1 OMI XML schema’s
2 XML schema - betekenissen 1. eng : W3C XML schema 2. ruim : DTD en W3C schema Literatuur: Bradley, ch. 14 (& 15)
3 DTD definieert in beperkte mate: structure data type
4 Waarom een XML schema? 1. Schema is namespace-sensitive 2. Data typing 3. Constraints (occurrence) 4. XML-notatie 5. Global / local scope 6. Unordered content model 7. Inheritance
5 XML dtd (fragment 1) <!ATTLIST bio id ID #REQUIRED type (small | medium | large) "small" >
6 XML schema (fragment 1)
7 Simple / complex type Content 1. simple: no attributes & no subelements 2. complex: not simple content Content type type-attribute
8 XML dtd (fragment 2) <!ATTLIST event id ID #IMPLIED >
9 XML schema (fragment 2) ref: naar ‘named element’ alternatief: ‘named group’ (vgl. parameter entitiy) mixed content
10 Extra’s bij XML schema Zelf types definiëren (inheritance) person author Locally scoped names gobal names: top level Validatie met namespaces Unordered content
11 Voorbeeld: Unordered content etc.
12 Nadelen & alternatieven W3C XML schema is: verboos onoverzichtelijk Alternatieven: 1. RELAX NG: 1. ook XML-notatie 2. ook uitgebreide “DTD- notatie” (zie voorbeeld) 2. Schematron 3. TREX Voorbeeld RELAX NG compact: bio = element bio { bio- attlist, title?, meta, body } bio-attlist &= attribute id { xsd:ID }, [ a:defaultValue = "small" ] attribute type { "small" | "medium" | "large" }?