Gemaakt door Ype en Ronald Elektriciteit in huis Gemaakt door Ype en Ronald
De huisinstallatie Door elk woonhuis loopt een heel netwerk van elektriciteitsdraden: de huisinstallatie. In de meeste huizen heb je vier tot zes groepen waarin de hoofdleiding zich splitst na de kilowattuurmeter.
Fasedraad en nuldraad Elke groep bestaat uit een aantal vertakkingen: één voor elk stopcontact en elk licht punt. In een stopcontact komen twee draden uit. De bruine draad = fasedraad De blauwe draad = nuldraad Deze draden zijn gemaakt van koper met daaromheen vinyl(soort plastic)
Zo word een hanglamp aangesloten. Hiernaast zie dat de fase draad tot de schakelaar gaat en daarna verdergaat met een zwarte draad: de schakel draad. De schakel draad. Op de schakel draad staat alleen spanning als je de schakelaar in de AAN-stand zet.
Op de fasedraad staat een spanning van 230 volt Op de fasedraad staat een spanning van 230 volt. Je moet de koper draad beslist niet aanraken. Wanneer je dat wel doet krijg je een schok. Op de nuldraad staat geen spanning; deze word alleen gebruikt om de stroomkring te sluiten. Toch moet je met de nuldraad oppassen. Heel soms gebeurt het dat een installateur per ongeluk de fasedraad en de nuldraad omwisselt. !! Schakel dus altijd de spanning uit, voordat je een draad beetpakt !!
kortsluiting Elektriciteitsdraden zijn gemaakt van dik, goed geleidend koperdraad. De weerstand van deze draden is heel klein. Dat betekent dat de stroom er gemakkelijk doorheen gaat. Elektrische apparaten worden zo ontworpen dat de stroomsterkte niet te groot kan worden. Zolang de stroom de juiste weg door het apparaat volgt, blijft de stroomsterkte binnen de perken. Dat verandert als de stroom een verkeerde weg kan nemen, met een veel kleinere weerstand. De stroomsterkte wordt dan veel te groot. Dit wordt kortsluiting genoemd.
overbelasting Er mogen niet teveel apparaten tegelijk op één groep aangesloten worden. In dat geval kan de totale stroomsterkte te groot worden. De leidingen van de meterkast naar de vertakkingen moeten dan teveel stroom verwerken. Dit heet overbelasting. De totale stroomsterkte mag in veel oudere huizen niet groter zijn dan 10 A (per groep). In nieuwere huizen is de maximale stroomsterkte (per groep) 16 A.