Elektriciteit
Je weet wat een serie- en een parallelschakeling is. Onderdelen achter elkaar Stroomsterkte overal even groot 1 lampje uit -= alles uit Stroommeter moet altijd in serie
Onderdelen naast elkaar Stroomsterkte verdeeld 1 lampje uit= rest aan Spanningsmeter altijd parallel
Je kunt de stroomsterkte in een serie- en een parallelschakeling berekenen. Net na de batterij is de stroomsterkte 0,6 A. Hoe groot is I bij het 1e lampje? Ook 0,6 A Hoe groot is I na lampje 2?
Hoe groot is I bij het 1e lampje? Hoe groot is I bij lampje 3? En als de lampjes niet hetzelfde zijn?
Je kunt een tekenschema van een schakeling maken waarbij je de goede symbolen gebruikt.
Beveiliging elektrische huisinstallatie Zekering (smeltveiligheid) Aardlekschakelaar Randaarde Dubbele isolatie Overbelasting Kortsluiting Kleuren bedrading
Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen m.b.v. een formule. P = U x I U = spanning (V) I = stroomsterkte (A) P = vermogen (W of kW) 1 kW = 1000 W 1 A= 1000mA 500mA= 0,5A 2,5 kW = ………. W 2,5 x 1000 = 2500 W 350 W = ………. kW 350/1000 = 0,35 kW
Je kunt het energieverbruik en de kosten van apparaten berekenen. Formule energieverbruik: E = P x t (E in kWh) P = vermogen in kW t = tijd in uur (h) Formule energiekosten: kosten = E x prijs (van 1 kWh)
Hoeveel energie verbruikt een lamp van 100 W als hij 300 minuten aan staat? P=100 W = 0.1 kW t=300 minuten = 300/60 = 5 uur E = P x t E = 0,1 x 5 = 0,5 kWh
P = 60 W U = 230 V Bekende formule: P = U x I 60=230 x I I = 0,26 A