Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdOscar van der Woude Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Constipatie: méér dan harde stoelgang....
Dr E Janssens Symposium 20 jaar kindergastroenterologie, 17/9/11
2
enkele cijfers chronische constipatie
15% (4-28%) bij volwassenen (vr>m) 9% (0,7-29,6%) bij kinderen (vr=m) 26-74% kinderen met CP of autisme ± 32% extreme dysmaturen <750g 3-5 % van consultatie algemene pediater 25% van pediatrische GE consultatie 1/3 kinderen met chron. constipatie: blijvende problemen als volw. Am J Gastroenterol 2006
3
quality of life (QOL) “ ‘t is maar constipatie”
zelden associatie met levensbedreigende complicaties verminderde QOL emotioneel welbevinden fysisch welbevinden
4
quality of life (QOL) review literatuur bij kinderen (2011):
* slechte HRQOL: meer gebruik van gezondheidszorg * QOL instrumenten, testing in landen * kwalificatie op 4 domeinen constipatie gerelateerd (fysisch) emotioneel functioneren sociaal functioneren behandeling/interventie
5
quality of life (QOL) * ouders scoren slechter dan kinderen zelf
* QOL score op fysisch en psychologisch vlak * ouders scoren slechter dan kinderen zelf * indien soiling: QOL, vnl emotioneel en sociaal functioneren * 2 studies: QOL bij constipatie < QOL IBD, GORD = cardiale en reumatische aand. * geen studies over QOL na behandeling
6
Wat is normaal...? neonaat: 90% meconium < 24u
zuigeling 0-3 mnd: * BV: gemiddeld 3x/d * FV: gemiddeld 2x/d afh. van samenstelling KV 6-12 mnd: 1.8 x/d 1-3 jr: 1.4 x/d > 3 jr: 1.0 x/d
7
enkele definities Het kind heeft obstipatie wanneer het voldoet aan 2 of meer van de volgende criteria (Rome III-criteria): Leeftijd 0-4 jaar: ≥ 2 criteria, minstens 1 maand 1. defecatiefrequentie ≤ 2 per week 2. fecale incontinentie ≥ 1 episode per week indien zindelijk 3. ophouden van ontlasting 4. pijnlijke of harde, keutelige defecatie 5. grote hoeveelheid ontlasting in luier/ toilet 6. grote fecale massa in abdomen of rectum B. Ontwikkelingsleeftijd vanaf 4 jaar*: ≥ 2 criteria, minstens 2 maanden 2. fecale incontinentie ≥ 1 episode per week 5. grote hoeveelheid ontlasting die het toilet verstopt 6. grote fecale massa palpabel in abdomen of rectum Mogen niet voldoen aan IBS (Irritable Bowel Syndrome)-criteria
8
enkele definities
9
enkele definities dyschezie:
minstens 10 minuten huilen en duwen vooraleer succesvolle passage van zachte stoelgang bij gezond kind jonger dan 6 maanden faecale incontinentie (encopresis, soiling): * ikv functionele constipatie: 80% * zonder constipatie = niet retentieve incontinentie: 20%
10
etiologie <5%: organische oorzaak >90%: functioneel
11
organische oorzaken anatomische afwijkingen: anale stenose, anus imperforatus, anterieure plaatsing, sacraal teratoma
12
organische oorzaken abnormale abdominale musculatuur: prune belly syndroom, gastroschizis
13
organische oorzaken metabole en GI oorzaken: hypothyroidie, hypercalcemie, hypokalemie, diabetes mellitus, mucoviscidose, coeliakie, MEN type 2B
14
organische oorzaken GI bezenuwings- en spieraand.: Hirschsprung, intenstinale neuronale dysplasie, viscerale myopathie en neuropathie
15
organische oorzaken neuropathische afw. : spinal cord afwijkingen of trauma, neurofibromatosis, encefalopathie, tethered cord medicamenteus: antacida, opiaten, phenobarbital, sucralfaat, anticholinergica, antidepressiva, antihypertensiva, sympathomimetica bindweefselaand.: sclerodermie, systemische lupus, ehlers-danlos andere: KME allergie, loodintoxicatie, vitamine D intoxicatie, botulisme
16
niet-organische oorzaken
Situatiegebonden: * geforceerde/te vroege toilettraining * vermijden toiletten op school * fysisch trauma, o.a. sexueel misbruik * psychologische problemen, o.a. pestgedrag, scheiding * pijnlijke defaecatieophoudgedragmegarectum Bij pijnlijke defaecatie evt nog iets over hoe lang voordien: studies 14+/- 9 maanden, als R/ vroeg genoeg gestart : risico op chroniciteit kleiner
17
niet-organische oorzaken
ontwikkelingsgerelateerd: cognitieve handicap, ADHD, ASS depressie verminderd SG volume, droge SG: lage intake vezels, onvoldoende vochtinname, sedentaire levensstijl, ondervoeding en malnutritie
18
niet-organische oorzaken
constitutioneel: * genetische predispositie: fam. aggregatiestudies: functionele GI aand.: sterke genetische achtergrond genmutaties betrokken bij normale defaecatie: verder OZ * inertie colon: slow transit constipatie aantal antegrade drukgolven in colon: sterk verminderd colonbiopten: deficientie neurotransmitters, o.a. substance P
19
hoe begin ik eraan?
