Nederlands Woensdag 6 januari 2va.

Presentatie over: "Nederlands Woensdag 6 januari 2va."— Transcript van de presentatie:

1 Nederlands Woensdag 6 januari 2va

2 Programma 15 minuten lezen uit het leesboek
Herhaling en uitleg grammatica zinsdelen Oefenen (plickers.com) Laatste 15 minuten: nakijken van het huiswerk

3 Grammatica zinsdelen Persoonsvorm Onderwerp Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Voorzetsel voorwerp Bijwoordelijke bepaling Bijvoeglijke bepaling Bijstelling

4 PV: Maak de zin vragend Verander de zin van tijd Zet de zin in het enkelvoud of meervoud OW: - Wie/wat + pv? WG: Kijk naar alle werkwoorden in de zin (+ te, aan het..) Ook wel: DOEN NG: Alle werkwoorden + koppelwerkwoord (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen) + naamwoordelijk deel, dat een eigenschap van het onderwerp noemt. Papa is ziek -> ng: is ziek (ziek zegt iets over papa) Ook wel: ZIJN

5 LV: Wat (soms: wie) + ww. gez. + ow. Komt niet voor bij een NG
LV: Wat (soms: wie) + ww.gez. + ow? Komt niet voor bij een NG! VV: Komt voor bij werkwoorden die een vast voorzetsel bij zich hebben: twijfelen aan, hopen op, etc.

6 Waar? Wanneer? Hoe? Waarom? Waardoor? Waarheen? Waar…?
BWB: Waar? Wanneer? Hoe? Waarom? Waardoor? Waarheen? Waar…? Woorden als niet, wel, zeker, absoluut, allicht, natuurlijk, misschien, waarschijnlijk zijn ook bijw. bep. Bijv. bep Een bijvoeglijke bepaling geeft meer informatie over het zelfstandig naamwoord/voornaamwoord waar het bij hoort. De kern is het zelfstandig naamwoord, de bijvoeglijke bepaling staat voor of achter de kern. De oudste zoon van de president heeft tot mijn grote verbazing twee honden. Wie van jullie wil haar even deze ontzettend lekkere broodjes brengen?

7 Ontleed quiz plickers.com
Iedereen krijgt een blaadje uitgedeeld, die is gekoppeld aan jouw naam. Op het scherm verschijnen vragen, blaadje draaien naar goede antwoord. Scores komen op het bord.

8 PW Hoofdstuk 3/vrijdag 8 januari
Leren: Woordenschat (blz. 104 t/m 107) Grammatica zinsdelen (alles wat je tot nu toe hebt geleerd + bijvoeglijke bepaling en bijstelling blz. 110 t/m 112) Grammatica woordsoorten (blz. 113 t/m 115) + alles wat je tot nu toe hebt gehad Spelling (blz. 116 t/m 119)

9 Extra oefenen