Keuze-opdracht 3-1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
8. Virussen.
Advertisements

DNA Korte herhaling.
Hoofdstuk 3: DNA Eiwitten zijn belangrijk als bouwstof en het regelen van processen. In DNA zit de informatie voor het maken van eiwitten. DNA kan gebruikt.
Communicatie tussen cellen
21.3 PCR-techniek Dubbelstrengs DNA verhitten, resultaat: enkelstrengs DNA Afkoelen Binding complementaire DNA-primers op specifieke plekken los DNA.
1 van genotype tot fenotype
DNA bouw en replicatie.
DNA en chromosomen (4.6).
EIWITSYNTHESE.
Genetisch materiaal onder de loep
Transcriptie DNA overschrijven.
1 van genotype tot fenotype
Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit
Genetisch materiaal onder de loep
DNA replicatie, celcyclus en mitose
EIWITSYNTHESE.
Nucleïnezuren en DNA-replicatie
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
DNA Replicatie 1. Origineel DNA molecuul: dubbele streng
Transcriptie en translatie van het DNA
De Cel, DNA.
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
Werkzitting I Prof. F. Claessens.
DNA.
DNA Erfelijke materiaal. Twee nucleotiden ketens
Hoe ontstaat een nieuw virusdeeltje?
DNA en eiwitten.
Paragraaf 3.3 DNA vertaald.
HIV replicatie.
Paragraaf 3.4 Stabiliteit van DNA.
Verdiepingsopdracht 2 door Beate Verbeek en Julian Weiner
DNA 5 havo 2014.
In deze presentatie ga je wederom kijken hoe het DNA wordt
Hoofdstuk 14 Chemie van het leven.
Thema 8 Moleculaire genetica
Thema 8 Moleculaire genetica
Thema 8 Moleculaire genetica
Basisstof 6 & 7: Chromosomen en Celdeling
Structuur van chromatine en chromosomen
Thema 8 Moleculaire genetica
BIO 42 Transcriptie.
BIO 42 Replicatie “hoe het DNA in een cel wordt verdubbeld”
MBI12 Moleculaire Biologie 1.
BIO 42 Het centrale dogma.
of de synthese van eiwitten
9. DNA & CHROMOSOMEN Structuur en replicatie. Inleiding Chromosomen (fig A): Chromosomen (fig A): in de kern van elke lichaamscel (bij de mens 23 paar)
DNA, RNA en Eiwitsynthese
The Molecular Basis of Inheritance (CHMBCM21) College 1, CHMBCM21 Eddy van der Linden.
Thema 2 DNA.
Uit reader microbiologie blz 21 tm 23
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3). Hoe haal je de INFO van het DNA? Volgorde van de ‘letters’ A-T-G-C = info. Één gen bevat de info voor één.
Thema 3 Organen en cellen
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
2 DNA ©JasperOut.nl.
Welke eiwitten maakt HIV?
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3).
Van RNA naar DNA HOE DAN?!?! Damla Baspinar, Jonelle Marasigan, Lotti Denslagen, Grisha Prevoo.
Hoe wordt HIV-DNA geïntegreerd in het gastheerDNA?
Biotechnologie. Veredeling : kruisingen en selectie planten gunstige eigenschappen combineren Weefselkweken: voor produceren van medicijnen, insecticiden.
6A1 Stofwisseling B5 Regulatie van de genexpressie. B6 Mutaties.
Genetisch materiaal onder de loep
Hoe wordt HIV-DNA geïntergreerd in het gastheer DNA
Verschil tussen RNA en DNA
Eiwit synthese.
DNA, RNA en Eiwitsynthese
DNA.
Transcript van de presentatie:

Keuze-opdracht 3-1

a RNA is een molecuul dat, net als DNA, bestaat uit een reeks aan elkaar gekoppelde nucleotiden. In de cel hebben RNA-moleculen verschillende functies rondom de eiwitsynthese. Verschillen in opbouw met DNA RNA (een afkorting van ribonucleïnezuur, in het Engels ribonucleic acid) lijkt op DNA, maar er zijn verschillen. Ten eerste bevatten de nucleotiden in RNA een ribose-suikergroep, in tegenstelling tot de deoxyribose-suikergroep in DNA. Daarnaast bevat RNA wel de nucleotiden A, C en G, maar geen thymine. In plaats daarvan vind je in RNA uracil (U). Verder is RNA meestal enkelstrengs, in tegenstelling tot DNA, dat dubbelstrengs is. Tot slot bevat een cel een vaste hoeveelheid DNA (de chromosomen), maar wordt er doorlopend nieuw RNA gemaakt en weer afgebroken. Typen RNA In cellen vind je verschillende typen RNA, met verschillende functies: mRNA, tRNA en rRNA. Al deze typen RNA hebben een rol in de productie van eiwitten op basis van informatie uit het DNA.

Overzicht van de verschillen tussen DNA en RNA suiker 2-deoxyribose ribose unieke nucleïnebase thymine uracil secundaire structuur dubbele spiraal enkele spiraal In onderstaande tabel vind je een overzicht van de verschillen.

b Reverse-transcriptase Reverse-transcriptase is een enzym dat RNA in DNA kan omzetten. Dit eiwit is afkomstig van een retrovirus. Omdat de 'gastheercel' in het algemeen niet in staat is om deze omzetting van RNA in DNA te maken, maakt het benodigde eiwit, reverse-transcriptase, deel uit van het genoom van het virus. Ook eukaryoten hebben zelf het enzym reverse transcriptase dat gebruikt wordt voor het herstellen van DNA-beschadigingen. In het laboratorium wordt dit eiwit veel gebruikt voor het maken van cDNA. Retrovirussen hebben een genoom dat bestaat uit twee plus-sense RNA moleculen die al of niet hetzelfde kunnen zijn. In het genoom van het virus zit de genetische code voor het enzym reverse-transcriptase. Met behulp van dit enzym wordt in de gastheercel een complementaire DNA streng gesynthetiseerd. Dit virale DNA, provirus genoemd, wordt dan in het genoom van de gastheer opgenomen en tegelijkertijd met de celdeling vermenigvuldigd. Op deze wijze kunnen ook nakomelingen van de gastheer besmet zijn met een retrovirus. Op een gegeven moment als de cel beschadigd raakt, kan het stukje DNA zich weer los van het genoom maken en massaal het virus-RNA gaan produceren

Dubbele helix c