DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens Elke keten bestaat uit vele duizenden aan elkaar gekoppelde nucleotiden Nucleotide bestaat uit: Fosfaat groep Desoxyribose Stikstofbase: Adenine (A), Thymine (T), Guanine (G) en Cytosine (C) Stikstofbasen vormen vaste paren met elkaar: A met T en G met C
Opbouw DNA Desoxyribose is een monosacharide (enkelvoudige suiker). Desoxyribose vormt samen met een fosfaatgroep en één base (Adenine, Thymine, Guanine of Cytosine) een nucleotide (vandaar ook de naam DNA: DesoxyriboNucleic Acid). Nucleotide = Desoxyribose + Fosfaatgroep + Base Verschillende volgorden van deze basen coderen voor verschillende eigenschappen.
DNA Fosfor (P) groep: verbindt twee Koolstofgroepen van verschillende desoxyriboses.
-Aan C5 atoom: 5’-einde Hieraan zit een fosfaatgroep (P) -Aan C-3 atoom: 3’einde Hieraan zit een OH-groep
De leesrichting verschilt van beide strengen: Links van 5’naar 3’ en rechts van 3’ naar 5’. Deze leesrichting verloopt tegengesteld. Dit noemen we antiparallel. Een DNA molecuul is dus op twee manieren te lezen: van 5’ 3’ en van 3’ 5’.
Chromosomen Na verdubbeling van het DNA rolt het DNA weer op: in chromosomen Bestaan uit twee zusterchromatiden (verbonden in centromeer) Na verdubbeling van het DNA: chromosomen uit elkaar en vormen 2 dochter chromosomen Chromatiden verdeeld over nieuwe cellen: elk van de twee chromatiden heet weer een chromosoom