9. e x a m e n v o o r b e e l d F - Cursus
herhaling en vragen bij tweede bijeenkomst 1.Bij een inworp wordt de bal levend als: a.de scheidsrechter de bal voor een inworp aan een speler overhandigt b.de bal tijdens het inwerpen onderweg is naar een speler op het speelveld c.de bal het speelveld raakt d.de bal een speler op het speelveld raakt. 2.Na de laatste vrije worp komt de bal tegen het bord, raakt de ring en stuit hiervan omhoog. Een aanvaller tikt de bal daarna in de basket: a.het doelpunt telt en er worden twee (2) punten genoteerd b.het doelpunt telt en er wordt één (1) punt genoteerd c.het doelpunt telt niet en de tegenstander krijgt balbezit aan de zijlijn d.de vrije worp wordt overgenomen. 3.Aanvaller A2 komt tijdens een doelpoging in contact met een niet-correct verdedigende speler B3, op het moment dat de bal nog in zijn handen is, maar scoort desondanks. Conclusie: a.het doelpunt telt niet en de fout komt ten laste van A2; bal innemen aan de zijlijn ter hoogte van de vrije worplijn b.het doelpunt telt niet en de fout komt ten laste van B3; twee (2) of drie (3) vrije worpen voor ploeg A c.het doelpunt telt en de fout komt ten laste van A2; het spel wordt voortgezet met in inworp voor ploeg B, vanachter de eindlijn d.het doelpunt telt, de fout komt ten laste van B3 en er volgt een bonus vrije worp.
4.Een bal opzettelijk in de eigen basket geworpen, zal de scheidsrechter doen besluiten: a.het doelpunt toe te kennen b.het doelpunt af te keuren en de betreffende speler een waarschuwing te geven c.het doelpunt af te keuren en de bal voor een inworp aan de tegenstander toe te kennen d.het doelpunt af te keuren en een technische fout te geven. 5.De vijf (5) seconden zijn van toepassing bij: a.een zwaarbewaakte speler b.het opbrengen van de bal vanaf de eigen helft c.het waarschuwingssignaal ‘einde time-out’ d.de duur van een vervanging na de vijfde fout van een speler. 6.De wedstrijdbal wordt beschikbaar gesteld door: a.de bezoekende ploeg, zij dienen er twee (2) te leveren b.de bezoekende ploeg, zij dienen twee (2) goede ballen te leveren c.de thuisspelende ploeg, zij dienen twee (2) gebruikte exemplaren te leveren d.de thuisspelende ploeg, zij dienen twee (2) nieuwe ballen te leveren.
7.Na de laatste gemiste vrije worp moet de timer de klok aanzetten als: a.de bal geschoten wordt b.de bal de ring raakt c.de bal de basket raakt d.de bal van de ring komt en een speler op het speelveld raakt. 8.Een ‘wisselspeler’ mag het veld pas betreden als: a.de speler die hij moet vervangen, het speelveld verlaten heeft b.de scheidsrechter hem wenkt, het speelveld te betreden c.het fluitsignaal geklonken heeft d.de coach de scheidsrechter van de juiste wisselspeler verwittigd heeft. 9.Een speler die met vijf (5) fouten aan het spel blijft deelnemen, kan pas gewisseld worden, als: a.zijn ploeg balbezit heeft b.de tegenpartij balbezit heeft c.de bal dood is en de tijd uit d.de bal dood is
10.De middenlijn behoort bij: a.de aanvalshelft b.de verdedigingshelft c.beide helften d.geen van beide helften. 11.Indien de bal een grenslijn raakt: a.moet de scheidsrechter niet fluiten b.moet de scheidsrechter alleen fluiten, als de bal daarna de vloer buiten het veld raakt c.moet de scheidsrechter altijd fluiten d.moet de scheidsrechter alleen fluiten, als de bal daarna een speler van de aanvallende ploeg raakt. 12.Een speler die de bal vangt, terwijl hij in beweging is, komt in een twee-tellenritme tot stilstand. Zijn pivotvoet is dan: a.de eerste voet die daarna de speelvloer raakt b.die voet die op de speelvloer stond bij het ontvangen van de bal c.zijn rechtervoet d.geen van beide voeten
13.Een aanvaller is al dribbelend op weg naar de basket. Een verdediger springt op het laatste moment, correct verdedigend, in de baan van deze aanvaller. Op het moment van dit contact staat de verdediger stil. De scheidsrechter: a.fluit voor een dubbelfout b.fluit voor een fout van de aanvaller c.fluit voor een fout van de verdediger d.laat gewoon doorspelen. 14.Als aan het begin van het derde kwart een ploeg over slechts vier (4) spelers beschikt vanwege blessures of fouten, moet de scheidsrechter: a.vijf (5) minuten wachten b.vijftien (15) minuten wachten c.gewoon beginnen d.de wedstrijd staken. 15.De coach van een ploeg heeft: a. recht op vijf (5) belaste time-outs per wedstrijd b. recht op één (1) time-out per kwart c. recht op vier (4) belaste time-outs per wedstrijd d. recht op twee (2) belaste en drie (3) onbelaste time-outs.
