Hoofdstuk 3: Regenten en Vorsten Les 3 – par. 2A Handel en nijverheid in de Republiek
Een zeer bekende bijnaam De Gouden Eeuw is een bijnaam voor de periode 1600-1700 in de Republiek. Uiteraard discussiëren historici hierover: ‘Hoe goud was deze eeuw?’ Wanneer begint deze? En wanneer eindigde de Gouden Eeuw? Vanwaar deze discussies?
Wat zijn de oorzaken van de welvaart? Eigenlijk begint het met een grote fout. Maar zoals een beroemd filosoof uit Amsterdam al sprak: “Welk nadeel, heb z’n voordeel” Landbouw op onwaarschijnlijke plaatsen Droogmalen polders meer landbouwgrond Bemesting Specialisatie boeren Commercieel Producten waarvoor de beschikbare grond geschikt was Aan landbouw gerelateerde handel en door de Oostzee handel mogelijk gemaakte commerciële landbouw De Val van Antwerpen en komst van handel en migranten uit de Zuidelijke Nederlanden
Handelsstromen Welke van de drie zorgde voor het meeste inkomen? De VOC, de WIC of de Oostzeehandel? De moedernegotie (Oostzeehandel) Goedkoop graan (horigen in Noord-Duitsland/Noord-Polen) Betere schepen Handelsnetwerk Import: hout en graan Export: haring – textiel (Z-NL) – wijn (Fra, Dui) – zout (Spa, Por, Fra) De Oostzeehandel, niet de bekendste, wel de belangrijkste en de oudste!
Stapelmarkt, vrachtvaarders en nijverheid Amsterdam groeide uit tot de stapelmarkt van Europa. Gunstige ligging (van de Noord-Nederlandse havens) Hollanders en Zeeuwen beschikken al vanaf de 15e eeuw over een grote vloot Weinig concurrentie (tot ca. 1660) Schelde geblokkeerd, waardoor Antwerpen niet bereikbaar was. Er bestaat een nauw verband tussen handel en nijverheid in de Republiek. Schepen scheepswerven, touwslagerijen en zeilmakerijen Bewerking (raffinage) goederen: suiker, tabak, koffie Republiek produceerde goede en goedkope (export)producten
Huiswerk Lees: par 2-A Maak: WB par 2: 2