Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen.

Presentatie over: "Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen."— Transcript van de presentatie:

1 Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen

2 Spoorboekje 1)Theorie samenstellingen 2)Zelfstandige oefening 3)Theorie samengestelde zin 4)Oefening Cambiumned Wat gaan we leren? - Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen. -Je kunt vertellen wat een samenstelling is. -Je kunt vertellen wat de basisregel is voor een tussen-s. -Je kunt vertellen wat de basisregel is voor een tussen (e)n.

3 Regels samenstellingen Basisregel: Plak de twee woorden aan elkaar. Stoelpoot, Tafelkleed MAAR: soms moet je tussen de twee delen een –s of –(e)n plaatsen

4 Regels tussen-s Basisregel voor de tussen-s: Gebruik altijd een tussen –s als je die hoort: Jongensboek, stationsrestauratie TIP: begint het tweede gedeelte met een –s (of s- klank)? Verander dat woord en luister dan of je een –s hoort: Stationsstraat, want bij stationsrestauratie krijgt station ook een tussen-s

5 Regels tussen-(e)n Basisregel: Als het eerste gedeelte alleen een meervoud heeft op (e)n, schrijf dan (e)n: Eik – Eikenboom Blinde – Blinden MAAR: Er zijn uitzonderingen

6 Uitzonderingen tussen-(e)n Uitzondering: je schrijft geen tussen (e)n als het eerste woord van een samenstelling… Voorbeelden Geen zelfstandig naamwoord ishogeschool, platteland, huilebalk Geen meervoud heefttarwebrood, benzinegeur Alleen een meervoud op –s heeftaspergesoep, douchekraan Een meervoud op –s en op (e)n heeftgroenteboer, geboortecijfer Aangeeft hoe groot, leuk, goed iets isreuzeleuk, apetrots, beregoed Uniek isKoninginnedag, maneschijn (als het een versteende samenstelling is)Bolleboos

7 Doe nu zelfstandig… 1)fiets + slot 2)groente + soep 3)pan + koek 4)seconde + wijzer 5)peer + sap 6)recht + zaak 7)een + man + zaak 8)rogge + brood 9)luis + baan 10)koningin + soep 11)koningin + dag

8 Antwoorden 1) fiets + slot = fietsslot 2) groente + soep = groentesoep 3) pan + koek = pannenkoek 4) seconde + wijzer = secondewijzer 5) peer + sap = perensap

9 6) recht + zaak = rechtszaak 7) een + man + zaak = eenmanszaak 8) rogge + brood = roggebrood 9) luis + baan = luizenbaan 10) koningin + soep = koninginnensoep 11) Koningin + dag = Koninginnedag

10 Samengestelde zin -Wat is een samengestelde zin en hoe herken je een samengestelde zin? Verschillende zinnen die met elkaar verbonden zijn. Ze hebben meer dan één persoonsvorm.

11 Samengestelde zin Hoe vind je de persoonsvorm? Het beste is om de tijdproef te gebruiken. Zo kun je de persoonsvorm in samengestelde zinnen het beste vinden.

12 Samengestelde zin Samengestelde zinnen kunnen bestaan uit: -Hoofdzinnen -Hoofdzin en bijzin Hoe herken je een hoofdzin en hoe herken je een bijzin? Hoofdzin: Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar en kunnen ook niet los van elkaar. Bijzin: Persoonsvorm en onderwerp staan niet altijd naast elkaar.

13 Spellen van de persoonsvorm, het voltooid deelwoord en het bijvoeglijk naamwoord Ga naar: http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening- persoonsvormen-in-de-tegenwoordige-en-verleden- tijd-en-voltooide-deelwoorden-2/ Klaar? Ga naar: http://www.cambiumned.nl/oefeningen/bijvoeglijk e-naamwoorden/ Klaar? Ga verder met je huiswerk

14 Huiswerk Je mag verder werken aan je huiswerk Klaar? Dan mag je verder met het huiswerk voor een ander vak.

15 Afsluiting - Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen. -Je kunt vertellen wat een samenstelling is. -Je kunt vertellen wat de basisregel is voor een tussen-s. -Je kunt vertellen wat de basisregel is voor een tussen (e)n.