Workshop ‘academisch schrijven’ Jordi Heeren Instituut voor Levende Talen 2013-2014

Presentatie over: "Workshop ‘academisch schrijven’ Jordi Heeren Instituut voor Levende Talen 2013-2014"— Transcript van de presentatie:

1 Workshop ‘academisch schrijven’ Jordi Heeren Instituut voor Levende Talen 2013-2014 jordi.heeren@ilt.kuleuven.be

2 Slagen aan de universiteit doorzettings -vermogen Goed studeren Timemanagement intelligentie strategie

3 Slagen aan de universiteit StrategieEfficiëntRendement

4

5

6

7 FASE 2 - uitschrijven STAP 1: schema van kernzinnen Puzzelen  argumentatie opbouwen  kernzinnen in schema = denken op papier! Kernzinnen  alinea’s

8 FASE 2 – uitschrijven: De alinea STAP 2: het uitschrijven van de kernzinnen in alinea’s Blokje tekst = 1 gedachte Ervaren schrijvers schrijven per alinea, niet per zin ± even lang Kernzin + uitwerking

9 Paragraaf Alinea Kernzin +uitwerking Kernzin +uitwerking Kernzin +uitwerking Kernzin +uitwerking Kernzin +uitwerking Kernzin +uitwerking Hoofdstuk

10 FASE 2 – uitschrijven: De alinea Dit is een retrospectieve bibliografie. Omdat deze de Verenigde Staten van Amerika bespreekt gaat het hier om een nationale bibliografie. In de tijd is hij afgebakend van het ontstaan tot zijn uitgave. Hierdoor is het een erg gespecialiseerde bibliografie. De werken variëren zeer goed van de burgeroorlog tot de politiek, en het gewone leven van Abraham Lincoln. En geeft hierbij nog een korte inleiding waarover het zal gaan.

11 FASE 2 – uitschrijven: De alinea Dit is een retrospectieve bibliografie. Omdat deze de Verenigde Staten van Amerika bespreekt gaat het hier om een nationale bibliografie. In de tijd is hij afgebakend van het ontstaan tot zijn uitgave. Hierdoor is het een erg gespecialiseerde bibliografie. De werken variëren zeer goed van de burgeroorlog tot de politiek, en het gewone leven van Abraham Lincoln. En geeft hierbij nog een korte inleiding waarover het zal gaan.

12 FASE 2 – uitschrijven: De alinea De in deze tekst besproken bibliografie heeft kenmerken van verschillende types van bibliografieën. Ten eerste is dit een retrospectieve bibliografie, aangezien hij het verleden behandelt. Ten tweede kan deze bibliografie als nationaal worden bestempeld, omdat het onderwerp beperkt is tot de Verenigde staten van Amerika. Ten derde kan dit ook beschouwd worden als een gespecialiseerde bibliografie, die een duidelijk afgebakend onderwerp in detail bespreekt. De onderwerpen van de artikels zijn erg gevarieerd. Zo zal onder andere…

13 FASE 2 – uitschrijven: De alinea - patronen Zinnen = ook ordeningspatronen o Zin = bekende/algemene + nieuwe info o Kettingpatroon: o Stapelpatroon:

14 FASE 2 – uitschrijven: De alinea - patronen Zinnen = ook ordeningspatronen o Zin = bekende/algemene + nieuwe info o Kettingpatroon: o Stapelpatroon:

15 FASE 2 – uitschrijven: De alinea Aaneenschakelen van zinnen: Patronen = logica Verbindingswoorden = expliciete betekenisverbanden Lijst verbindingswoorden op TaalVaST-leeromgeving TaalVaST > schrijven > opbouw van een tekst > micro

16 Alinea’s = tekststructuren // Grotere tekststructuren o Opsomming o Tegenstelling o Chronologie o Probleemstelling – oplossing o Oorzaak- gevolg o Proces

17 Enkele tips voor het uitschrijven Als het schema af is  writer’s block negeren en eerste zin op papier zetten Niet noodzakelijk beginnen bij het begin Hardop verwoorden/vertellen van moeilijke passages

18

19 FASE 3 – afwerken: wetenschappelijke stijl Wat zijn de kenmerken van wetenschappelijke stijl? o Onpersoonlijk (  persoonlijk/auteur = zichtbaar) o Neutraal (  gekleurd) o Objectief (  subjectief/journalistiek) o To-the-point (  omslachtig) o Precies (  vaag) te subjectief/journalistiek te archaïsch

20 Over de structuur van de bron zelf valt niet veel te zeggen. De structuur van de kroniek is beschrijvend. Een beschrijvende structuur is een structuur waarin veel dingen worden beschreven.

21 = redundantie (onnodige herhaling)

22 Enkele voorbeelden van stijlfouten Rudin geeft hier wel niet de literatuurlijst weer die hij heeft gebruikt, wat een minpunt is. De gebruikte literatuurlijst is wel bijna een hele pagina vol. Dezelfde conclusie kwam naar voren uit tekstonderzoek van enkele boeken. Het is wel mogelijk om te volgen als je de volledige tekst leest, maar dat is het ook. Dit vind ik samen met de stamboom van de overlevering van de manuscripten en de beknopte biografie een enorm pluspunt aan deze editie. Bevestiging + negatie = spreektaal Vaag taalgebruik + spreektaal Vaag taalgebruik Cirkelredenering Persoonlijk taalgebruik

23 FASE 3 – Wetenschappelijke stijl: tips Vermijd de eerste persoon Vermijd het aanspreken van de lezer/ 2 e persoon Gebruik best de derde persoon of passief (niet te veel) Vermijd ‘men’ en vage woorden zoals ‘enkele’ Probeer de stijl van de cursussen in je op te nemen

24 FASE 3 – redigeren: tips Laat je tekst nalezen voorlopige versie(s) zeker inleveren Durf je tekst omgooien Gebruik de spelcheck, maar wees voorzichtig Corrigeer niet vanaf het beeldscherm neem afstand

25 Ode aan de WORD spellingcontrole Ik heb een spelling jekker In die p c fan mei Die vraag ik steeds te kei ken Offer ook vouw ten sein Ik tip een toets en mak en word En wacht op wad ie zeg Of ik nauw goed zit offer keert Hei ken in taal sein weg Naar: De Bolle, L. (2010). Academische taalvaardigheden 2. Lezen, schrijven, spreken. VUBPress, Brussel.