Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSilke Willems Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Franse Les J’ai perdu mon livre et vous? Les nombres Prononciation J’aime / Je n’aime pas Un jour normal Chanson – Destination ailleurs J’ai perdu mon livre et vous? Les nombres Prononciation J’aime / Je n’aime pas Un jour normal Chanson – Destination ailleurs Nous sommes mercredi le 11 mai 2016 Les 7
2
Français à la Carte p. 19, 25, 26 TPR Movietalk – vidéo – Alma: a disparu / a vu Je pourrais avoir un peu de... un ticket de métro s’il vous plaît Français à la Carte p. 19, 25, 26 TPR Movietalk – vidéo – Alma: a disparu / a vu Je pourrais avoir un peu de... un ticket de métro s’il vous plaît DEVOIRS Leren p. 35 – Quizlet + p. 39 Lezen p. 32/33/34 Luisteren – chanson DEVOIRS Leren p. 35 – Quizlet + p. 39 Lezen p. 32/33/34 Luisteren – chanson Quizlet
3
Verleden tijd – exercice Alma
5
LES NOMBRES 20 À 60
6
LA PRONONCIATION - EXERCICE
7
LA PRONONCIATION – JEU DOBBLE 1.Er zijn 50 symbolen in totaal. 2.Tussen de kaarten is er steeds maar 1 symbool hetzelfde 3.Elke speler krijgt 1 kaart die hij met het plaatje naar beneden voor zich neerlegt. 4.De rest gaat op een stapel met het plaatje naar boven. 5.Op het signaal draaien alle spelers hun kaart om. 6.Iedereen probeert het gemeenschappelijke symbool te vinden met degene die bovenop de stapel ligt. 7.Als iemand hem vind. Zegt hij STOP – en wijst op het symbool. 8.De docent schrijft het woord op het bord. Als de leerling het correct uitspreekt krijgt hij de kaart. 9.Degene met de meeste kaarten wint. 1.Er zijn 50 symbolen in totaal. 2.Tussen de kaarten is er steeds maar 1 symbool hetzelfde 3.Elke speler krijgt 1 kaart die hij met het plaatje naar beneden voor zich neerlegt. 4.De rest gaat op een stapel met het plaatje naar boven. 5.Op het signaal draaien alle spelers hun kaart om. 6.Iedereen probeert het gemeenschappelijke symbool te vinden met degene die bovenop de stapel ligt. 7.Als iemand hem vind. Zegt hij STOP – en wijst op het symbool. 8.De docent schrijft het woord op het bord. Als de leerling het correct uitspreekt krijgt hij de kaart. 9.Degene met de meeste kaarten wint.
8
1.Waar hou je van? 2.Kies waar je van houdt en waarom. 3.Vraag aan elkaar waar je van houdt en waar niet van. 4.Daarna raad je/jullie wat de anderen hebben gekozen. Bijvoorbeeld: Je pense que: René n’aime pas les clochards parce qu’ils sont sales Je pense que: Anne aime la police parce que c’est compliqué. 1.Waar hou je van? 2.Kies waar je van houdt en waarom. 3.Vraag aan elkaar waar je van houdt en waar niet van. 4.Daarna raad je/jullie wat de anderen hebben gekozen. Bijvoorbeeld: Je pense que: René n’aime pas les clochards parce qu’ils sont sales Je pense que: Anne aime la police parce que c’est compliqué.
9
j’aim e tu aim es il aim e elle aim e on aim e nous aim ons vous aim ez ils aim ent elles aim ent je n’aim e pas tu n’aim es pas il n’aim e pas ils n’aim ent pas elles n’aim ent pas
10
Leren Quizlet Oefenen met Duolingo Luisteren naar: “Les nombres” Cijfers oefenen Leren Quizlet Oefenen met Duolingo Luisteren naar: “Les nombres” Cijfers oefenen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.