6.1 Oef. vorming optatief (1) p. 119. 6.1 a 1. i lu-o-i-mi, lu-s-o-i-en, lu-s-a-i-mi, maq-o-i 2. presens: de presensstam 3. futurum: verbaalstam +  +

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Verlichtingsdenker: vertrouwen in de rede
Advertisements

Spreuken en Gezegden Louis Welters 2014
1. Jezus laat zijn wonden zien
Geloof in werking GEMEENTE DOK MARCEL GENEZING GAVEN VAN DE GEEST.
2014 Wat zal komen kan ik je niet vertellen. Ik heb niet de gave om de toekomst te voorspellen.
Door gebrek aan begrip om je heen
GOD MENS. GOD MENS GOD MENS GOD MENS Lucas 18:31-33 Hij nam de twaalf apart en zei tegen hen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, en alles wat door.
Wanneer een rijke valt zegt men: het was een ongeval,
DE WERELD EEN DORP Niet klikken Muziek: Händel: Ombra ma fu. (Xerxes)
Binden en verbinden van mensen of personeel…
Twee principes God verbiedt vaak het ergste. Vraag je dus af: wat zou er nog meer onder dit verbod vallen? Tegenover elk verbod staat een gebod Vraag je.
School:Cbs het Kompas Groep:7-8 Project:Weidevogels
Actief: ik roep Passief: ik word geroepen Medium: 1. ik roep mijzelf
STUDIO PRESENTEERT BERTEM DORUS.
EU Back to School Naam Gastdocent Titel / Functienaam.
Een kader voor integrale preventie in de jeugdzorg
Er was eens... klik hier om het leuke stuk over te slaan, droge info.
a) St. 6B1: herhaal vorming: vormingswetten presensstam.
De wereld van Mondriaan
Vriendschap made by bep powerpointsite-bep.
Sint zoekt een huis!!!!!.
Paulus' brief aan de Kolossers (4).
Modaliteiten binnen bewegen
Godsdienst.
Jezus deed bijzondere dingen …
Hoog gegrepen Huilen van hulpeloze baby Huilen van hulpeloze baby Grote mensen op de knieën Grote mensen op de knieën Vijand: te hoop lopen tegen God Vijand:
God zegent je zodat je zult heersen 1.
BIDDEN. Moeiten BIDDEN Moeiten Vaak hetzelfde bidden Je gebed kort en gemakkelijk willen houden Bidden ervaren als ritueel of plicht.
Willen jullie mij helpen om jullie gehoorzaam te zijn?
Natuurlijk mag jij een ijsje
Beloften. Gods liefde heeft de vorm van een belofte.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Heb lief, alsof je nooit werd gekwetst...
Werking van barboek.nl voor leden
7.6 Fut. contractum. p a 1. lu-s-w 2. lu-s-o-men 3. lu-s-e-te 4. lu-s-ein 5. lu-s-wn.
Verbaalstam en tijdstam.
Pi π. Wat is de overeenkomst tussen deze voorwerpen?
Gephyra, hoofdstuk 10 (p. 5).
6.2 Oefeningen optatief (2). 6.2 a 1. lu-o-i-mi lu-o-i-men poie-o-ih-n poie-o-i-men tima-o-ih-n tima-o-i-men.
10. 6 Betekenis VAN DE TIJDSTAMMEN.
7.1 Verba liquida p. 152 a mondeling b mondeling.
Imperfectum: oefeningen
FUTURUM Betekenis: onze onvoltooid toekomende tijd vb. “ik zal spelen”
6.6 Oef. bij realis, irrealis, potentialis
Hallo! Neem jullie boek p. 39, dan maken we oef. g!
Zowat 30 veel gebruikte werkwoorden hebben een aorist zonder sigma = a-sigmatisch.
EEN BERICHT Een powerpoint van
Agenda do. 26/5 oef. voc. (7.2) + oef. genitief (7.3) les: voc
P. 53 a W. Geerts 2011 © presents... exclusively for 3 GL.
Niet zoveel is er nodig om gelukkig te zijn, en licht in de ogen te dragen, een paar mensen nabij, en een plek waar men brood en wat vriendschap mag vragen.
P. 65 a strand van Vai (Oost-Kreta). Theorie: leer kader p. 66 lidwoord + participium = naamwoordelijk part. (naamwoord = subst. of adjectief) 3 mogelijkheden.
5.1 Imperatief. kader p imperatief presens merk op: imperatief meervoud = indicatief mv. luv-einluvesqaiejpivstasq ai didovn ai enk lu:-eluv-ouejpivsta-sodivdou.
5.5 Aanvullingen vorming conj a 1. ajn + kenletter w dido-w-men (Telkens) wanneer we hem een geschenk geven, neemt hij het niet aan.
4.3 Oef. bij het bijwoordelijk participium dat lijkt me leuk!
HET IS GEK WAT MEN ALLEMAAL KAN DOEN MET EEN WATERMELOEN EN EEN MES…. Dinnye és tojáshéj és fénykép a fényképben Prezentátió Hollandia.
Brieven beginnen met A- B- C… Nummers beginnen met een, twee, drie…
1. hjkou-s-a-n: aor. : ze hebben gehoord 2. ejv-leg-o-n: imperf. : ik zei/zij zeiden 3. hJvd-o-ntai: praes.: ze zijn blij 4. ejv-pemp-s-a-V: aor.: jij.
6.8 Optatief als vervanger van een indicatief leer STOICHEIA 9C.
Recht op zelfbeheer iets voor ons? Trevor James 17 maart 2015.
What’s in a name?. Wat is een christen? What’s in a name?
13 sept Zoetermeer. wat aan Romeinen 6 (direct) vooraf ging...  door één daad van ongehoorzaamheid zijn alle mensen veroordeeld tot zonde en dood;
Brieven beginnen met A- B- C… Nummers beginnen met een, twee, drie…

