Eisen werkstuk: Kaft met titel Inhoudsopgave Inleiding Bronnenlijst Werk netjes Plaatjes en foto’s horende bij het onderwerp
Voorbeeld werkstuk
Cijfer werkstuk: Basisstof 6 punten Verzorging 2 punten Extra stof 2 punten Schriftelijke overhoring telt 1X Werkstuk telt 2X Proefwerk telt 4 X
Levend: Dood: Levenloos:
Levensverschijnselen: Ademhalen Voeden Uitscheiden (= afvalstoffen afvoeren) Bewegen Waarnemen (= horen, voelen, ruiken) Groeien Voortplanten
foto Natuurgetrouwe tekening Schematische tekening
Buitenaanzicht lengtedoorsnede
Geen pijltjes gebruiken Kroontje klokhuis Zaadje (pit) vruchtvlees steeltje Lengtedoorsnede van een appel 0,5 X
Tekenregels: Maak grote tekeningen Teken met potlood Kleuren met kleurpotloden (geen viltstiften) Teken wat je ziet niet wat het boek zegt Zet bij de tekening wat je tekent Onderwerp Lengte/dwarsdoorsnede vergroting * Zet de namen van de onderdelen erbij met horizontale streepjes
oculair tubus Revolver met 3 objectieven statief preperaatklemmen tafel Diafragma Grote schroef Kleine schroef lampje
Zaadhuid Navel Poortje
Groei = groter en zwaarder worden van een organisme Ontwikkeling = optreden van veranderingen in een organisme
Motorische ontwikkeling – het leren besturen van je spieren Grove motorische ontw. – bewegingen leren maken met je hele lichaam (lopen, staan) Fijne motorische ontw – hele preciese bewegingen leren maken (schrijven – blokjes opelkaar zetten)
Motorische ontwikkeling – besturen van je lichaam Geestelijke ontwikkeling – leren met je hersenen (rekenen, lezen, Engels) Sociale ontwikkeling – leren omgaan met andere mensen (ouders, vrienden, verliefd)
Groeispurt = tijd waarin je snel groeit Baby (0 -1 jaar) Puber (12 – 16 jaar) Hoofd groeit het langzaamst Benen groeien het snelst
Levensfasen – periode in je leven Baby ( 0 – 1 ½ ) Peuter (1 ½ - 4) Kleuter (4 - 6) Schoolkind (6 – 12) Puber (12 – 16) Adolescent (16 – 21) Volwassene (21 – 65) Bejaarde (65 +)
Metamorfose = gedaanteverwisseling Een jong dier heeft een heel andere bouw dan het volwassen dier Rups pop vlinder Ei kikkervisje kikker
Kikkervisje Kikker Leeft alleen in water Leeft op land en in water Ademt met kieuwen en huid Ademt met longen en huid Eet algen (wier) Eet insecten Zwemt met staart Springt met achterpoten