De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?

Verwante presentaties


Presentatie over: " Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?"— Transcript van de presentatie:

1

2  Bepaald?

3  Bepaald:De het

4  Bepaald: de het  Onbepaald?

5  Bepaald: de het  Onbepaald: een

6

7  Kun je..,…,…voorzetten

8  de het en een voor zetten  Je kunt het……,….,…….,……,……

9  de het en een voor zetten  Je kunt het ruiken zien horen voelen of proeven

10  Zegt altijd iets over?

11  Zegt altijd iets over het zelfstandige naamwoord  Is een?

12  Zegt altijd iets over het zelfstandignaam woord  Het is een eigenschap

13  Zelfstandig werkwoord zww  Kan dit alleen in de zin staan

14  Ja dat kan

15  Als er meerdere werkwoorden in de zin staan waar staat het zelfstandig werkwoord dan?

16  achterin

17  Is dit het belangrijkste werkwoord?

18  Ja het is het belangrijkste werkwoord

19  Zelfstandig werkwoord  Heeft een eigen betekenis en kan alleen in de zin staan. Als er meerdere werkwoorden in de zin staan. Dan is het zww het belangrijkste werkwoord of het voltooid deel woord. Zww staat meestal achter in

20  Wat doet een koppel werkwoord?

21  Een koppel werkwoord koppelt een eigenschap aan een mens dier of ding

22  Wat zijn de negen werkwoorden die als ze echt koppelen koppel werkwoorden zijn?

23 Zijn blijken dunken Worden lijken heten Blijven schijnen voorkomen

24  Koppel werkwoord kww  En kww koppelt een eigenschap aan een mens/dier/ding. Er zijn 9 kww’s die alleen kww zijn als het ook echt koppelt Zijn blijken dunken Worden lijken heten Blijven schijnen voorkomen

25

26  Wat doet een hulpwerkwoord?

27  Helpt het zww om in de zin te kunnen staan

28  Waar kan een hulpwerkwoord ook bij staan?

29  Bij een koppelwerkwoord

30  Hulpwerkwoord hww  Helpt het zww om in de zin te kunnen staan ook kan het bij een kww in de zin staan

31  Koppel werkwoord kww  En kww koppelt een eigenschap aan een mens/dier/ding. Er zijn 9 kww’s die alleen kww zijn als het ook echt koppelt Zijn blijken dunken Worden lijken heten Blijven schijnen voorkomen  Zelfstandig werkwoord  Heeft een eigen betekenis en kan alleen in de zin staan. Als er meerdere werkwoorden in de zin staan. Dan is het zww het belangrijkste werkwoord of het voltooid deel woord. Zww staat meestal achter in  Hulpwerkwoord hww  Helpt het zww om in de zin te kunnen staan ook kan het bij een kww in de zin staan

32  Noem 7 voorbeelden

33  Dat die dit deze zulke zo’n dergelijke

34  Wat geeft het aan?

35  Een persoon/ groep/personen

36  Geef 7 voorbeelden

37  Ik jij wij me mij jullie zij

38  Wat geeft dit aan?

39  Een bezit

40  Geef 4 voorbeelden

41  Haar zijn mijn onze

42  Waar wijst het naar terug

43  Wijst terug naar een eerder genoemd woord of een gedeelte van een zin

44  Geef 6 voorbeelden

45  Die,wie, wat,welke,hetgeen,dat

46  Geef 7 voorbeelden

47  Wie wat welk wat voor een wiens/wier

48 ♪ Aanwijzend voornaam woord avnw  Dat die dit deze zulke zo’n dergelijke ♪ Persoonlijk voornaamwoord psvnw  Geeft een persoon/personen/groep aan  Ik jij wij me mij jullie zij ♪ Bezittelijk voornaamwoord  Geeft bezit aan  Haar zijn mijn onze ♪ Betrekkelijk voornaamwoord betr vnw  Alle mensen die daar staan  Wijst terug naar een eerder genoemd woord of een gedeelte van een zin  Die,wie, wat,welke,hetgeen,dat ♪ Vragend voornaam woord vr vnw  Wie wat welk wat voor een wiens/wier