16.Een speler die na een dribbel zodanig is afgestopt, dat hij een pivotvoet heeft, mag: a.schieten, dribbelen, pivoteren b.schieten, passen, dribbelen c.schieten, passen, pivoteren d.schieten, de bal wegstompen. 17Langs het beperkte gebied mogen tijdens van het nemen van vrije worpen staan: a.zes (6) spelers, inclusief de vrije worpnemer b.zes (6) spelers, exclusief de vrije worpnemer c.twee (2) verdedigers, drie (3) aanvallers en de vrije worpnemer d.vier (4) aanvallers, een (1) verdediger en de vrije worpnemer. 18.Na een ‘dubbelfout’, met balbezit voor ploeg A, wordt het spel vervolgd met: a. balinname zijlijn voor ploeg A en verwisseling van richting van de ‘beurtelings balbezitpijl’ b. balinname zijlijn voor ploeg B c. balinname zijlijn voor ploeg A d. balinname zijlijn/eindlijn voor ploeg A.
19.Straf ‘technische fout’ coach: a.twee (2) vrije worpen, balbezit middenlijn en notatie 'C' met een 2 b.twee (2) vrije worpen en balbezit middenlijn c.twee (2) vrije worpen, balbezit middenlijn en notatie van de minuut met een 'B' d.twee (2) vrije worpen 20.Tijdens het nemen van de eerste vrije worp door B4, loopt een speler van ploeg A te vroeg in. Wat doet de scheidsrechter, als de bal door de basket gaat: a.hij fluit en laat de vrije worp overnemen b.hij fluit niet en laat de serie gewoon afmaken c.hij fluit en kent een score toe d.hij fluit niet, kent het doelpunt toe en vervolgt het spel met het laten nemen van de resterende vrije worpen.
Indien een ploeg in een kwart meer dan vier (4) ploegfouten heeft, dienen alle volgende fouten met twee (2) vrije worpen te worden bestraft. fout Een stilstaande speler die de bal ontvangt, heeft keuze van pivotvoet. goed Nadat de scheidsrechter de bal, aan de zijlijn, aan B7 ter beschikking heeft gesteld, schiet hij vanaf deze plek de bal door de basket. De scheidsrechter kent de punten toe. fout Een speler krijgt een ‘technische fout’. Notatie: minuut gevolgd door ‘T’. De tegenpartij krijgt twee (2) vrije worpen en balbezit middenlijn toegewezen. goed Om een dreigende overtreding van de drie (3) seconden te ontwijken, mag een speler het drie-secondengebied verlaten, door over de eindlijn te stappen. fout
Bij de sprongbal moeten de niet-springers aan de betreffende cirkel staan. fout De acht (8) seconden beginnen te tellen, vanaf het moment dat de bal levend wordt na een geslaagde velddoelpoging. fout Bij een inworp zijn de drie (3) seconden van toepassing, vanaf het moment dat een speler de bal op het speelveld in zijn bezit heeft. goed Bij een overtreding van de acht (8) seconden, dient de bal altijd ter hoogte van de middenlijn te worden ingenomen. fout In de verlenging wordt opnieuw begonnen met het tellen van de ploegfouten. fout