Narefractie bij contactlensaanpassing
Voorbeeld 1 Bril: Sf +3,00 Lens: Sf +3,00 Narefractie ? plano: parallelle passing +0,25: vlakke passing -0,25: bolle passing
57,00 oogctl oog + correctie + tranen 3,00 60,00 fluorpatroon oogctl oog + correctie + tranen 57,00 3,00 60,25 -0,25 narefractie oogctl oog + correctie + tranen 57,00 3,00 59,75 0,25 narefractie
Voorbeeld 3 Bril: Sf -3,00 cil -0,50 as 180 Lens: Sf -3,25 Narefractie ? plano: parallelle passing +0,25: vlakke passing -0,25: bolle passing
63,50 63,00 oogctl oog + correctie + tranen -3,25 60,25 59,75 fluorpatroon oogctl oog + correctie + tranen 63,50 63,00 -3,25 60,50 60,00 -0,25 narefractie oogctl oog + correctie + tranen 63,50 63,00 -3,25 60,00 59,50 0,25 narefractie GA
Voorbeeld 4 Bril: Sf +3,00 Lens: Sf +3,00 Narefractie ?
57,00 oogctl oog + correctie + tranen 3,00 60,75 60,00 fluorpatroon oogctl oog + correctie + tranen 57,00 3,00 60,75 60,00 -0,75 0,00 narefractie c oogctl oog + correctie + tranen 57,00 3,00 59,25 60,00 +0,75 0,00 narefractie c
Voorbeeld 5 Bril: Sf -4,00 cil -1,25 as 90 paslens: Sf -3,00 Narefractie ?
oogpaslens narefractie (theoretisch) 64,00 65,25 -3,00 -1,00 -2,25 -2,00 -3,25 gevonden narefractie oogpaslens narefractie (theoretisch) 64,00 65,25 -3,00 -1,00 -2,25 -0,50 -1,75 gevonden narefractie positieve traanlens negatieve traanlens andere resultaten zijn mogelijk
Vormstabiele lenzen aanpassing keuze lens Voorbeeld: Asfeerflex (Microlens)
Asfeerflex: De asfeerflex is een zeer moderne en breed toepasbare vormstabiele contactlens die uitmunt door: - snelle gewenning - hoog draagcomfort - consistent en voorspelbaar gedrag de Asfeerflex is toe te passen op ieder hoornvlies met een cornea astigmatisme < 2,50 D
pasvormbepaling: Keratometrie: Bepaal de centrale corneawaarden Horizontaal: mm asrichting: ° Verticaal: mm Subjectieve refractie: Sf cil As ° (min cilinder) Anamnese en spleetlamponderzoek
Radiuskeuze: type Asfeerflex 0,45 R. horz + R. vert 2 + 0,10 mm
optimale pasvorm diepe pasvormvlakke pasvorm optimale pasvorm diepe pasvormvlakke pasvorm Sferische cornea Torische cornea (volgens de regel)
Bepaal contactlensdiameter: Algemeen: hoe groter de diameter van de contactlens, hoe sneller de gewenning Zichtbare irisdiameter: kies diameter 9,8 mm bij normale ooglidpositie Zichtbare irisdiameter: >12 mm ==> kies diameter 10,3 mm bij normale ooglidpositie Bij kleine oogslidspleet ==> diameter 0,5 kleiner Bij grote ooglidspleet ==> diameter 0,5 groter (bv diepliggend onderooglid) Zet paslens in: Laat drager eerste minuten met neerwaartse blik kijken. (gewenning) Na 10 minuten moet de drager bij normale tolerantie vrijuit rond kunnen kijken. controle na 30 minuten.
Controle pasvorm: (met behulp van fluoresceïne en spleetlamp met kobaltlicht en geelfilter) Controleer fluorpatroon bij centrale positie van de lens direct na knipperslag Te vlakke pasvorm: ==> lensradius 0,10 mm kleiner Te diepe (bolle) pasvorm: ==> lensradius 0,10 mm groter Controle beweging: De contactlens dient direct na een knipperslag een rustige gecontroleerde verticale beweging van 1 à 2 mm te maken. Te grote beweging: ==> diameter 0,5 mm groter (zelfde radius) Te weinig beweging: ==> diameter 0,5 mm kleiner (zelfde radius)
Controle centrering: Wanneer de contactlens direct na knippering geen neerwaartse verticale beweging maakt en/of geen centrale positie inneemt ==> diameter 0,5 mm vergroten. (zelfde radius) Wanneer een contactlens blijft decentreren (superior, inferior, temporaal of nasaal) A. Meet de perifere meetwaarden en controleer deze op onregelmatigheden in de periferie die de lenspositie beïnvloeden. B. Einde passing geen lenzen