She is beautiful/beautifully. Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over zelfstandig naamwoord (persoon/dier/ding) Bijwoord: - Zegt iets over een werkwoord. - Zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. - Zegt iets over een ander bijwoord +LY Voorbeeld: She is beautiful/beautifully. She sings beautiful/beautifully. She is extreme/extremely beautiful/beautifully. She sings extreme/extremely beautiful/beautifully. Overschrijven!
Kies de juiste vorm: vertel over welk woord het iets zegt. Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over zelfstandig naamwoord (persoon/dier/ding) Bijwoord: - Zegt iets over een werkwoord. - Zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. - Zegt iets over een ander bijwoord +LY Kies de juiste vorm: vertel over welk woord het iets zegt. Zegt het iets over een zelfstandig naamwoord? Dan geen +LY She is smart/smartly. She writes beautiful/beautifully. She is extreme/extremely. He is an extreme/extremely slow/slowly driver. They are real/really terrible/terribly.
Kies de juiste vorm: vertel over welk woord het iets zegt. Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over zelfstandig naamwoord (persoon/dier/ding) Bijwoord: - Zegt iets over een werkwoord. - Zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. - Zegt iets over een ander bijwoord +LY Kies de juiste vorm: vertel over welk woord het iets zegt. She is smart/smartly. She writes beautiful/beautifully. She is extreme/extremely. He is an extreme/extremely slow/slowly driver. They are real/really terrible/terribly.
Bijwoorden krijgen +LY (She sings beautifully) Uitzonderingen: Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over zelfstandig naamwoord (persoon/dier/ding) Bijwoord: - Zegt iets over een werkwoord. - Zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. - Zegt iets over een ander bijwoord +LY Let op: Bijwoorden krijgen +LY (She sings beautifully) Uitzonderingen: -le -> ly (terrible, terribly) -y -> ily (easy, easily) -ic -> ically (fantastic, fantastically) Er zijn onregelmatige vormen: He is a good singer. He sings very well. He is a fast driver. He drives fast.
1 laatste uitzondering: Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over zelfstandig naamwoord (persoon/dier/ding) Bijwoord: - Zegt iets over een werkwoord. - Zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. - Zegt iets over een ander bijwoord +LY 1 laatste uitzondering: Na vormen van “be”, “seem”, “feel”, “look”, “smell”, “sound”, “taste” geen bijwoorden. This house looks nice. (Nice verwijst naar “house”) This soup tastes awful (Awful verwijst naar “soup”)