Thema 2 DNA
Deze les Planning bespreken Start thema 2
DNA Waar denk je aan bij DNA?
Toepassingen DNA onderzoek Tweelingen; genetisch identiek, willen weten hoe omstandigheden effect hebben op het DNA Evolutie; welke sequentie is waar veranderd tijdens de evolutie. Forensisch onderzoek; misdrijf oplossen Virus onderzoek; om ze te kunnen bestrijden (hoe functioneren ze) (medisch; tumoren) Verwantschap; aap/mens
Verschillende cellen Wat bepaalt dat de linker een neuroncel wordt en de rechter een lymfocyt? Hetzelfde DNA, maar toch zien ze er anders uit. Hoe kan dat?
DNA DNA in de nucleus. Blijft altijd in de kern Mitochondriën en chloroplasten hebben eigen DNA. Prokaryoten hebben circulair DNA en sommigen hebben ook plasmiden (klein stukje circulair DNA) DNA
Bouw van DNA Desoxyribonucleinezuur Backbone Stikstofbasen (A-T, C-G) Fosfaatgroep Suikergroep (desoxyribose) Stikstofbasen (A-T, C-G)
Bouw van DNA DNA wordt altijd afgelezen in de richting van het 3’uiteinde naar het 5’uiteinde.
Bouw van DNA 2 waterstofbruggen tussen A en T 3 waterstofbruggen tussen G en C Complementair
Dubbele helix Histon Nucleosoom Chromosoom
Sequentie: volgorde van nucleotiden. 98,5% junk DNA = niet coderend; wel een regulatie functie
De volgende lessen: Replicatie, transcriptie, translatie en eiwitsynthese
Opdrachten maken