Het werkwoord ontleed(t)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

De samengestelde zin.
Herhaling van hoofdstuk
Werkwoordspelling – persoonsvorm, onderwerp, t. t
Zinsontleden Gemaakt door: B & G.
Uitleg meewerkend voorwerp (mv)
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Fouten met verwijswoorden
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Taalkunde Grammatica A
Het meewerkend voorwerp (lastige gevallen)
Taalkunde Grammatica A
Taalkunde Grammatica A
Stappenplan ontleden Enkelvoudige zinnen.
Het lijdend voorwerp!.
Gebiedende wijs 1.Cross Victoria Street. 2.Sit still, please. 3.Read the article on this page. 4.Watch out! Als je tegen iemand wilt zeggen dat hij/zij.
The Passive Voice de lijdende vorm.
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
Grammatica Nederlands
HERHALING ZINSLEER.
Lesson 8. Today’s lesson  Exam material  Check homework  Grammar: the passive voice.
Taaloefeningen.
Uitleg persoonsvorm (pv)
Nederlands Onderwerp.
Om soms eens dieper over na te denken
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Wat gaan we doen vandaag?
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Paragraaf twee: verkeerde verwijswoorden
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Woordsoorten benoemen
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
De Passive (Voice). De ‘Passive (Voice)’ is geen tijd. Maar hij komt wel in alle tijden voor. Je zult de ‘Passive (Voice)’ gemakkelijker begrijpen als.
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Lijdend Voorwerp Juni 2014.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
PERIODE 4: KAPITEL 4 + 5C + 6C Grammatik 4: C +I Grammatik 5: C Grammatik 6: C Redemittel D + J.
De zinsdelen De onderdelen van een zin. Zinsdelen  Het onderwerp  Het gezegde  Het lijdend voorwerp  Het meewerkend voorwerp  Het voorzetselvoorwerp.
persoonsvorm de De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen Meewerkend voorwerp.
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Grammatica voorzetselvoorwerp.
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Overzicht van de zinsdelen
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Lijdende en bedrijvende vorm
Naamvallen met het bepaald lidwoord
Word order.
Meewerkendvoorswerpzin
Verwijswoorden.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Naamvallen en het onbepaald lidwoord
Grammatica Hoofdstuk 2.
Het persoonlijk voornaamwoord
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
De apen aan de andere kant van het hek kregen vandaag heel wat grappige mensen te zien
Grammatica (redekundig)
Hoe ontleed je een zin in zeven stappen?
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
BINGO! Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling en voorzetselvoorwerp.
Werkwoorden Koppelwerkwoord Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord
Transcript van de presentatie:

Het werkwoord ontleed(t) Maak van de plaatjes zinnen zonder voorzetsel.

Wie doet hier iets? Het werkwoord ontleed

Wie doet hier iets? Het werkwoord ontleed

Wie doet hier iets? Het werkwoord ontleed

Wie doet hier iets? Het werkwoord ontleed

Wie doet hier iets? Het werkwoord ontleed

Wie doet hier iets? Het werkwoord ontleed

Wie doet hier iets? Een zin heeft een onderwerp nodig, iemand die wat doet: degene die handelt. (kan ook een voorwerp zijn) Het werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden die bij elkaar horen) beschrijft wat er gedaan wordt: de handeling Het werkwoord ontleed

Waarmee? Het werkwoord ontleed

Waarmee? Het werkwoord ontleed

Waarmee / Met wie? Het werkwoord ontleed

Waarmee / Met wie? Het werkwoord ontleed

Waarmee / Met wie? Het werkwoord ontleed

Waarmee / Met wie? Een lijdend voorwerp ondergaat de handeling van het onderwerp; het onderwerp doet iets met het lijdend voorwerp. ANDERS GEZEGD: Het lijdend voorwerp wordt gedingest door het onderwerp. (En dingesen is dan de handeling: het werkwoordelijk gezegde) Het werkwoord ontleed

En wie is de gelukkige? Het werkwoord ontleed

En wie is de gelukkige? Het werkwoord ontleed

En wie is de ‘gelukkige’? Het werkwoord ontleed

En wie is de gelukkige? Het werkwoord ontleed

En wie is de ‘gelukkige’? Gebruik: afpakken Het werkwoord ontleed

En wie is de ‘gelukkige’? In een zin met een meewerkend voorwerp gaat het lijdend voorwerp van de een naar de ander. Meestal is het meewerkend voorwerp de ontvanger. Maar als het werkwoordelijk gezegde het omgekeerde is van geven, dan gaat het lijdend voorwerp van meewerkend voorwerp naar het onderwerp. Onderwerp Meewerkend voorwerp ← Lijdend voorwerp → Het werkwoord ontleed

Het werkwoord bepaalt Een zin zonder voorzetsels wordt georganiseerd door het werkwoord. Het werkwoord / werkwoordelijk gezegde (de handeling) combineert betekenissen en deelt de functies uit: Onderwerp Handelt Lijdend voorwerp Ondergaat de handeling Meewerkend voorwerp Ontvangt (of verliest) het lijdend voorwerp Het werkwoord ontleed