BIO 42 Het centrale dogma.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Waarom DNA alleen niet genoeg is…
Advertisements

“It is not enough to succeed.
Genregulatie en Epigenetica.
DNA Korte herhaling.
Hoofdstuk 3: DNA Eiwitten zijn belangrijk als bouwstof en het regelen van processen. In DNA zit de informatie voor het maken van eiwitten. DNA kan gebruikt.
Communicatie tussen cellen
1 van genotype tot fenotype
DNA bouw en replicatie.
Oefenvragen 4.1 en 4.2.
Genetisch materiaal onder de loep
1 van genotype tot fenotype
Oefenvragen 4.1 t/m 4.4.
Genetisch materiaal onder de loep
Nucleïnezuren en DNA-replicatie
Restrictie Enzymen Bacteriele verdediging tegen virale infecties door restrictie- (knip) enzymen.
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
DNA Replicatie 1. Origineel DNA molecuul: dubbele streng
De Cel, DNA.
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
DNA.
DNA Erfelijke materiaal. Twee nucleotiden ketens
Keuze-opdracht 3-1.
DNA en eiwitten.
DNA 5 havo 2014.
In deze presentatie ga je wederom kijken hoe het DNA wordt
Thema 8 Moleculaire genetica
Thema 8 Moleculaire genetica
Basisstof 6 & 7: Chromosomen en Celdeling
Structuur van chromatine en chromosomen
Thema 8 Moleculaire genetica
BIO 42 Transcriptie.
BIO 42 Replicatie “hoe het DNA in een cel wordt verdubbeld”
MBI12 Moleculaire Biologie 1.
Modificerende enzymen
RFLPs SNPs Micro-array
Hybridisatie Blotten Probes maken Sequencen
BIO 42 Replicatie en PCR “hoe het DNA in een cel wordt verdubbeld”
of de synthese van eiwitten
De PCR reactie.
DNA Thema 4 Watson en Crick.
9. DNA & CHROMOSOMEN Structuur en replicatie. Inleiding Chromosomen (fig A): Chromosomen (fig A): in de kern van elke lichaamscel (bij de mens 23 paar)
DNA, RNA en Eiwitsynthese
The Molecular Basis of Inheritance (CHMBCM21) College 1, CHMBCM21 Eddy van der Linden.
B. Stof 5 De celorganellen Plantencellen en hun organellen 1
Thema 4 Watson en Crick. Hoe ziet DNA eruit? Dubbele helix Wat doet DNA? Coderen voor eigenschappen Eiwitten Waar zit DNA? Nucleus Wat doet een eiwit?
Thema 2 DNA.
College 6: Regulatie van gen expressie
Hoofdstuk 2 De cel.
Celdeling, celgroei en ontwikkeling
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3). Hoe haal je de INFO van het DNA? Volgorde van de ‘letters’ A-T-G-C = info. Één gen bevat de info voor één.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Thema 3 Organen en cellen
Mitose Kerndeling.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
2 DNA ©JasperOut.nl.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3).
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
6A1 Stofwisseling B5 Regulatie van de genexpressie. B6 Mutaties.
Genetisch materiaal onder de loep
Verschil tussen RNA en DNA
DNA, RNA en Eiwitsynthese
DNA.
Thema 6 De cel Celdeling - Mitose.
Transcript van de presentatie:

BIO 42 Het centrale dogma

Opbouw module 3 studiepunten (3 EC) 7 weken (hoor/werk) college aan de hand van PPT en vragen en opdrachten. Tentamen met open (invul) vragen Hertentamen met open (invul) vragen Docente: mevr. Langereis De theorie wordt toegepast in het practicum BLV31 en het project PPU31

Inhoud module DNA; functie, opbouw, localisatie, vorm, hoeveelheid, synthese (= replicatie) RNA; opbouw, soorten, functie(s), synthese ( = transcriptie) Eiwit; synthese (= translatie). Centrale dogma Moleculaire detectiemethoden voor/ van DNA ................

DNA

Een aantal vragen Wat is DNA? Wat betekent de afkorting DNA Wat is het nut van DNA?

Een aantal vragen Waar zit DNA in de cel? In welke vorm komt DNA in onze cellen voor? Kan je DNA zien? Hoeveel DNA hebben we? Hoe is DNA opgebouwd?

Wat is DNA? DNA = Desoxyribo Nucleine “Acid” (zuur) Een zuur polymeer dat al in 1869 door dhr. Miescher is gevonden in de kern van pus-cellen

DNA is opgebouwd uit 2 poly-nucleïnezuur ketens, die om elkaar heen draaien. Deze structuur is bedacht door Watson en Crick in 1953 op basis van de gegevens van Rosalind Franklin. DNA is een α-helix Watson en Crick zijn voor het ontrafelen van de structuur beloond met de Nobelprijs. Mevr. Franklin was toen al dood.

