Soortenkennis O41A deel 3 van 3 Toegepaste biologie O41 2014-2015
Grote brandnetel
Kenmerken soortnaam Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Bossen, stikstofrijke grond, humushoudende grond, vaak op halfbeschaduwde plaatsen Uiterlijke kenmerken - De bladeren hebben een gezaagde bladrand - De bladeren en de stengels hebben brandharen. De bloemen zijn klein en groenachtig met vier of vijf meeldraden. Aan de top van de knop van iedere brandhaar zit een weerhaakje dat bij aanraking in de huid vast komt te zitten. Daarbij breekt de knop van de brandhaar. Extra foto’s
Hop
hop Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Tuinen Uiterlijke kenmerken Hop is één van de snelst groeiende planten in het plantenrijk. Hop is een meerjarige plant die overwintert als wortelstok. Opvallende Hopbellen ( vruchtkegels) De tegenoverstaande bladeren zijn handvormig, Extra foto’s
citroenvlinder
Citroenvlinder Soortgroep Geleedpotige Hoofd-biotoop Bossen randen, parken, tuinen Uiterlijke kenmerken - De spanwijdte is tot 55 millimeter Mannetje meer geel van kleur, Vrouwtjes meer bleek geel/wit van kleur. Beide vlinders (mannetje-vrouwtje) zijn te herkennen aan een oranje/bruine stip op iedere vleugelpunt. voorvleugel een puntige vleugelpunt Extra foto’s
Bruin zandoogje
Kenmerken bruin zandoogje Soortgroep geleedpotige Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken Zwarte stip op vleugels Bruine kleur Vleugels hebben witte rand Oranje vlek kan verschillen Rups=groen en harig Gekartelde achtervleugel Voorvleugellengte is 21 tot 28 mm Extra foto’s
akkerkool HOOFDFOTO
Kenmerken akkerkool Soortgroep planten Hoofd-biotoop bossen Uiterlijke kenmerken Gele bloem Lintbloem (bloemblad vormt één kroon) Bovenste blad is lancetvormig Onderste blad is liervormig Bloemblad eindigt in kartels Extra foto’s
“daslook/berenlook”
Kenmerken daslook Soortgroep Zaadplanten/bloemen/planten Hoofd-biotoop Bossen, duinen, tuinen Uiterlijke kenmerken Zuiver witte bloem, zwart-buine zaden 6 bladdekbladeren 6 meeldraden en 3-delige stamper Ovaal blad Groeit in groepen April tot juni in bloei Extra foto’s
Hazelaar
Kenmerken hazelaar Soortgroep Hoofd-biotoop Bossen, struwelen Uiterlijke kenmerken De vrucht van een hazelaar is een hazelnoot, de plant in tweeslachtig. Komt voor op vochthoudende en voedselrijke leemgrond. De katjes van de boom trekken zich niks aan van het koude weer en hangen soms al in januari aan de bomen.
heggerank
Kenmerken heggerank Soortgroep Hoofd-biotoop Hegge, droge-kalkrijke grond Uiterlijke kenmerken De heggerank is een tweehuizige plant, de bloemen van de mannelijke heggerank zijn groter, het is een klimplant en heeft rode giftige besjes. De stengel groeit uit een knolwortel die ook giftig is. De plant groeit van mei tot eind september. Hij kan gemakkelijk 4 meter hoog worden. Het blad is ei vormig en heeft een hartvormige voet. De plant is al verspreid van midden Europa tot midden Azië. Extra foto’s
(tuin)kamperfoelie
Kenmerken (tuin)kamperfoelie Soortgroep Hoofd-biotoop Vochtige/kalkachtige bodem Uiterlijke kenmerken De bloemen van de plant zijn diep roze en van binnen rood maar na de bestuiving worden het geel. De bladeren zijn ei vormig, hij kan 6 tot 10 meter hoog en 3 meter breed worden. De plant groeit van mei tot juli. Aan het eind van de zomer hangen er licht giftige besjes aan de plant. Extra foto’s
Look zonder look
Kenmerken look zonder look Soortgroep kruisbloemachtigen Hoofd-biotoop Bossen Uiterlijke kenmerken -kleine witte bloemen -tweeslachtig -blad ruikt naar uien/knoflook -hartvormig blad -getande bladrand Extra foto’s
Reuzebalsemien
Kenmerken reuzebalsemien Soortgroep Primitieve Asteriden Hoofd-biotoop Natte graslanden Uiterlijke kenmerken 60 cm tot 2 m hoog Paarse bloemen Springzaad Langwerpige, getandde bladeren Extra foto’s
Tormentil
Kenmerken tormentil Soortgroep Roosachtigen Hoofd-biotoop Moeras, Veen, Grasland, Stuifduin en Heide Uiterlijke kenmerken - Gele bloemen, 4 kroonbladeren Tweeslachtig Handvormige bladeren Gezaagde bladrand Extra foto’s