I Redemittel J + D

Verwante presentaties


Presentatie over: "Grammatik C + I Redemittel J + D"— Transcript van de presentatie:

1 Grammatik C + I Redemittel J + D
PERIODE 2: KAPITEL 2 Grammatik C + I Redemittel J + D

2 Grammatik C Werkwoorden in de tegenwoordige tijd Voltooid deelwoord

3 Werkwoorden tegenwoordige tijd
machen; stam: mach- heißen; stam: heiß- ik maak ich mache ik heet ich heiße jij maakt du machst jij heet du heißt hij/zij/het/men maakt er/sie/es/man macht hij/zij/het/men heet er/sie/es/man heißt wij maken wir machen wij heten wir heißen jullie maken ihr macht jullie heten ihr heißt zij maken sie machen zij heten sie heißen u maakt Sie machen u heet Sie heißen Als de stam eindigt op een sisklank (s, ss, ß, x of z), is de uitgang bij du een -t: du reist, du grüßt, du benutzt.

4 Voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord (das Partizip) wordt gevormd door ge+stam+t Het voltooid deelwoord van een werkwoord op -ieren wordt gevormd door stam+t hören Wir haben es gestern schon gehört. machen Hast du das für uns gemacht? fotografieren Was hast du fotografiert? trainieren Gestern haben wir lange trainiert.

5 Voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden wordt anders gevormd, net als in het Nederlands. Voorbeelden: Nederlands Duits doen – gedaan tun – getan rijden – gereden fahren – gefahren zwemmen – gezwommen schwimmen – geschwommen gaan – gegaan gehen – gegangen schrijven – geschreven schreiben – geschrieben

6 Grammatik I Het geslacht van zelfstandige naamwoorden (2) Het bezittelijk voornaamwoord

7 Geslacht van zelfstandige naamwoorden (2)

8 Het bezittelijk voornaamwoord
De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgang als het onbepaalde lidwoord ein(e). Samen met kein(e) vormen het onbepaalde lidwoord en de bezittelijke voornaamwoorden de ein-Gruppe.

9 Het bezittelijk voornaamwoord
Let op: de verschillende betekenissen van ihr(e)/Ihr(e) De schrijfwijze van euer/eure

10 Redemittel D

11 Redemittel J


Download ppt "Grammatik C + I Redemittel J + D"

Verwante presentaties


Ads door Google