Uit reader microbiologie blz 21 tm 23

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
8. Virussen.
Advertisements

DNA Korte herhaling.
Hoofdstuk 3: DNA Eiwitten zijn belangrijk als bouwstof en het regelen van processen. In DNA zit de informatie voor het maken van eiwitten. DNA kan gebruikt.
Darmkanker en Erfelijkheid
Communicatie tussen cellen
Eiwitsynthese Klik hierop Klik hierop 1 uur 2 uur Jaak Smeets.
1 van genotype tot fenotype
DNA bouw en replicatie.
DNA en chromosomen (4.6).
EIWITSYNTHESE.
Thema 4 DNA.
Genetisch materiaal onder de loep
Transcriptie DNA overschrijven.
1 van genotype tot fenotype
Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit
Genetisch materiaal onder de loep
EIWITSYNTHESE.
EIWITSYNTHESE.
Nucleïnezuren en DNA-replicatie
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
DNA Replicatie 1. Origineel DNA molecuul: dubbele streng
Transcriptie en translatie van het DNA
Computer – DNA Een vergelijking. Computer DNA Hardware: elektronische verbindingen in chips Code binair(2-tallig): 0 en 1 Hardware: rug van suiker en.
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
DNA en DNA mutaties: celkern met DNA chromosoom
DNA.
DNA Erfelijke materiaal. Twee nucleotiden ketens
Keuze-opdracht 3-1.
Industrie op miniformaat Video: The inner life of a cell
DNA en eiwitten.
Paragraaf 3.3 DNA vertaald.
HIV replicatie.
DNA 5 havo 2014.
Thema 7 Genexpressie DEEL 3 Gentisch materiaal en celdelingen.
In deze presentatie ga je wederom kijken hoe het DNA wordt
Hoofdstuk 14 Chemie van het leven.
Par Planten Planten zijn: AUTOTROFE EUKARYOTEN
Vandaag Goedemorgen allemaal. Ik heb niet echt een stem vandaag, vandaar deze powerpoint. Ik kan wel individueel uitleg geven. Ps. Wil zeker niet zeggen.
B. Stof 2 Zelf cellen bekijken B
BIO 42 Het centrale dogma.
DNA Thema 4 Watson en Crick.
Periode 2.1 Biomoculen en enzymen..
9. DNA & CHROMOSOMEN Structuur en replicatie. Inleiding Chromosomen (fig A): Chromosomen (fig A): in de kern van elke lichaamscel (bij de mens 23 paar)
From Gene to Protein (CHMBCM21) College 2, CHMBCM21
DNA, RNA en Eiwitsynthese
The Molecular Basis of Inheritance (CHMBCM21) College 1, CHMBCM21 Eddy van der Linden.
Thema 4 Watson en Crick. Hoe ziet DNA eruit? Dubbele helix Wat doet DNA? Coderen voor eigenschappen Eiwitten Waar zit DNA? Nucleus Wat doet een eiwit?
Genexpressie B6.
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3). Hoe haal je de INFO van het DNA? Volgorde van de ‘letters’ A-T-G-C = info. Één gen bevat de info voor één.
B4 TRANSCRIPTIE. DEZE LES Uitleg B4 Transcriptie Nakijken opdrachten B3 Opdrachten maken B4.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
2 DNA ©JasperOut.nl.
Welke eiwitten maakt HIV?
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3).
Van RNA naar DNA HOE DAN?!?! Damla Baspinar, Jonelle Marasigan, Lotti Denslagen, Grisha Prevoo.
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Virussen NW 2015 Hygiene en Gezondheid.
6A1 Stofwisseling B5 Regulatie van de genexpressie. B6 Mutaties.
Genetisch materiaal onder de loep
Verschil tussen RNA en DNA
Eiwit synthese.
Thema 1 Cellen en Organen
Celkern Kernplasma. Kernmembraan met kernporiën.
DNA, RNA en Eiwitsynthese
DNA.
Ordening Hoofdstuk 4.
Transcript van de presentatie:

Uit reader microbiologie blz 21 tm 23 Het virus verhaal Uit reader microbiologie blz 21 tm 23

Van chromosoom naar DNA Alle levende wezens gebruiken hetzelfde bouwplan; van prion tm mensaap. Vanaf de bacterien bevindt het DNA zich in chromosomen.

DNA wat is het eigenlijk? Deoxyribo Nucleine Zuur (Acid) Met baseparen, die steeds twee tegenover elkaar liggende nucleotiden verbinden. DNA bevat vier verschillende nucleotiden met de nucleobasen adenine, thymine, guanine en cytosine, De afkorting DNA is afkomstig van het Engelse deoxyribonucleic acid. Dit wordt in het Nederlands vertaald met 'desoxyribonucleïnezuur' of 'deoxyribonucleïnezuur'. DNA is, zoals de naam al zegt, een nucleïnezuur. Nucleïnezuren zijn ketens van nucleotiden, elk bestaande uit een fosfaatgroep, een ribosegroep en een pyrimidine- of purine-base. Hoewel iedere nucleotide een basische groep bevat, is de bijdrage van de zure fosfaatgroepen groter, zodat DNA toch een zuur genoemd kan worden. Het voorvoegsel 'desoxy-' vertelt dat, in vergelijking met RNA, de ribosegroepen van DNA een zuurstofatoom missen (om precies te zijn, op de zogenaamde 2'-positie van de ribosegroep). http://nl.wikipedia.org/wiki/Desoxyribonucle%C3%AFnezuur#mediaviewer/File:DNA_orbit_animated.gif

DNA RNA Eiwitsynthese DNA bevat het bouwplan RNA brengt de boodschap over (messenger) Eiwitten worden gevormd aan de ribosomen Eiwitten zijn vaak enzymen Eiwitten als receptor aan de celwand Andere soort bouwstenen; reparatie celwand

Virus

Virus aanhechting en vermeerdering In figuur 1-7 wordt weergegeven hoe een virus zich vasthecht aan een cel van de gastheer (1). Het kernzuur dringt de cel binnen en gaat naar de kern van de cel (2). In de kern aangekomen, hecht het kernzuur van het virus zich aan het kernzuur van de gastheercel. Het kernzuur van het virus kan nu, net als het DNA van de gastheercel, bevelen geven aan die cel. Het beveelt de organellen van de gastheercel om nieuw viruskernzuur (3) en virussenvelopeiwit te maken. Viruskernzuur en viruseiwit smelten samen tot nieuwe virussen (4). De cel blijft gehoorzaam net zolang nieuwe virussen maken tot hij helemaal gevuld is met virus. Dan barst hij open en sterft (5). De nieuwe virussen komen vrij en kunnen nieuwe cellen besmetten (6).

Indeling van virussen DNA-virussen Men onderscheidt de volgende DNA-virussen. • parvovirussen • papovavirussen • adenovirussen • herpesvirussen • iridovirussen • pokkenvirussen RNA-virussen Men onderscheidt de volgende RNA-virussen. • picornavirussen en calicivirussen • reovirussen • togavirussen • orthomyxovirussen • paramyxovirussen • rhabdovirussen • coronavirussen • bunyavirussen • retrovirussen • arenavirussen

Opdracht het Virus Verhaal