20
anamnese Alarmsymptomen: meconiumpassage >48uur
onset vanaf geboorte of bij jonge zuigeling FTT koorts, (gal)braken bloederige diarrhee eczema urinaire incontinentie en blaasafwijkingen extra-intestinale sympt., bvb vermoeidheid
21
klinisch onderzoek Aandachtspunten: FTT koorts abdominale distentie
peri-anale fistel abnormale anus, vb anterieure plaatsing afwezige anale reflex kracht/tonus/reflexen OL afwezige cremasterreflex pluk haar wervelkolom sacrale dimple spina (evt scheve bilnaad) afwijkende PPA
22
aanvullende diagnostiek
bloedname: *bij vermoeden organische oorzaak of falen R/ *ionogram met Ca2+ SK functie tot IgA, ttGt IgA en gliadine Ig4 IgE en rast koemelkeiwitten RX abdomen:*geen additieve waarde * hoge inter- en intra-observer variabiliteit * slechte correlatie tussen kliniek-radiologie * uitz. wanneer PPA onmogelijk echo abdomen: geen waarde Bij RX abdomen vermelden: bij volw wel bestaande criteria om megarectum te definieren (6,5 cm breedte pelvic brim)
23
aanvullende diagnostiek
anorectale manometrie: meting van o.a. RAIR, rectale sensatie en compliantie, druk bij knijpen en defaecatie dynamiek uitsluiten ziekte van Hirschsprung bij aanslepende problematiek: o.a. diagnose megarectum lagere basale druk interne anale sfincter hogere waarden voor sensatie drempel en maximaal tolereerbaar volume abnormale bekkenbodemfunctie Men plaatst catheter met druk-transducing sensors in het rectum en meet neuromusculaire functie van het anorectum
24
anorectale manometrie
25
aanvullende diagnostiek
colon transit studies: radio-opake pellets bij chronische, R/ resistente constipatie uitsluiten slow transit constipatie colon manometrie: diagnose colon neuropathie functionele obstipatie: hoge amplitude contracties, vooruitschrijdend en normaal gastro-colische reflex na maaltijd neuropathie: zwakke tot afwezige contracties Bij slow transit: die kinderen ook lagere defaecatie frequenrie en hogere prevalentie van dag- en nachtsoiling Bij OZ: urine dikwijls wel znvol want dikwijls geassocieerde UWI en enuresisproblematiek die secundair is.
26
aanvullende diagnostiek
biopten: bij vermoeden ziekte van Hirschsprung RX colon inloop: aantonen transitiezone of anatom. afwijkingen NMR lumbosacrale wervelzuil: bij vermoeden intraspinale probl. Bij slow transit: die kinderen ook lagere defaecatie frequenrie en hogere prevalentie van dag- en nachtsoiling Bij OZ: urine dikwijls wel znvol want dikwijls geassocieerde UWI en enuresisproblematiek die secundair is.