Lukas 2:10-12 ‘Betlehem’ 10 De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen:
Les 3. Regel: het regelmatig presens
A1 OPLEIDING: Horeca Gastheer/gastvrouw Thema:
De verdrietige Naömi.
De passieve indicatief perfectum.
Transcript van de presentatie:

6.1 Oef. vorming optatief (1) p. 119

6.1 a 1. i lu-o-i-mi, lu-s-o-i-en, lu-s-a-i-mi, maq-o-i 2. presens: de presensstam 3. futurum: verbaalstam +  + bindklinker  + uitgangen presens

4. 3° kolom: sigmatische aorist – 4° kolom: asigmatische aorist 5. , maar niet bij de sigmatische aorist 6. uit de deponente vormen 7. -mi, -en

8. luseian luseie 9. “zouden”

6.1  1. ejc-o-i-mi presens ik zou hebben

6.1  uJpo-sc-o-i-nto aorist ze zouden beloven

6.1  tref-o-i-en presens ze zouden voeden

6.1  qaf-s-ei-an aorist ze zouden begraven

6.1  ej-s-o-i-meqa futurum we zouden zijn

6.1  oij-o-i-mhn presens ik zou menen

6.1  ejlq-o-i-en aorist ze zouden gaan/komen

6.1  ajrc-s-a-i-mi aorist ik zou heersen/beginnen

6.1  tag-s-a-i-V aorist je zou ordenen

6.1  kth-s-a-i-nto aorist ze zouden bezitten

6.1  kwlu-s-o-i-mi futurum ik zou verhinderen

6.1  memf-s-o-i-nto futurum ze zouden verwijten

6.1  ejlpiz-o-i presens hij zou hopen

6.1  boul-o-i-(s)o presens je zou willen

6.1  blab-s-eie aorist hij zou schaden

6.1  ajpo-deik-s-o-i futurum hij zou aantonen

6.1  skep-s-a-i-to aorist hij zou onderzoeken

6.1  stref-o-i-te presens jullie zouden wenden

6.1  ejx-elaun-o-i presens hij zou wegdrijven

6.1  eijs-blep-s-o-i-to fut. hij zou kijken naar

6.1  ejnegk-o-i aor. hij zou dragen/brengen

6.1  ajpo-pemp-o-i-men presens we zouden wegzenden

6.1  pau-s-a-i-to aor. hij zou ophouden

6.1  bouleu-o-i-mhn presens ik zou beraadslagen