Blok 1A Quiz week 1 (T) Leerdoelen vr. 1 en 2: Cijferend optellen en aftrekken tot 10 000 met 2 of 3 getallen; Leerdoelen vr. 3 en 4: Breuken: een deel van het geheel nemen Leerdoelen vr. 5 en 6: Relatie tussen de verschillende lengtematen, introductie van de decameter (dam) Leerdoelen vr. 7 en 8: Optellen, aftrekken en aanvullen tot 100 000
Kijk naar het HTE-schema! 1 Reken uit. 7240 8240 8250 8351 D H T E 4 5 2 6 6 + 4 = 3 7 2 4 + ? Ga zelf verder! Kijk naar het HTE-schema!
Kijk naar het HTE-schema! 2 Reken uit. 3415 3315 2385 3395 D H T E 6 5 8 7 7 − 2 = 3 1 9 2 − ? Ga zelf verder! Kijk naar het HTE-schema!
3 Hoeveel boeken in de doos? 21 7 24 12 In een volle doos passen 28 boeken. De doos is voor deel vol. Hoeveel boeken zitten er in de doos? 3 4 1 = .. boeken 4 28
4 Hoeveel dozen in de verhuiswagen? 12 24 22 16 In een volle verhuiswagen passen 72 dozen. De verhuiswagen is voor deel geladen. Hoeveel dozen zitten er in de wagen? 2 6 1 = .. dozen 6 72
5 Hoe hoog is de koffiemok? 8 meter 8 decameter 8 centimeter 8 millimeter 8 .. x 10 dam m dm cm mm : 10
6 Hoe kun je 11 meter anders opschrijven? 1 dam en 1 m 1 km en 1 m 110 cm 110 dam 11 meter = ……. x 10 dam m dm cm mm : 10
7 Reken uit. 42 600 32 600 46 600 44 600 14 300 + 28 300 = 10 000 + 20 000 = … 4 000 + 8 000 = … 300 + 300 = … Kijk naar de som!
8 Reken uit. 44 000 36 500 46 000 36 000 65 500 – 29 500 = 29 500 + = 30 000 30 000 + = 65 000 65 000 + = 65 500 Kijk naar de som!
Kijk naar het HTE-schema! Kijk naar het HTE-schema! 1 Reken uit. D H T E 1 1 4 5 2 6 3 7 2 4 + 8 2 5 Kijk naar het HTE-schema! Kijk naar het HTE-schema!
Kijk naar het HTE-schema! 2 Reken uit. D H T E 4 6 5 1 8 7 3 1 9 2 − 3 3 9 5 Kijk naar het HTE-schema!
3 Hoeveel boeken in de doos? In een volle doos passen 28 boeken. De doos is voor deel vol. Hoeveel boeken zitten er in de doos? 3 4 1 2 3 = 7 boeken = 14 boeken = 21 boeken 4 4 4 28
4 Hoeveel dozen in de verhuiswagen? In een volle verhuiswagen passen 72 dozen. De verhuiswagen is voor deel geladen. Hoeveel dozen zitten er in de wagen? 2 6 1 2 = 12 dozen = 24 dozen 6 6 72
5 Hoe hoog is de koffiemok? 8 cm 8 .. x 10 dam m dm cm mm : 10
6 Hoe kun je 11 meter anders opschrijven? 1 dam en 1 m 1 km en 1 m 110 cm 110 dam 11 meter = 1 dam en 1m x 10 dam m dm cm mm : 10
7 Reken uit. 14 300 + 28 300 = 42 600 10 000 + 20 000 = 30 000 4 000 + 8 000 = 12 000 300 + 300 = 600 Kijk naar de som!
8 Reken uit. 65 500 – 29 500 = 36 000 29 500 + = 30 000 500 30 000 + = 65 000 35 000 65 000 + = 65 500 500 Kijk naar de som!