Je gaat de dialoog voorstellen oefenen. Per dia zie je steeds twee zinnen. De ene zin is voor Peter, de andere voor Heiner. Door op het luidsprekertje.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rot sind die Rosen.
Advertisements

Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
1) onregelmatige werkwoorden
Opdracht Hoe ga je tewerk?
Ken jij onze buren ? ? ? ? ? Ga met de pijltjestoets naar de volgende dia. Klik daarna telkens met de muis op het juiste antwoord. Wanneer je fout hebt.
I wanna be the very goed. No wang snee wang. I wanna be fucked in my but again, again, again. Pokesnol gonna fuck you alllllll. Every time and day. Pokesnol.
Werkwoorden Tegenwoordige tijd.
Kommunikative Grammatik
Sich vorstellen jezelf voorstellen.
5 Minuten lesen.
1 Nietzsche: wantrouwen en de Leer van de Übermensch. Machiel Keestra, IIS, 23 maart 2005.
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
Fehler und Heimtücken Kapitel 2 Aufgabe 44
In mit durch von zu zwischen aus bei an seit neben für unter.
Een rekenopdracht maken (een tallen)
Arkelstein, school voor Praktijkonderwijs Oefenen met de zoekmachine Google Deel 2: gericht zoeken.
Familie: cool! Montag 1. Dezember.
Familie: cool! 12. Februar 2014.
Infoavond EST-2015 Peine 2 juni 2015 café tante Dies Nieuw-Dijk
H. Lukens.  Les 2 van Projekt: ich bin…  Vragende voornaamwoorden (Interrogativpronomen)  “Spiel”  Üben.
Wat Pha Luang Ta Bua De tijgertempel In 1999 vonden de inwoners van een klein dorpje van de provincie Kanchanaburi in Thailand in het bos twee gewonde.
DUITSE TAALQUIZ Aangeboden door de Actiegroep Duits ter gelegenheid van de Europese Dag van de Talen 2015.
Persoonlijk voornaamwoord
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets 14 Dec H3c.
Vaste voorzetsels en keuzevoorzetsels
Voorzetsels, met altijd de 4e naamval 131TB
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
Stof voor Proefwerk Trabitour C – Kapitel 9 Je moet kennen en kunnen: Woordjes AB Zinnen TB Bezittelijke voornaamwoorden - TB 48 Werkwoorden.
Wat te leren voor de Grammatica toets Kap2 Duits:.
Duits Klassen 2 alle gramm info boek A. einundzwanzig hunderteins ! dreißig ! vierzig fünfzig sechzig ! siebzig ! achtzig neunzig hundert tausend 109.
Ein informeller Brief Gute Tipps. Formuleringen Hoe gaat het met je? = Wie geht es (geht’s) dir? Ik heb het druk = Ich habe viel zu tun. in de vakantie.
Hallo.
Meewerkend voorwerp 3VWO
Duits -1 Grammatica.
Seite 44/45 TB.  Je hebt al geleerd: 1. De werkwoorden haben, sein en werden in het Präsens en Präteritum (Periode 1) 2. De vervoegingen van normale.
Grammatik C + I Redemittel J + D
Grammatik C + I Redemittel D + J
BALLOONING-ADVENTURE.NL
PERIODE 3: KAPITEL 3 Grammatik C + J Redemittel D + J.
PERIODE 4: KAPITEL 4 + 5C + 6C Grammatik 4: C +I Grammatik 5: C Grammatik 6: C Redemittel D + J.
Starke Verben in der deutschen Sprache. Der Gegenwart von den Verben auf Deutsch Regelmäßige Verben (=regelmatige werkwoorden) (fe) ich + eich wohne e.
LIVEMOCHA PROGRAMMA OM BIJV. JE DUITS TE VERBETEREN.
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden derde Klas
Die deutsche Satzbau Welche Reihenfolge, in Beziehung auf die Verben, muss man beachten, wenn man einen deutschen Satz schreibt?
Idyllisches Haus mit Panoramablick
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets
Schulprüfung Schreibfertigkeit
Leer de notenamen ALLE NOTEN.
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets
Rot sind die Rosen.
Leer de notenamen G – positie laag.
Starke Verben in der deutschen Sprache
Leer de notenamen C – positie hoog.
Winkelarten.
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
Zwei Mal Deutschland Die BRD und DDR
Leer de notenamen C - positie.
Het persoonlijk voornaamwoord
Leer de notenamen G – positie hoog.
Klassen 2 alle gramm info boek A
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
Meine Schüler und ich sprechen Deutsch!
J. van Os Maurick College Tweede klas
J. van Os Maurick College Tweede klas
Leer de notenamen G – positie laag.
sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
Helmut Walcha ( ) Johann Sebastian Bach ( ) ‘Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen?’ Noem de overtreding mij, die Gij begaan hebt,
sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
Transcript van de presentatie:

Je gaat de dialoog voorstellen oefenen. Per dia zie je steeds twee zinnen. De ene zin is voor Peter, de andere voor Heiner. Door op het luidsprekertje onder de zinnen te klikken hoor je de zinnen. Jij moet de zinnen steeds nazeggen en daarna op het volgende luidsprekertje klikken. Vervolgens ga je naar de volgende dia

Peter: Hallo, wie heißt du? Heiner: Ich heiße Heiner. Und wie heißt du?

Peter: Ich heiße Peter. Wo wohnst du? Heiner: Ich wohne in Zutphen. Und wo wohnst du?

Peter: Ich wohne in Doetinchem. In was für ein Haus wohnst du? Heiner: Ich wohne in einem Zweifamilienhaus. Und du?

Peter: Ich wohne in einem Reihenhaus. Wie alt bist du? Heiner: Ich bin dreizehn Jahre alt. Und Wie alt bist du?

Peter: Ich bin zwölf Jahre alt. Hast du Geschwister? Heiner: Ja, ich habe einen Bruder. Er heißt Leon. Hast du auch Geschwister?

Peter: Ja, ich habe eine Schwester und einen Bruder. Sie heißen Carlijn und Jule. Heiner: Mein Onkel heißt Franz. Hast du auch einen Onkel?

Peter: Ich habe zwei Onkel. Sie heißen Peter und Karl. Heiner: Die nächste Stunde fängt gleich an. Wir müssen schnell zum Klassenzimmer. Peter: Gut. Wir gehen.

Nu zijn steeds een aantal zinnen weggelaten. Er staat: Geef antwoord of Reageer op de uitspraak. Jij moet dan antwoord of een reactie geven.

Hallo, wie heißt du? Geef antwoord

Ich heiße Peter. Wo wohnst du? Geef antwoord.

Ich wohne in Doetinchem. In was für ein Haus wohnst du? Geef antwoord.

Ich wohne in einem Reihenhaus. Wie alt bist du? Geef antwoord.

Ich bin zwölf Jahre alt. Hast du Geschwister? Geef antwoord

Ja, ich habe eine Schwester und einen Bruder. Sie heißen Carlijn und Jule. Hast du einen Onkel? Geef antwoord

Die nächste Stunde fängt gleich an. Wir müssen schnell zum Klassenzimmer. Reageer op de uitspraak.