havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 10

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
Advertisements

havo A Samenvatting Hoofdstuk 7
dy dx De afgeleide is de snelheid waarmee y verandert voor x = xA
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
havo B Samenvatting Hoofdstuk 12
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 11
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 11
horizontale lijn a = 0  y = getal
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A Samenvatting Hoofdstuk10
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 6
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 12
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 4
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 15
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 16
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 13
De eenheidscirkel y α P x O (1, 0)
De eenheidscirkel y α P x O (1, 0) Speciale driehoeken.
Rekenregels van machten
Optimaliseren van oppervlakten en lengten
machtsfuncties n even n oneven y y y y a > 0 a < 0 a > 0
∙ ∙ f(x) = axn is een machtsfunctie O n even n oneven y y y y a > 0
Rekenregels voor wortels
Multiplechoise toets voor havo 4 H2 & H3 Na een poosje komt er een tijdbalk in beeld. Als deze bij het paarse vakje aangekomen is heb je nog maar 1 a.
Lineaire vergelijking met twee variabelen
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel de optie ZoomFit (TI) of Auto.
Goniometrische formules
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Radiaal Er is een hoekmaat waarbij de lengte van de boog van de eenheidscirkel gelijk is aan de draaiingshoek α. booglengte PQ = hoek α booglengte = 1.
Intervallen a-8 ≤ x < 3 [ -8, 3 › b4 < x ≤ 4½ ‹ 4, 4½ ] c5,1 ≤ x ≤ 7,3 [ 5,1 ; 7,3 ] d3 < x ≤ π ‹ 3, π ] -83 l l ○● 44½4½ l l ○● 5,17,3 l l ● 3π l l ○●
Asymptoot is een lijn waar de grafiek op den duur mee samenvalt.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 5
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
havo B Samenvatting Hoofdstuk 8
Welk beeld bij.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
Havo B Samenvatting Hoofdstuk 4. Interval a-8 ≤ x < 3 [ -8, 3 › b4 < x ≤ 4½ ‹ 4, 4½ ] c5,1 ≤ x ≤ 7,3 [ 5,1 ; 7,3 ] d3 < x ≤ π ‹ 3, π ] -83 l l ○● 44½4½.
havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 12
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
havo B Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 12
Vwo C Samenvatting Hoofdstuk 15. Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel.
havo B 9.4 Transformaties en formules
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
B vwo vwo B - 11e editie tweede fase Jan Dijkhuis, Roeland Hiele
Regels voor het vermenigvuldigen
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 3
havo B Samenvatting Hoofdstuk 7
Halveringstijd Havo 5 deel 3 Hoofdstuk 10 Opgave 33,34,37.
Stelsels van vergelijkingen H5 deel 3 Hoofdstuk 10 Opgave 61, 62, 63.
Cyclometrische functies
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 6
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 9
havo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Voorkennis Wiskunde Les 7 Hoofdstuk 2/3: §2.5, 3.1 en 3.2.
Transcript van de presentatie:

havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 10

Kenmerken van sinusoïden gebruiken 10.1

-2 < 0 dus grafiek dalend door beginpunt opgave 2a evenwichtsstand 1 amplitude 2 periode -2 < 0 dus grafiek dalend door beginpunt opgave 2b evenwichtsstand -2 amplitude 1 periode 2π -1 < 0 dus beginpunt is het laagste punt 10.1

De tangens-functie y Snijdt het tweede been van de draaiingshoek α de eenheidscirkel in P(xP, yP), dan is P(xP, yP) 1 yP α x ∟ O xP Q A (1, 0) De grafiek van f(x) = tan(α) op het interval [0, 2π]. 10.1

Sinusoïden met gelijke periode optellen De somgrafiek van sinusoïden met periode p is een sinusoïde met periode p. Werkschema: opstellen van een formule van een sinusoïde op de GR 1 Plot de grafiek in een geschikt venster. 2 Bereken de y-coördinaten van twee opeenvolgende toppen en bereken hiermee de evenwichtsstand a. 3 Gebruik de y-coördinaat van de hoogste top en de evenwichtsstand om de amplitude b te berekenen. 4 Bereken de x-coördinaat van een punt van de grafiek waarin de grafiek stijgend door de evenwichtsstand gaat. Dit geeft d in de formule y = a + b sin(c(x – d)). 10.2

Voer in y1 = 3 + sin(x), y2 = sin(x – π) en y3 = y1 + y2. opgave 14 Voer in y1 = 3 + sin(x), y2 = sin(x – π) en y3 = y1 + y2. Bij y1 en y2 is c = 1, dus ook bij y3 is c = 1. Neem bijvoorbeeld Xmin = 0, Xmax = 2π, Ymin = 0 en Ymax = 6. De opties maximum en minimum bij y3 geven de toppen (1,833; 4,932) en (4,974; 1,068). Dus a = = 3 en b ≈ 4,932 – 3 = 1,932. Voer in y4 = 3. Intersect met y3 en y4 geeft het snijpunt (0,262; 3). d ≈ 0,262 y = a + b sin(c(x – d)) y3 = 3 + 1,932 sin(x – 0,262) 10.2

Na vermenigvuldiging ten opzichte van de y-as met -1 opgave 27 a, b Teken De beeldgrafiek is ook het beeld van de grafiek van f bij de vermenigvuldiging ten opzichte van de y-as met -1. c y = sin(x) verm. t.o.v. de x-as met -1 y = -sin(x) y = sin(x) verm. t.o.v. de y-as met -1 y = sin(-x) Dus sin(-x) = -sin(x). d Na vermenigvuldiging ten opzichte van de y-as met -1 verandert de grafiek van y = cos(x) niet. Dus cos(-x) = cos(x). 10.3

Goniometerische formules y Goniometerische formules P(xP, yP) 1 1 yP α x ∟ O xP Q A (1, 0) PQ OP yP 1 sin α = = = yP cos α = = = xP sos cas toa OQ OP xP 1 10.3

opgave 33a y = sin(x) translatie (-π, 0) y = sin(x + π) Dus sin(x + π) = -sin(x). 10.3

De afgeleide van y = sin(x) en y = cos(x) f (x) = sin(x) geeft f’ (x) = cos(x) g (x) = cos(x) geeft g’ (x) = -sin(x) voorbeeld f (x) = cos(2x) Stel f (x) = cos(2x) = cos(u) met u = 2x f’ (x) = f’ (x) = -sin(u) · 2 f’ (x) = -sin(2x) · 2 = -2 sin(2x) 10.4

De quotiëntregel geeft 10.4

De snelheid op t = 0 is 60π cm/s. opgave 44 u = 2 sin(30πt) geeft = 2 · cos(30πt) · 30π = 60π cos(30πt) = 60π · cos(30π · 0) = 60π cos(0) = 60π De snelheid op t = 0 is 60π cm/s. 10.4