Practicum 1: Stengels en wortels

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Naar het bos ! naaldbos loofbos gemengd bos
Advertisements

Classificeren van planten
Stofwisseling in planten
Thema 4 Planten basisstof 1 Geslachtelijke voortplanting
Thema 2 Planten.
Thema 4. Planten. Practicum plantenanatomie Lijst van practica:
Wortel – stengel – bladeren - bloemen
Wortels, stengels en bladeren
Primaire en secundaire groei in de stengel van angiospermen
3D houtanatomie bij de den (Pinus sp.)
Stofwisseling in planten
Classificeren van planten
Planten.
Havo 5 B6 Stofwisseling in planten
Anatomie plant 6A.
T2. Planten.
Bst 3 Stengels.
Planten Basisstof 3: Stengels.
Basisstof 5: (De interactieve flora) Bladvorm, Bladrand en Nervatuur
Het rijk van de Planten De sequoia.
Belang van planten Zonder planten géén leven op aarde
Wortels, stengels en bladeren
Examentraining Biologie
Stevigheid en bescherming.
Wortels Functies: Verankeren van de plant
Thema 1. Stofwisseling. Thema 1. Stofwisseling
Bloemplanten.
Blad.
Inhoud les Huiswerk Leskaart bladeren Aantekeningenblad Maken huiswerk.
Wortels, stengels en bladeren
THEMA 2 PLANTEN Basisstof 3 STENGEL.
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
Hoe overleven bomen de winter?
Basisstof 6: Reacties van planten op interne en externe signalen Lengtegroei.
Planten Thema 2.
Wat zijn nerven ? Vaatbundels  = ?? Rood = houtvaten ?
Ontkieming, groei en ontwikkeling
Fotosynthese 12 H2O + 6 CO2 + licht E ====> C6H12O6 + 6 H2O + 6 O2
Planten Wat ga je doen? Wat ga je leren?
Thema planten - Les Stengels -
Plantkunde. Geslachtelijke vrtpl Voortplanting ongeslachtelijke vrtpl.
Thema planten - Les Fotosynthese -
Alles wordt anders Het bos.
Bladeren, stengels en wortels
Inhoud les Huiswerk (Wortels af) Biobits : Stengels
Havo 5 B6 Stofwisseling in planten
Havo 5 B6 Stofwisseling in planten
Planning van dit lesuur
Hoofdstuk 2 Paragraaf
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Witte Dovenetel Lamium album L..
5. Planten 1HV.
Planten Hoofdstuk 2.
Thema 2 Planten.
Thema 1 Planten.
Basisstof 5: (De interactieve flora) Bladvorm, Bladrand en Nervatuur
Morfologie blad.
Algemene bouw van bloemplanten
Basisstof 4 (+12). Het rijk van de planten
Planten HV.
Bs 7 Transport in planten
Wat weet jij over de herfst?
Fotosynthese Koolstofdioxide uit de lucht komt het blad binnen via de huidmondjes Er valt zonlicht op de bladgroenkorrels in de bladeren GLUCOSE Tijdens.
Bladeren Paragraaf 4.
Hogere planten Plaats in het plantenrijk
3D houtanatomie bij de den (Pinus sp.)
T2. Planten.
Transcript van de presentatie:

Practicum 1: Stengels en wortels

Dwarsdoorsnede stengel Geranium Opperhuid/Epidermis 20-30 vaatbundels in cirkel Rode cirkel is sklerenchym = vezels voor stevigheid Ook in katoen, jute, bamboe, hennep en vlas Dwarsdoorsnede stengel Geranium

PH = bastvaten XY = houtvaten K = cambium (deellaagje)

Dwarsdoorsnede stengel Zonnebloem

Dwarsdoorsnede stengel Zonnebloem Sklerenchym (vezels) niet als ring maar bij vaatbundel (phloem fibers) Cambium goed te zien = ring

Cambium

Practicum 2: Huidmondjes en bladeren

Blad van een beuk

Blad van een beuk Ring van sklerenchym zichtbaar rond nerf Zon: dik en klein blad / dik pallisadeparenchym voor fotosynthese / dikkere epidermis tegen uitdroging / meer huidmondjes (onderkant) Schaduw: grrot / dun blad

Oleander

Dwarsdoorsnede door het blad van de oleander: 1 cuticula, 2 boven epidermis, 3 palissade parenchym, 4 spons parenchym, 5 luchtholtes in spons parenchym, 6 vaatbundeltjes, 7 onderepidermis, 8 holte, 9 haren, 10 huidmondjes Planten met xeromorfe bladeren zijn aangepast aan een droge atmosfeer, de bladeren zijn zo gestructureerd dat ze het waterverlies zoveel mogelijk beperken.Deze kenmerken zijn deels onafhankelijk van de beschikbaarheid van wateren berusten vooral op de lage luchtvochtigheid. Xeromorfe kenmerken zijn: een dikke cuticula, een meerlagige epidermis en weinig huidmondjes, die zich alleen aan de onderzijde van het blad bevinden. De huidmondjes zijn vaak verzonken en worden dan cryptomeer genoemd. Vaak zijn er additionele voorzieningen om het waterverlies tegen te gaan, bijvoorbeeld door beharing. In een aantal gevallen gaan ook andere cellen dan de sluitcellen, meestal de buurcellen, deelnemen aan het openen en sluiten van de huidmondjes. Soms ontstaat daarbij een soort "dubbele deur" systeem.

3 steunweefsel (sclerenchym) 4 chlorenchym (bladmoes) 5 vaatbundel Het preparaat is gemaakt van een versgeplukte naald zodat de groene kleur (chlorofyl) van het bladmoes nog zichtbaar is. De naalden (soort blad) van de gymnospermen(naaktzadigen) zoals de den vertonen sterke aanpassingen aan leefomstandigheden in een droge omgeving. Ze hebben een relatief dunne maar zeer stevige epidermis (opperhuid) met dikke wanden. De huidmondjes liggen aan de vlakke zijde van de naalden en zijn licht verzonken. Door de compacte vorm van de naald is het verdampingsoppervlak gereduceerd. Daarmee is ook de afstand waarover gaswisseling plaatstvindt klein en kan het blad volstaan met kleine holtes tussen de cellen van het bladmoes (chlorenchym) voor de fotosynthese. In de naalden liggen grote harskanalen.hars dient als afweer tegen vraat. Van de twee vaatbundels is er een zichtbaar. Bij de vaatbundels ligt steunweefsel (sclerenchym = sklerenchym). Het centrale gedeelte van het blad rondom de vaatbundels heeft geen chlorofyl en is dus niet groen gekleurd; het is opgevuld met parenchymcellen met grote stippels. Dit weefsel heet transfusie weefsel en is betrokken bij het transport van water van de vaatbundel (xyleem) naar het bladmoes. 1  epidermis 2  harskanaal 3  steunweefsel (sclerenchym) 4  chlorenchym (bladmoes) 5  vaatbundel 6  transfusieweefsel Naald (blad) van een den