Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdLien de Meyer Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
2
Dieren op de boerderij.
3
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
4
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de informatie doornemen ? Klik op onderstaande knop Maak je graag onmiddellijk de oefeningen ? Klik op onderstaande knop
5
Het schaap
6
Een schaap staat liever in een wei dan in een stal. Het is een weidedier. Het wordt al lang door mensen gehouden. In een kudde Het schaap leeft in een kudde. Het mannetje is hier de baas. Een jong schaapje noem je een lam. Het zuigt melk bij de moeder.
7
Toch anders Er leven nog altijd schapen in het wild. Een van die wilde schapen is de moeflon. Het mannetje draagt zware hoorns die naar achteren zijn gebogen. Moeflons zijn sneller dan de schapen die je op de boerderij ziet.
8
1.Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2.Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3.De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = lam 4.De lammeren worden in het voorjaar geboren = van januari tot april van mei tot augustus van september tot december
9
Allerlei vormen We kennen veel verschillende soorten schapen. Ze zien er steeds weer anders uit. Huppelen in de wei Het mannetje, de ram, moet wel eens vechten om een wijfje te krijgen. De lammeren worden vaak in het voorjaar geboren. Ze drinken melk bij de moeder, de ooi. Je ziet ze in de wei huppelen.
10
Alles op zijn tijd Vroeg in de morgen en laat in de middag graast het schaap in de wei. De tijd ertussen rust het. Het kauwt dan nog een keer het gras dat het heeft gegeten. Het herkauwt, net als de koe. Schapen geven wol Een schaap wordt gehouden om zijn lekkere melk, zijn vlees, maar ook om zijn mooie vacht. In de zomer scheert de boer de wol eraf. Het is dan veelte warm voor het schaap. Van die wol maakt men lange draden. Draden om kleren, zoals een trui, van te breien.
11
5.Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6.Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : grazen 7.Men kweekt schapen voor : hun lekkere melk hun vlees hun mooie vacht
12
Het schaap en zijn producten De wol Op het einde van de lente wordt het schaap geschoren. De wol wordt eerst gewassen. Daarna kan men er draden van spinnen. De draden worden geverfd. Met die draden kun je weven of breien. Een trui bijvoorbeeld. Of warme sokken.
13
De melk Alleen moeders met kleintjes geven melk. Van die melk wordt vooral kaas gemaakt. Het vlees Schapen hebben lekker vlees : lamsbouten, koteletten… Het is ook gezond vlees !
14
Producten van het schaap : wol melk vlees kaas
15
1.Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2.Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3.De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = lam 4.De lammeren worden in het voorjaar geboren = van januari tot april van mei tot augustus van september tot december
16
5.Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6.Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : grazen 7.Men kweekt schapen voor : hun lekkere melk hun vlees hun mooie vacht
17
Producten van het schaap : wol melk vlees kaas
18
Het schaap
19
Een schaap staat liever in een wei dan in een stal. Het is een weidedier. Het wordt al lang door mensen gehouden. In een kudde Het schaap leeft in een kudde. Het mannetje is hier de baas. Een jong schaapje noem je een lam. Het zuigt melk bij de moeder.
20
Toch anders Er leven nog altijd schapen in het wild. Een van die wilde schapen is de moeflon. Het mannetje draagt zware hoorns die naar achteren zijn gebogen. Moeflons zijn sneller dan de schapen die je op de boerderij ziet.
21
Klik, op de volgende dia’s, telkens op het juiste antwoord.
22
1.Wat is een weidedier ? _____________________________________________________ Een dier dat graag buiten loopt. Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. Een dier dat liever in de stal staat dan in de wei.
23
1.Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2.Het schaap leeft in een kudde = leeft _______________________ alleenmet andere dierenin groep
24
1.Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2.Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3.De schapen : vader = ________ ooiramlam
25
1.Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2.Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3.De schapen : vader = ram moeder = ___________ ooiramlam
26
1.Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2.Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3.De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = _______________ ooiramlam
27
1.Wat is een weidedier ? Een dier dat liever in de wei staat dan in de stal. 2.Het schaap leeft in een kudde = leeft in groep 3.De schapen : vader = ram moeder = ooi kind = lam 4.De lammeren worden in het voorjaar geboren = ______________________________________________ van mei tot augustusvan januari tot april van september tot december
28
Allerlei vormen We kennen veel verschillende soorten schapen. Ze zien er steeds weer anders uit. Huppelen in de wei Het mannetje, de ram, moet wel eens vechten om een wijfje te krijgen. De lammeren worden vaak in het voorjaar geboren. Ze drinken melk bij de moeder, de ooi. Je ziet ze in de wei huppelen.
29
Alles op zijn tijd Vroeg in de morgen en laat in de middag graast het schaap in de wei. De tijd ertussen rust het. Het kauwt dan nog een keer het gras dat het heeft gegeten. Het herkauwt, net als de koe. Schapen geven wol Een schaap wordt gehouden om zijn lekkere melk, zijn vlees, maar ook om zijn mooie vacht. In de zomer scheert de boer de wol eraf. Het is dan veelte warm voor het schaap. Van die wol maakt men lange draden. Draden om kleren, zoals een trui, van te breien.
30
Klik, op de volgende dia’s, telkens op het juiste antwoord.
31
5.Leg uit : herkauwen = _________________________________________________________ Blijven kauwen tot alles op is. Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen.
32
5.Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6.Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : ________________ grazen en herkauwengrazenrusten en herkauwen
33
5.Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6.Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags _______________________ grazen en herkauwengrazenrusten en herkauwen
34
5.Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6.Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : __________ grazen en herkauwengrazenrusten en herkauwen
35
5.Leg uit : herkauwen = Het gras dat het al gegeten heeft nog eens kauwen. 6.Vul in met grazen – rusten en herkauwen ‘s morgens : grazen ‘s middags : rusten en herkauwen namiddag en avond : grazen 7.Men kweekt schapen voor : ___________________________ hun lederhun vleeshun poten hun lekkere melkhun mooie vacht
36
Het schaap en zijn producten De wol Op het einde van de lente wordt het schaap geschoren. De wol wordt eerst gewassen. Daarna kan men er draden van spinnen. De draden worden geverfd. Met die draden kun je weven of breien. Een trui bijvoorbeeld. Of warme sokken.
37
De melk Alleen moeders met kleintjes geven melk. Van die melk wordt vooral kaas gemaakt. Het vlees Schapen hebben lekker vlees : lamsbouten, koteletten… Het is ook gezond vlees !
38
Producten van het schaap : ______ Klik op het juiste antwoord potenwolstaart melkvleesogenkaas
39
Bravo !
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.