Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen Natuurkunde HAVO Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
Grootheden en eenheden (§ 1.3) Grootheden: eigenschappen die zijn te meten Eenheden: maten, waarmee grootheden worden gemeten
Oefeningen Omdat we in de natuurkunde normale, hele grote of hele kleine getallen tegenkomen, noteren we getallen in de standaardvorm, uiteraard met de juiste eenheden Lees § 1.3 uit het boek Maak, om hiermee te oefenen van § 1.3 de opgaven 21, 23 en 24 (raadpleeg het uitwerkingenboek om je uitkomsten te controleren of als je vastloopt)
Meetnauwkeurigheid (§ 1.4) Geen enkele meting is 100% nauwkeurig! Nauwkeurigheid wordt bepaald door verschillende factoren (meetapparaat, waarnemer) Significantie geeft nauwkeurigheid weer (ook bij digitale afleesapparatuur!)
Oefeningen met nauwkeurigheid en significante cijfers Een apparaat, waarmee je nauwkeuriger kunt meten dan met een liniaal is een zg. schuifmaat met noniusaflezing. oefen hier eens mee met behulp van de volgende website: http://www.walburgcollege.nl/vakken/natuurkunde/ntnujava/ruler_nl/vernier_nl.html Lees § 1.4 uit het boek Maak vervolgens de opgaven 26, 27, 28 en 34
Consequenties bij berekeningen: vuistregels (§ 1.5) Voor de Havo gelden aparte vuistregels voor: Optellen en aftrekken Vermenigvuldigen en delen
Vuistregel optellen en aftrekken: Kijk naar de term met het kleinste aantal cijfers achter de komma; De einduitkomst moet dat aantal cijfers achter de komma bevatten
Vuistregel vermenigvuldigen en delen: Kijk naar de factor met het kleinste aantal cijfers (het totale aantal, dus voor en achter de komma) (nullen aan het begin niet meegerekend!); De einduitkomst moet dat aantal cijfers bevatten
Voorbeeld: Veld met lengte l = 124,3 m en breedte b = 5,62 m dus ……… Tussen welke waarden ligt de omtrek? En de oppervlakte?
Dus l = 124,3 m en b = 5,62 m Ga na dat voor de mogelijke waarden voor de omtrek geldt: 259,73 < omtrek 259,95 m Typ je bovenstaande waarden op rekenmachine in dan volgt: 259,84 m afgerond 259,8 m Idem voor de oppervlakte: 697,66375 < oppervlakte 699,46875 m2 op rekenmachine: 698,566 m2 699 m2 Dus ………..Bij afronding de Vuistregels consequent toepassen, dan komt het altijd goed!
Oefeningen met de vuistregels voor som/verschil en produkt/quotiënt Lees § 1.5 uit het boek Maak de opgaven 36, 37, 38, 39, 40, 41 en 42
Diagrammen en steilheden (§ 1.6): Algemeen y = C.x y uitgezet tegen x geeft rechte interpoleren: het aflezen van getallen in de grafiek binnen de meetpunten (zie bijv. pijl) extrapoleren: het aflezen van getallen in de grafiek buiten de meetpunten
Oefeningen in het werken met diagrammen Lees § 1.6 uit het boek Maak de opgaven 51, 53, 54 en 55
Hoofdstuk 1 van deel N1-1 is nu afgerond Maak ter oefening de zelftoets 1.1 t/m 1.6 (te vinden op pag. 15/16 van de leerlingenhandleiding – vraag ernaar in de bibliotheek). Maak eerst alle opgaven en bekijk daarna pas de uitwerkingen ervan (zie pag. 81/82 van dezelfde handleiding)