Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Is dat echt ? Taalbeschouwing
2
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia
Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
3
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de informatie doornemen ?
Klik op onderstaande knop Maak je graag onmiddellijk de oefeningen ? Klik op onderstaande knop
4
Gebruik de woorden uit ‘Ivan en het paardje’. Maak zinnen
!!!! Deze oefening maak je best met je juf, mama of papa !!!! werkten groeide liep de zon waakte schrok scheen het veulen de tarwe het dier de zonen de zoon Bv : De zon scheen op de tarwe. De zonen werkten hard op het veld.
5
Zeg het anders Een klein veld is een veldje.
Een kleine boef is een boefje. Een klein huis is een huisje. Een kleine roos is een roosje. Een kleine broer is een broertje. Een klein veulen is een veulentje. Een klein touw is een touwtje. Een klein dier is een diertje.
6
Maak zinnen op de oven Ivan lag Vertelzin : Ivan lag op de oven.
Vraagzin : Lag Ivan op de oven ? liep op de tarwe het veulen Vertelzin : Het veulen liep op de tarwe. Vraagzin : Liep het veulen op de tarwe ? op het veld hard de zonen werkten Vertelzin : De zonen werkten hard op het veld. Vraagzin : Werkten de zonen hard op het veld ?
7
Zeg het anders Een klein veld is een veldje.
Een kleine boef is een boefje. Een klein huis is een huisje. Een kleine roos is een roosje. Een kleine broer is een broertje. Een klein veulen is een veulentje. Een klein touw is een touwtje. Een klein dier is een diertje.
8
Maak zinnen op de oven Ivan lag Vertelzin : Ivan lag op de oven.
Vraagzin : Lag Ivan op de oven ? liep op de tarwe het veulen Vertelzin : Het veulen liep op de tarwe. Vraagzin : Liep het veulen op de tarwe ? op het veld hard de zonen werkten Vertelzin : De zonen werkten hard op het veld. Vraagzin : Werkten de zonen hard op het veld ?
9
Gebruik de woorden uit ‘Ivan en het paardje’. Maak zinnen
!!!! Deze oefening maak je best met je juf, mama of papa !!!! werkten groeide liep de zon waakte schrok scheen het veulen de tarwe het dier de zonen de zoon Bv : De zon scheen op de tarwe. De zonen werkten hard op het veld.
10
Zeg het anders Een klein veld is een ________. veldeke veldje veldetje
11
Zeg het anders Een kleine boef is een _________. boefje boefke
boefetje
12
Zeg het anders Een klein huis is een __________. huiseke huisje
huistje
13
Zeg het anders Een kleine roos is een _________. rooseke roosetje
roosje
14
Zeg het anders Een kleine broer is een _____________. broertje broerke
broeretje
15
Zeg het anders Een klein veulen is een _____________. veuleke
veulentje veultje
16
Zeg het anders Een klein touw is een __________. touwetje touwke
touwtje
17
Zeg het anders Een klein dier is een ____________. dierke dieretje
diertje
18
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : _______________________________ . op de oven Ivan lag
19
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : _______________________________ Ivan . op de oven Ivan lag
20
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : _______________________________ Ivan lag op de oven . op de oven Ivan lag
21
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : _____________________________ ? op de oven Ivan lag
22
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : _____________________________ Lag ? op de oven Ivan lag
23
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : _____________________________ Lag Ivan op de oven ? op de oven Ivan lag
24
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : __________________________________ . liep op de tarwe het veulen
25
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : ___________________________________ . Het veulen liep op de tarwe het veulen
26
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : ______________________________________ . Het veulen liep op de tarwe liep op de tarwe het veulen
27
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : _______________________________? liep op de tarwe het veulen
28
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : _______________________________? Liep liep op de tarwe het veulen
29
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : ___________________________________? Liep het veulen op de tarwe liep op de tarwe het veulen
30
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : ________________________________________ . op het veld hard de zonen werkten
31
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : ________________________________________ . De zonen op het veld hard de zonen werkten
32
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : ________________________________________ . De zonen werkten op het veld hard de zonen werkten
33
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vertelzin : ________________________________________ De zonen werkten hard op het veld . op het veld hard de zonen werkten
34
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : ______________________________________? op het veld hard de zonen werkten
35
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : ______________________________________? Werkten op het veld hard de zonen werkten
36
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : ______________________________________? Werkten de zonen op het veld hard de zonen werkten
37
Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes.
Maak zinnen Klik, in de juist volgorde, op de juiste deeltjes. Vraagzin : ________________________________________________? Werkten de zonen hard op het veld op het veld hard de zonen werkten
38
Proficiat !
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.