Samenvatting H 5 Nova klas 2 Elektriciteit
Wat moet je kunnen en kennen? Spanningsbronnen leveren elektrische energie Gesloten stroomkring Zie symbolen pagina 74 Parallelschakeling vermogens optellen E=P.t in kWh en in J Denk aan vraagstuk over spaarlamp en gewone gloeilamp
Stroomkring Om bijv. een lampje te laten branden heb je een gesloten stroomkring nodig begrippen: geleider, isolator, elektrolyt spanningsbronnen: chemische (accu, batterij) “andere” (dynamo, generator, ….)
Schakelingen schematische voorstelling Kennen: Serie- en parallelschakeling (+ combinaties) de symbolen van: snoer, batterij (gelijkspanningsbron) lampje, schakelaar, wisselschakelaar, Volt- en Ampèremeter, zekering, stopcontact (wisselspanningsbron)
Serieschakeling Serieschakeling: De stroomsterkte door alle lampjes is hetzelfde, dus meten de ampèremeters 1,2,3 en 4 dezelfde stroomsterkte. De spanning (in Volts) wordt verdeeld over de verschillende lampjes. Als het dezelfde lampjes zijn krijgt ieder lampje een derde deel van de spanning van de spanningsbron.
Parallelschakeling De hoofdstroom vertakt zich. Ampèremeter 1 meet de hoofdstroom dwz. dat de stroomsterkte gelijk is aan de som van de stroomsterktes die de ampèremeters 2, 3 en 4 meten. Alle lampjes hebben dezelfde spanning (hetzelfde aantal Volts) als de spanningsbron.
Vertalen van … naar…. Situatie 1 kan zijn: A en D
De werking begrijpen van….
Stroom(sterkte) meten Weten dat 1A= 1000mA De werking van een zekering (stop) begrijpen De grootte kunnen voorspellen in vertakkingen; voorbeeld:
Stel 6 identieke lampjes zijn als hierboven geschakeld Stel 6 identieke lampjes zijn als hierboven geschakeld. Ampèremeter 5 geeft 0,4A aan. Wat geven de ander ampèremeters aan?
Ampèremeter 6 geeft even veel aan als ampèremeter 5 (want ze staan parallel “voor” hetzelfde lampje ) dus 0,4 A Ampèremeter 1 geeft even veel aan als ampèremeter 2en 4 (want ze staan in serie ) dus 3x0,4 A=1,2A Ampèremeter 3 geeft de helft aan van de hoofdstroom dus 0,6A
Elektrisch energieverbruik Waarin: E = energieverbruik in kWh P = vermogen in kW (1kW=1000 W) t = tijd in uren
Maar ook: Elektrisch energieverbruik(in J) Waarin: E = energieverbruik in Joules P = vermogen in W (1W=1Joule per seconde) t = tijd in seconden
Berekeningen aan de hand van .. Werkwijze: tekst lezen gegevens eruit halen vraag vertalen formule noteren en invullen eindantwoord onderstrepen denk aan eenheden
voorbeeldvraagstuk Gegeven koelvriescombinatie gebruikt 1,6 kWh in 24 uur Bereken het vermogen in Watt Geg. E=1,6kWh t=24h Gevr. P(W) Oplossing: P=0,0667kW=66,7W