Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Past Simple? De Past Simple is de onvoltooide verleden tijd (o.v.t.) Onvoltooid betekent dat er geen voltooid deelwoord in staat. B. Hoe maak je de Past Simple? Dit kan op twee manieren: 1: Door achter het werkwoord ED te zetten. I walk (tegenwoordige tijd) I walked (verleden tijd) 2: Door de onregelmatige vorm te gebruiken als dit moet. I see (tegenwoordige tijd) I saw (verleden tijd) Dit is de 2e kolom in je onregelmatige werkwoordenlijst. C. Wanneer gebruik je de Past Simple? Als je aangeeft dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. I walk to school every day. (tegenwoordige tijd) – Present Simple I walked to school yesterday. (verleden tijd) – Past Simple = afgelopen
Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Present Perfect De Present Perfect is de voltooide tegenwoordige tijd. (v.t.t.) Voltooid betekent dat er een voltooid deelwoord bij staat. -> I have lived. I have swum. I have seen, enzovoorts. B. Hoe maak je de Present Perfect? Dit moet op twee manieren: 1: have + voltooid deelwoord (I have seen him.) (They have lived there.) 2: has + voltooid deelwoord (bij He/She/It) (He has seen him) He has known. C. Wanneer gebruik je de Present Perfect 1: Als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds aan de gang is. I have lived in the Netherlands since 1985. (v.t.t.)-> Present Perfect I lived in the Netherlands in 1984. (o.v.t.)-> Past Simple 2: Als iets is gebeurd en je daar nu resultaat van merkt. Het tijdstip is niet belangrijk en staat er dus niet bij. Oh no. I have lost my money! (v.t.t.)-> Present Perfect I lost my money yesterday. (o.v.t.)-> Past Simple
Past Simple Present Perfect Is gebeurd. Afgelopen. Duidelijke verleden tijd: Yesterday, last week, in 1999. +ED Of onregelmatig In het verleden begonnen, nu nog steeds zo I have known Peter for three years. Iets is net gebeurd, je merkt er nu resultaat van She’s happy, because she has passed her test. HAVE + VOLTOOID DEELWOORD HAS + VOLTOOID DEELWOORD