Hoofdstuk 1 Roosterpapier, hoekpunten, zijden, diagonalen Evenwijdig en loodrecht Omtrek en oppervlakte Coördinaten
Roosterpapier Papier met allemaal vierkanten noemen we roosterpapier De horizontale en verticale lijnen noemen we roosterlijnen De roosterlijnen snijden elkaar in roosterpunten
De hoekpunten van figuren geven we aan met hoofdletters. Figuren namen geven De hoekpunten van figuren geven we aan met hoofdletters. De volgorde van de letters is belangrijk: Linksonder beginnen en tegen de klok in gaan. De hoofdletters direct achter elkaar zetten
D C A B De rechthoek heet ABCD De zijden zijn AB, BC, CD en DA De diagonalen zijn AC en BD
D E C A B De vijfhoek heet ABCDE De zijden zijn AB, BC, CD, DE en EA De diagonalen zijn: AC AD BD BE CE
Evenwijdige lijnen Lijnen geven we aan met een kleine letter! Evenwijdige lijnen zijn lijnen die elkaar nooit snijden. Gebruik je geodriehoek om evenwijdige lijnen te tekenen Kijk goed in je boek of op de site hoe je je geodriehoek moet gebruiken l // m betekent lijn l is evenwijdig aan lijn m
Loodrechte lijnen tekenen Ook hiervoor gebruik je je geodriehoek De as van je geodriehoek leg je op de lijn Je schuift over die lijn tot de lange zijde Van de geo bij het punt is. Kijk in je boek en op de site hoe je dat precies doet. Je schrijft: l m
Coördinaten Coördinaten gebruik je in een assenstelsel Een assenstelsel bestaat uit een horizontale as En een verticale as Het snijpunt noem je de oorsprong O O
Coördinaten zijn 2 getallen tussen haakjes met een komma ertussen. Het eerste getal hoort bij de horizontale as. Het tweede getal hoort bij de verticale as. Voor de haakjes schrijf je de letter van het punt met een hoofdletter!!! Voorbeeld: A(3,4) Vanuit O ga je 3 hokjes naar rechts en daarna 4 hokjes omhoog, zet een stip bij het roosterpunt en zet er de letter A bij.