Inleiding http://www.youtube.com/watch?v=hXqLHqEwiYw&feature=related
Dialecten De ware moedertaal > Jan W. De Vries, Roland Willemyns en Peter Bruger Het verhaal van een taal , Amsterdam, 1993
Variatie Horizontale variatie Verticale variatie Regiolecten en dialecten?
http://www.dbnl.org/tekst/bree001hist01_01/bree001hist01_01_0021.php
Dialectologie Dialectgrenzen (versus) grenzen tussen standaardtalen Invloed van de standaardtaal Wassen => groeien (Nederlandse ST) Pasen => Ostern (Hoogduitse ST)
Dialectologie Dialectkaart Dialectconintuüm Golftheorie Isoglosse Isofonen (klankgrenzen) Isomorfen (morfologische grenzen) Isolexen (lexicale grenzen) Isotagmen (syntactische grenzen) Lexicale diffusie Taallandschap of terrasvorming
Brabants
Extra-linguïstische verklaring Geografische factoren (bijv. moerassen, rivieren) b. Sociologische factoren, bijv. politieke. (bijv. Grenzen oude bisdommen, hertogdommen en graafschappen) c. Economische factoren. (bijv. infrastructuur, marktverkeer) d. Demografische factoren (~ bevolking: bijv. dichtheid, samenstelling, verplaatsing enz.) => contact of belemmering van contact.
Intern-linguïstische verklaringen Bijv.: homonymievermijding Opm.: samenspel van externe en interne factoren
Dialectverlies Klasse Stad versus platteland Leeftijd
Dialectverlies Status versus solidariteit Diglossie (“tweetaligheid”) Functieverlies Streekdialecten versus stadsdialecten Invloed standaardtaal Regionaal gekleurde standaardtaal
Stadsdialecten Bijv.: het Haags (! Plat-Haags versus bekakt Haags) O, o Den Haag http://www.youtube.com/watch?v=ptGJ8wzeGDE Jacobse en van Es (Van Kooten en de Bie) http://www.youtube.com/watch?v=EAaGce0JUb4&feature=related
Stadsdialecten Kenmerken plat-Haags Deftongen als monoftongen: <ei> (gerealiseerd als in beige), <ui> en <au> (vgl. bah) <a> (zoals bod) /r/ lijkt op /X/ t en p gevolgd door een lichte s (kopsje koffie) …
http://neon. niederlandistik. fu-berlin http://neon.niederlandistik.fu-berlin.de/nl/nedling/taalgeschiedenis/dialecten/
Nederlandse dialecten 1) Zuid-Hollands 2) Kennemerlands 3) WaterlandsWaterländisch 4) Zaans 5) West-Fries- Noord-Hollands 6) Utrechts-Alblasserwaards 7) Zeeuws 8) Westhoeks 9) West-Vlaams en Zeeuws-Vlaams 10) Dialecten van het gebied tussen West- en Oost-Vlaams 11) Oost-Vlaams 12) Dialect van het gebied tussen Oost-Vlaams en Brabants 13) Zuid-Gelders 14) Noord-Brabants en Noord-Limburgs 15) Brabants 16) Dialect van het gebied tussen Brabants en Limburgs 17) Limburgs 18) Veluws 19) Gelders-Overijssels 20) Twents-Graafschaps 21) Twents 22) Stellingswerfs 23) Zuid-Drents 24) Midden-Drents 25) Kollumerlands 26) Gronings en Noord-Drents 27) Fries (Fries hoort hier eigenlijk niet bij. Het heeft de status van een eigen taal) 28) Bildts, Stads-Fries, Midlands, Amelands
Nederlandse dialecten De zuidoostelijke dialecten (Belgisch en Nederlands Limburg en enkele Noord-Brabantse dorpen) De noordoostelijke dialecten (Gronigen, enkele noordelijke randgebieden van Friesland, Overijssel en het oosten van Gelderland) De zuidwestelijke dialecten (West-Vlaanderen, Frans-Vlaanderen, Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden Goeree en Overflakkee) De zuidelijk-centrale dialecten (Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen, Noord-Brabant en zuidelijk Gelderland) De noordwestelijke dialecten (Noord-Holland boven het IJsselmeer, de niet-Friese Waddeneilanden, de kuststreek van Holland en de Zuid-Hollandse eilanden zonder Goeree en Overflakkee) De noordelijk-centrale dialecten (het grootste deel van Utrecht en Noord- en Zuid-Holland tussen het IJsselmeer in het noorden en Maas en Lek in het zuiden)
Nederlandse dialecten Tegenstellingen: oost (vs) west