27
behandeling 1. educatie en demystificatie 2. desimpactie
3. onderhoudsbehandeling 4. nauwgezette follow-up
28
behandeling educatie en demystificatie
* pathofys., uitlokkende factoren * herval, duur R/, ‘onschuld’ medicatie * juiste toilethouding * toilettraining * motivatie en beloningssysteem, kalender Ook vermelden: duurt lang vooraleer rectale spieren terug normale proportie aannemen en rectale perceptie terug hersteld is. Potjestraining uitstellen. Bij beloning: reeds bvb op toilet zitten belonen
29
behandeling educatie en demystificatie
* aandacht voor voldoende vocht (onderhoudsbehoeften) * aandacht voor voldoende vezels: (lft in jaren) + 5 gram * pre-/probiotica: geen wet. evidentie * normale lichaamsbeweging: 1 uur/d, matig intensief Ook vermelden: duurt lang vooraleer rectale spieren terug normale proportie aannemen en rectale perceptie terug hersteld is. Potjestraining uitstellen. Bij beloning: reeds bvb op toilet zitte belonen
30
behandeling
31
behandeling 2. desimpactie
oraal/nasogastrisch/rectaal of combinatie ongecontroleerde trials: beiden effectief geen gerandomiseerde studies om effectiviteit te vglk
32
behandeling 2. desimpactie (oraal)
* polyethyleenglycol zonder electrolyten (PEG 4000): 1-1,5g/kg/d; forlax junior® * polyethyleenglycol met electrolyten (PEG 3350): movicol junior®, kleanprep®, colopeg®, moviprep®, transipeg® 1-1,5 g/kg/d <12jr: movicol jr®: zakjes; >12jr: volw vorm * minerale olie: paraffine olie: 15-30ml per jaar (lft), max 240 ml/d niet <1jr en bij neurologische problemen of GOR
33
behandeling 2. desimpactie (rectaal)
* glycerine suppo (glycerol) * microlax (natriumlaurylsulfoacetaat, natriumcitraat en sorbitol) <1jr: 2.5 ml; >1jr: 5 ml * fosfaatlavement: fleet®, colexclysma® >1jr: 2.5 ml/kg/keer, max 133 ml nooit bij verdenking Hirschsprung * norgalax (docusinezuur) 1-6jr: 30 mg; 6-12jr: 50 mg; >12jr: 120 mg Fleet volw =133ml en norgalax: 1 volledige =120mg
34
behandeling 3. onderhoudsbehandeling
doel: ≥ 3 zachte ontlastingen/week osmotische laxativa: * lactulose (duphalac®): 1-3 ml/kg, 1-2x daags * lactitol (importal®): g/kg/d in 2-3x * PEG zonder electrolyten (forlax®): 0,3-0,8g/kg/d * PEG met electrolyten (movicol®): 0,3-0,8g/kg/d gerandomiseerde studies: PEG > lactulose Forlax junior registratie vanaf 6 maanden Movicol junior registratie vanaf 2 jaar
35
behandeling 3. onderhoudsbehandeling stimulerende laxativa:
* bisacodyl, senna, picozwavelzuur * geen gerandomiseerde trialsgeen evidence based richtlijnen * cave fysische tolerantie * evt voor korte periodes, als ‘rescue’ minerale olie: paraffine olie: * 1-2 ml/kg/d * ouders verwittigen over mogelijke lekkage * theoretisch: interferentie absorptie vetopl. vit.
36
behandeling 3. onderhoudsbehandeling: nieuwe therapeutische opties
tegaserod en prucalopride: serotonine receptor agonist lubiprostone: bicyclisch vrij vetzuur metaboliet biofeedback uitzonderlijk: chirurgie * sigmoidresectie bij uitgesproken dilatatie * antegrade colon lavementen via appendicostomie Tegaserod: stimuleert peristaltiek en versterkt intestinale secreties. Nog niet bij kids(slechts 1 abstract bij kinderen) Lubiprostone: activeert type 2 chloride kanaal en verhoogt zo intestinaal vocht, Ok bij volw. Geen data bij kids
37
behandeling 4. follow-up: bij desimpactie! nadien initieel maandelijks
cave slechte therapietrouw langzame afbouw medicatie ‘rescue plan’ bezorgen in geval SG>3 dagen uitblijft ‘herstel’: 30-50% na 1 jr, 48-75% na 5 jr Bij verwijzen: wel evt eerst BN zelf Om evt verdere diagnostiek te doen, dosis medicatie aan te passen of evalueren of er juiste perstechniek is
38
behandeling Wanneer verwijzen? * bij red flags
* ineffectieve desimpactie met orale/rectale medicatie * therapieresistente constipatie verdere diagnostiek medicatie aanpassing juiste perstechniek? evt psycho-therapie Bij verwijzen: wel evt eerst BN zelf Om evt verdere diagnostiek te doen, dosis medicatie aan te passen of evalueren of er juiste perstechniek is
39
klinisch pad
40
besluit constipatie: niet altijd even banaal
interpretatie SG frekwentie volgens leeftijd diagnostische ROME III criteria <5% organische oorzaak alarmtekens bij anamnese en klinisch onderzoek behandeling: * educatie en demystificatie * desimpactie * onderhoudsbehandeling * nauwgezette follow-up vaak langdurige problematiek
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.