Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Spaans week 9 les 1 3HD
2
Programa 20 minuten leestoets afronden (22 min. extra tijd)
Herhaling grammatica Unidad 3 en 4 Proeftoets Unidad 3 en 4 maken en nakijken
3
Leerstof Unidad 3 Bron D (bijvoeglijk naamwoord)
Bron G (klinkerwisseling o/u ue) Bron J (gebiedende wijs) Unidad 4 Bron D (ser y estar) Bron G (klinkerwisseling e i) Bron I (estar + gerundio)
4
Unidad 3 Bron D Bijvoeglijk naamwoord (el adjetivo)
Zegt iets over mensen of dingen (zelfst. nw) Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord er juist voor. Pedro lleva una camisa azul. Pedro draagt een blauwe trui.
5
Soms staat het bijv. nw in het Spaans voor het zelfstandig naamwoord
Soms staat het bijv. nw in het Spaans voor het zelfstandig naamwoord. Dit is het geval bij woorden die een hoeveelheid aangeven, zoals: poco/poca, medio/media, otro/otra, mucho/mucha, demasiado/demasiada Pedro tiene poco dinero. Pedro heeft weinig geld.
6
In klas 2 heb je al geleerd:
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op –o (bonito) Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een andere letter dan een –o, bijvoorbeeld op een –e (elegante) of op een medeklinker (azul): mannelijk vrouwelijk enkelvoud bonito bonita meervoud bonitos bonitas mannelijk vrouwelijk enkelvoud elegante azul meervoud elegantes azules
7
Ook heb je geleerd dat: Rosa, Naranja, lila (kleuren die eindigen op –a) nooit veranderen. Llevo una falda rosa. Llevo un vestido rosa. Mi hermana ha comprado dos vestidos rosa.
8
Unidad 3 Bron G Werkwoorden met een o of een u in de stam (-ar, -er, -ir) krijgen in plaats van de o of u in de vervoeging een ue. JUGAR (spelen) stam = JUG de U wordt een UE in de vervoeging van YO, TÚ, ÉL, ELLA, USTED en ELLOS, ELLAS, USTEDES. De U verandert niet bij NOSOTROS en VOSOTROS JUGAR YO JUEGO TÚ JUEGAS EL, ELLA, USTED JUEGA NOSOTROS JUGAMOS VOSOTROS JUGÁIS ELLOS, ELLAS, USTEDES JUEGAN
9
Om klinkerwisseling goed te kunnen toepassen, moet je daarnaast ook goed de uitgangen weten (wat er achter de stam komt) blz. 84 WW op -AR WW op -ER WW op -IR O AS ES A E AMOS EMOS IMOS ÁIS ÉIS ÍS AN EN
10
UNIDAD 3 Bron J De gebiedende wijs geeft een opdracht/aanwijzing of bevel aan. Eet gezond! ¡Come sano! De gebiedende wijs maak je in het Spaans als volgt: Ga eerst op zoek naar de stam van het werkwoord. Daarna kun je de volgende ‘letters’ achter de stam plakken. Koop (jij) een cadeau voor oma! Comprar ¡Compra un regalo para abuelita! VORM -AR -ER -IR Tú (jij) A E Usted (u)
11
Unidad 4 Bron D ESTAR Tijdelijk/kan veranderen
Geeft antwoord op de vragen: ¿Dónde? -> waar? -> Plaats ¿Cómo? -> Hoe? -> resultaat van iets (bv. ziek zijn = tijdelijk ) ESTAR= ZIJN Yo estoy Tú estás Él, ella, usted está Nosotros estamos Vosotros estáis Ellos, ellas, ustedes están
12
Niet tijdelijk/verandert niet Geeft antwoord op:
SER Niet tijdelijk/verandert niet Geeft antwoord op: ¿Quién? Of ¿Qué? ¿Cuándo? ¿Cómo? geeft dan een onveranderlijke eigenschap (bv. Mis ojos son verdes) SER = ZIJN Yo soy Tú eres Él, ella, usted es Nosotros somos Vosotros sois Ellos, ellas, ustedes son
13
Unidad 4 Bron G Werkwoorden met een e in de stam (-ar, -er, -ir) krijgen in plaats van de e in de vervoeging een i. REPETIR (herhalen) stam = REPET de 2e E wordt een I in de vervoeging van YO, TÚ, ÉL, ELLA, USTED en ELLOS, ELLAS, USTEDES. De E verandert niet bij NOSOTROS en VOSOTROS REPETIR YO REPITO TÚ REPITES ÉL, ELLA, USTED REPITE NOSOTROS REPETIMOS VOSOTROS REPETíS ELLOS, ELLAS, USTEDES REPITEN
14
In het proefwerk staan opdrachten met klinkerwisseling door elkaar
In het proefwerk staan opdrachten met klinkerwisseling door elkaar. Dit betekent dat je moet kunnen herkennen aan het HELE WW of je te maken hebt met een O/U in de stam (en dan dus UE moet toepassen) of met een E in de stam (en dan I moet toepassen).
15
UNIDAD 4 BRON I Iets is aan de gang/ iets is bezig present continuous (ENGELS) I am reading a book/ I am dancing etc. TO BE + WW –ing In het Spaans heb je 2 dingen nodig om deze tijd uit te drukken: Een vorm van het werkwoord ESTAR Je kunt aan de zin zien welke vorm je moet gebruiken (persoon) GERUNDIO (stam + ando/iendo) -AR -ER -iR TRABAJAR TRABAJANDO COMER COMIENDO VIVIR VIVIENDO
16
Ejemplos: Ik ben aan het koken. Estoy cocinando (cocinar) Wij zijn door Peru aan het reizen. Estamos viajando (viajar) por Perú. Jij bent je huiswerk aan het maken. Tú estás haciendo (hacer) tus deberes.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.