STEMMINGSSTOORNISSEN

Presentatie over: "STEMMINGSSTOORNISSEN"— Transcript van de presentatie:

1 STEMMINGSSTOORNISSEN

2 Unipolaire stoornissen:
Depressie Manie Bipolaire stoornis: - Manisch depressieve stoornis

3 Depressie Met psychotische kenmerken:
wanen/hallucinaties met depressieve thema’s: falen, schuld, nihilistisch Met vitale kenmerken: Gebrek aan eetlust, slaapstoornissen, obstipatie Dagschommelingen Seizoenspatroon: - winter/herfst

4 Algemene omschrijving:
Sombere stemming met verminderde interesse Anders dan verdriet of somberheid Niet in staat tot genieten Lichamelijke klachten, angst, gejaagdheid, onrust Moeilijk te definiëren Emotioneel leeg

5 Lichamelijke symptomen:
Extreme moeheid, verminderde energie; kan tegen kleine activiteiten als een berg tegenop zien Expressieloos, emotieloos (maskergelaat) Verminderde eetlust, gewichtsverlies of juist vreetbuien en gewichtstoename.

6 Psychologische symptomen:
Zelfverwijt, schuldgevoel over relatief kleine foutjes → schuldwaan Concentratiestoornis, besluiteloosheid, passiviteit Vertraagd denken Risico van suicidaliteit

7 Andere indeling: Endogeen: zonder aanwijsbare oorzaak
Exogeen: bv. na groot verlies

8 Oorzaken: Vatbaarheid voor een deel erfelijk bepaald
Evenwicht in draagkracht en draaglast is verstoord

9 Behandeling: Medicatie: antidepressiva
klassiek: anafranil, tryptizol, tofranil Modern: fevarin, prozac, serotax gevaar: eerder verhoogde activiteit dan stemmingsverbetering → suïcide Psychotherapie: Cognitief: negatieve levenservaringen leiden tot negatieve denkpatronen Interpersoonlijk: verwerking van mogelijke oorzaken

10 Verpleegkundige: Basishouding: accepterend, geduld, begrip; empathie
Ondersteuning in zelfzorg Structurerend dagprogramma Contact (suicidaliteit) Bewakende taak bij suicidaliteit

11 manie Stoornis in: Stemming Zelfwaardering Activiteitenniveau
ontremming

12 Abnormale opgewektheid
Uitbundig Overgeinteresseerd Overenthousiast Ervaart dit zelf niet als afwijkend

13 oorzaken Bijna altijd erfelijke factoren doorslaggevend

14 behandeling Medicatie: - lithium, tegretol (stemmingsstabiliserend)
Slaapmedicatie om structuur vast te bewerkstelligen Eventueel antipsychotica psycho-educatie: - Motivatie voor het (blijven) gebruiken van medicatie stimuleren

15 verpleegkundige Grenzen stellen aan gedrag
Zorg dragen voor dag-nachtritme Duidelijk dagprogramma Consequent en duidelijk blijven

16