De opbouw van DNA DNA bestaat uit 2 polynucleotide strengen (of poly-nucleine zuur ketens). Om elkaar heen gedraaid = α- helix. De strengen zijn opgebouwd uit een suiker-fosfaat ruggegraat met daaraan de stikstofbasen Waterstofbruggen 1 nucleotide

De opbouw van DNA Nogmaals de baseparing in detail: AT heeft 2 waterstofbruggen GC 3 De twee ketens lopen antiparallel

In DNA komen slechts 2 basepaar combinaties voor. Waterstofbruggen Andere combinaties van baseparende stikstofbasen zijn te breed of te smal voor de gevonden waarden van de DNA helix.

Een poly-nucleïnezuur keten in detail De koolstofatomen van de suiker geeft men aan als C1’ t/m C5’. De koolstofatomen van de stikstofbasen met C1 t/m C…. Aan het 5’C - atoom zit de fosfaatgroep, aan de 3’OH groep de OH-groep waar een nieuwe nucleotide aan kan binden

De volgorde van de (stikstof) basen lezen we van 5` naar 3`. Dit stukje DNA heeft de sequentie: 5’ pTCTC 3’OH AGAG p5’ Meestal wordt alleen de bovenste streng weergegeven

Korte stukjes DNA worden ook wel oligonucleotiden genoemd (< 50 nt), grotere DNAs worden polynucleotiden genoemd.

In welke vorm komt het DNA in eukaryotische cellen voor? Het DNA in de kern van een eukaryotische cel is verdeeld over een aantal chromosomen Ieder organisme heeft zijn specifieke aantal chromosomen Bij de mens gaat het om …… chromosomen

Het karyogram van een vrouwelijke menselijke cel ziet er als volgt uit: Het karyogram van een mannelijke menselijke cel ziet er als volgt uit:

Een chromosoom in detail Aan een chromosoom zijn verschillende onderdelen te onderscheiden; de chromatiden, het centromeer, de p-arm, de q-arm en de telomeren De telomeren zijn de uiteinden van de chromosoomarmen In de chromosomen heeft het DNA de vorm van een dubbelstrengs lineair dubbelstrengs molecuul.

Van chromosoom tot DNA (of andersom)! EM-opnames chromatine chromosoom

Waar zit DNA in onze cellen en in plantencellen? DNA in dierlijke cellen DNA in plantencellen Al het DNA van een organisme dat in 1 cel voorkomt wordt het genoom genoemd.

Waar zit het DNA in een prokaryoot?

Welke vorm heeft het DNA in een prokaryoot? Het DNA wordt ook wel het bacteriële chromosoom genoemd of het genoom. Het is een dubbelstrengs (ds) circulair molecuul Een EM-opname van het DNA van deze bacterie

Bacterien kunnen naast genomisch DNA ook nog plasmiden bevatten Plasmiden zijn circulair ds DNA. Ze zijn niet nodig voor een bacterie, maar vaak wel nuttig. Zo bevatten veel plasmiden een antibioticum resistentie gen of een transposon. De grootte varieert van 2 – 300 kb Plasmiden worden in het lab veel gebruikt voor kloneringen (recombinant DNA)

In eukaryoten komt ook extra DNA voor In eukaryoten komt ook extra DNA voor. Dit zit in de Mitochondrien en de chloroplasten. Mitochondriaal DNA en Chloroplast DNA zijn allebei ds circulair en veel kleiner dan de chromosomen!!!!!! Ze hebben dus dezelfde vorm als het DNA in prokaryoten.

Wat is het nut van DNA???? DNA is de drager van al onze erfelijke eigenschappen In andere woorden: In het DNA staat geschreven hoe we eruit zien en wat we kunnen, onze genetische eigenschappen.

genen Genetische eigenschappen zitten in het DNA verpakt in genen (gen) Een gen is een bepaald stukje DNA dat voor een eiwit kodeert (noem enkele functies van eiwitten). Bij de mens zijn ongeveer 30.000 genen in het DNA gevonden (1%) Genen kunnen tot expressie komen en volgen daarbij de route van het Centrale dogma.

Het centrale dogma De informatiestroom in een cel. In het DNA zijn onze erfelijke eigenschappen gekodeerd, maar eiwitten zijn de werkelijke werkers, de uitvoerders. Hoe wordt de informatie die in het DNA staat geschreven omgezet in eiwitten? Dat is te zien in de weergave van de verschillende processen die in het centrale dogma hiernaast worden weergegeven. eukaryoten prokaryoten