49  uit wat voor vormen bestaat het wederkerig?  Tip denk aan elkarig

50  elkaar

51  Verwijzen naar 1 persoon of meerdere

52  meerdere

53  Hoe komt het wederkerend voornaamwoord alleen voor?

54  Alleen in combinatie met het wederkerend werkwoord

55  Verwijzen naar personen die …….. zijn

56  onderwerp

57  Vage of duidelijke woordje?

58  vage

59  Zoals?(vier woorden)

60  alles datgene iets niets

61 ♪ Het wederkerig voornaam woord  bestaat uit elkaar en vormen van elkaar  Wederkerige vnw verwijzen naar meer personen  Tip als je bang bent dat je de namen wederkerend en wederkerig door elkaar haalt onthoud dan het verzonnen woord elkarig want elkaar is altijd wederkerig ♪ Wederkerend voornaamwoord  Het wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met wederkerend werkwoord  Zich schamen zich ergeren  het wederkerend verwijst naar de persoon die het onderwerp is ♪ Onbepaald voor naamwoord onbep vnw  Vage woordjes zoals alles datgene iets niets  Verwijzen naar iets vaags personen dingen dieren

62  Zegt iets over?

63 bijvoegelijk naamwoord een ander bij woord een werkwoord

64  Kunnen deze woorden anders worden benoemd?

65  nope

66  Zijn ze ook plaatsen?

67  Hmmmm  Ja

68  En tijd dan?

69  Uuh ja duuhhh

70  Dan zijn ze vast niet vragend of wel??

71  Ze zijn ook weleens vragend

72 ♪ Zegt iets over het bijvoegelijk naamwoord een ander bij woord een werkwoord ♪ Woordjes die anders niet te benoemen zijn ♪ Bijwoorden zijn ook plaats: hier daar rechts ergens nergens ♪ Tijdsbepaling: nu soms plotseling gauw ♪ Sommige woorden zijn vragend Waar wanneer waarom waardoor waarmee hoe

73  Waaraan kan je denken?

74  Kast woordjes  In de kast  Op de kast  Naast de kast  Oorlog  Tijdens de oorlog  Na de oorlog  Voor de oorlog  …..De mededeling

75  Kast woordjes, … de oorlog, ….de mededeling

76  Weet je bij onbepaald precies hoeveel?

77  Nee anders had er wel bepaald gestaan  hahahahaha

78  Rangtelwoord waar staat dat voor

79  Nou dat zal ik eens haarfijn uitleggen

80  Een plaats in een rij ;)  Bijvoorbeeld: achtste negenste laatste

81  En een onbepaald rangtelwoord dan

82  Nou bijvoorbeeld zoveelste hoeveelste middelste

83  Onbepaald hoofdtel woord

84  Bijvoorbeeld  Alle elke enige veel

85  Bepaald hoofdtelwoord voorbeelden graag WANTED VOORBEELDEN

86  Vijf twee nul drie

87  Onbepaald je weet niet precies hoeveel  Bepaald je weet precies hoeveel  Rangtelwoord R= plaats in rij  Onbepaald R middelste zoveelste hoeveelste  Bepaald R eerste tweede vierde vijfde  Onbepaald H alle elke veel enige  Bepaald H vijf twee honderd nul

88  Wat verbinden ze?

89  Woorden woordgroepen met elkaar

90  Bijvoorbeeld?

91  En maar want of

92  Voorbeelden graag

93  Omdat daarom toen of hoewel opdat

94  Verbinden zinnetjes /woorden/woordgroepen met elkaar  Neven(naast)schikkend voegwoord  En,maar, want, of  Onderschikkend voegwoord  Omdat,daarom,toch of hoewel, opdat,mits, indien,voordat, nadat  Verbindt gelijkwoord delen aan elkaar hoofdzin+hoofdzin

95  Worden ze gebruikt om aandacht te trekken of om een uitroeping uit te drukken?

96  jap

97  Woorden die gebruikt worden om de aandacht te trekken of uitroepen van  Vreugde pijn ergernis

98  Slaat dit terug op het onderwerp

99  Jaaaaaa

100  Me je zich enz slaat terug op het onderwerp

101  Dit was de diapresentatie over grammatica alstublieft een hoog cijfer en laat ook een bericht achter


Download ppt " Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?"

Verwante presentaties


Ads door Google