De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,

Verwante presentaties


Presentatie over: "De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,"— Transcript van de presentatie:

1

2 De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra, M van Middelkoop

3 Patellofemorale pijn (PFP)  Pijn op, achter, rond de patella zonder aanwijzingen voor andere aandoening  Klinische diagnose  10-12 nieuwe patiënten per jaar in HA praktijk  Jonge, actieve populatie NHG-Standaard: beleid en prognose  Overweeg oefentherapie  Klachten kunnen lang duren, maar gaan vanzelf over  4 op 10 heeft na 6 jaar nog klachten

4 Oorzaak pijn PFP  Contact stress PF gewricht door belasting  Afwijkingen zenuwstelsel chronische pijn  Sensitisatie perifere of centrale zenuwstelsel hyperalgesie = verhoogde pijngevoeldigheid op een normaal gesproken pijnlijke prikkel

5 Vraagstellingen Is er een verschil in pijngevoeligheidsdrempel tussen PFP patiënten en gezonde controle personen?  Leeftijd  Geslacht Welke patiëntkarakteristieken zijn geassocieerd met een verhoogde pijngevoeligheidsdrempel?

6 Studie design PFP patiënten (n=64) Gezonde controles (n=70) Metingen: - Vragenlijsten - Lichamelijk onderzoek - MRI Metingen: - Vragenlijsten - Lichamelijk onderzoek - MRI adolescenten (n=20)

7 Studie populatie Patiënten  Leeftijd 14 – 40 jaar  Klachtenduur 2 mnd – 2 jaar  Huisarts, sportarts, fysiotherapeut Controle groep  match leeftijd, geslacht, BMI, sportactiviteit

8 Metingen Vragenlijst  Demografie  Pijn (NRS/10),  Functie (AKPS/100) Lichamelijk onderzoek  Gegeneraliseerde pijn: tenderpoints  Neuropathische pijn (DN4)  Pijngevoeligheidsdrempel dynamometer

9 Pijngevoeligheidsdrempel Algometrie tip 1 cm 2  Meest pijnlijke locatie aangedane knie  Contralaterale knie  Contralaterale onderarm Controle personen  Mediale facet patella (beide knieën)  Maximaal 70 N/cm 2  Ernst van de pijn (0-10 NRS)

10 Analyse Lineaire regressie (adjustering leeftijd, geslacht, BMI en sportparticipatie)  PFP versus controle Subgroup analyse in o Adolescenten vs volwassenen o Vrouwen vs mannen  Voorspellers in patiënten populatie: Leeftijd, geslacht, BMI, duur klachten, bi-laterale klachten, sportparticipatie, pijn (rust en activiteit), APKS, meer pijn in koude omgeving

11 Karakteristieken Patiënten (n=64) Controle groep (n=70) P-waarde Geslacht (vrouw)54.7%58.6%0.65 Leeftijd23.4 (7.0)23.1 (5.9)0.88 18 jaar of ouder68.8%71.1% BMI23.6 (3.8)22.3 (3.0)0.04 Sportparticipatie59.1%78.6%0.02 Functie (AKPS/100) 66.3 (11.6)99.5 (1.7)<0.001

12 Pijngevoeligheidsdrempel Patiënten (n=64) Controle groep (n=70) B (95%CI) Aangedane knie (N/cm 2 ) 38.5 (15.3) 50.7 (14.6) -13.98 (-18.62;-9.33) Contra-laterale knie (N/cm 2 ) 44.9 (16.2) 49.6 (14.7) -6.91 (-11.84;-1.97) Contra-laterale arm (N/cm 2 ) 49.6 (13.9) 55.2 (14.6) -7.57 (-12.07;-3.07) Pijn intensiteit significant hoger voor patiënten op alle locaties

13 Subgroep analyses Leeftijd  Volwassenen (n=94): identieke verschillen  Adolescenten (n=40): geen verschil contralaterale knie én arm Geslacht  Vrouwen (n=76): identieke verschillen  Mannen (n=58): geen verschil contralaterale knie én arm Secundaire uitkomstmaten  Neuropatische pijn (DN4)12.5% (n=8)  Gegeneraliseerde pijn0% (n=0) S secundaire uitkomstmaten

14 Voorspellers in PFP populatie Aangedane knie Contralaterale knie Contralaterale arm Leeftijd (jaren)0.34 (-0.32;1.00) 0.12 (-0.64;0.87) -0.02 (-0.57;0.54) Geslacht (vrouw)-8.20 (-16.36;-0.04) -11.10 (-20.40;-1.79) -18.94 (-25.85;-12.02) Bilaterale klachten 0.27 (-7.54;8.08) -1.04 (-9.94;7.87) 2.06 (-4.57;8.68) Sportparticipatie-2.42 (-9.66;4.81) -6.55 (-14.80;1.70) -7.62 (-13.75;-1.48)

15 Voorspellers in PFP populatie Aangedane knie Contralaterale knie Contralaterale arm Leeftijd (jaren)0.34 (-0.32;1.00) 0.12 (-0.64;0.87) -0.02 (-0.57;0.54) Geslacht (vrouw)-8.20 (-16.36;-0.04) -11.10 (-20.40;-1.79) -18.94 (-25.85;-12.02) Bilaterale klachten 0.27 (-7.54;8.08) -1.04 (-9.94;7.87) 2.06 (-4.57;8.68) Sportparticipatie-2.42 (-9.66;4.81) -6.55 (-14.80;1.70) -7.62 (-13.75;-1.48)

16 Discussie en conclusie Conclusie  Veranderde pijnmechanismen en hyperalgesie lijken een rol te spelen in de pathofysiologie van patellofemorale pijn  Met name probleem bij vrouwen  Kansen om behandeling PFP te optimaliseren Discussie  Geen verschil in adolescenten  Locatie pijnmeting op de knie  Metingen niet blind uitgevoerd

17 Dank aan Projectgroep R.A. van der Heijden M.M. Rijndertse S.M.A. Bierma-Zeinstra Deelnemers Contact: m.vanmiddelkoop@erasmusmc.nl


Download ppt "De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,"

Verwante presentaties


Ads door Google