Les 5 - Groei van de Steden
H6: §3: p105-9 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Verval van de stad In de vroege Middeleeuwen verdwenen de meeste Romeinse steden doordat het Romeinse bestuur verdween (ambtenaren en soldaten) veel inwoners van geromaniseerde gebieden “wegtrokken” de handel (én nijverheid) daarmee verdween extra productie (lees: handel) van boeren niet zinvol meer was Alles wat de Romeinse hadden opgebouwd/brachten verdween de munt Het aanleggen én onderhouden van de infrastructuur Rust, orde en veiligheid
1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Urbanisatie In de 11e eeuw zien we een langzame groei van steden in Europa Edelen steunen de ontwikkeling (lees: handel) van de steden Waarom Gunstig voor hun machtbasis Belasting en troepen (mannen om te vechten) Hoe Vergunnen stadsrechten Je mag een muur bouwen Bescherming Infrastructurele werken de stad en in de regio
1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Eerste steden Noord-Italiaanse steden ontwikkelen zich het sterkst/snelst Waardoor Ligging/contacten Byzantium Einde van de zijderoute Midden-Oosten Kruistochten en handel
1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 De Hanze handelaren In Noord-Europa ontstaat een tegenhanger van de Italiaanse steden In eerste instantie als een verbond van handelaren Samenwerking handel Boycot van elkaars vijanden/tegenstanders Oorlog tegen vijanden Sluiten van handelsovereenkomsten met derden Bescherming van elkaars handelspositie Financiële faciliteiten Oprichten van een bankwezen Introductie muntgeld /papier geld
Hanze kogge
Hamburg Handelaar
De Hanze steden De Hanze handelaren worden zeer machtig 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 De Hanze steden De Hanze handelaren worden zeer machtig Al snel worden de handelaren ook de bestuurders van de steden Daarmee wordt een verbond van handelaren tot een verbonden van steden In de 13e en 14e eeuw zijn de Hanze steden op het hoogtepunt van hun macht Samenwerking staat centraat
Groei van de steden vanaf de 11e eeuw 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Groei van de steden vanaf de 11e eeuw Door toenemende handel Door toenemende nijverheid voor de handel en de groeiende consumptie in de stad Door toenemende productie op het platteland ▼ De stadsbevolking neemt toe Opnieuw ontstaan van een stedelijk(urbane)-agrarische samenleving Veel plattelanders trekken naar de stad Dit kan noodzaak en/of een vlucht zijn (stadslucht maakt vrij)
De steden zijn klein kenmerken Minder dan 5.000 inwoners Een kerk 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 De steden zijn klein kenmerken Minder dan 5.000 inwoners Een kerk Een marktplaats En enkele straatjes Meestal ontwikkelde de stad zich rond een marktplaats op een centraal en gunstig gelegen plek in het land (zie eerste dia) marktplaats
Groei van een plaats rond een kasteel
Losmaking uit het feodale systeem 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Losmaking uit het feodale systeem De eerste bewoners bij/rond een marktplaats waren net zo onvrij als de boeren in de omgeving Vooral voor de handel – maar ook de nijverheid – werkte dit beklemmend/beperkend, daarom vroegen de bewoners aan de landheer vrij te mogen worden gemaakt; men verzocht om stadsrechten Waarom voldeed een heer hier aan? Belastingen Militaire steun Beperken macht leenmannen door de hoge adel
Stadrechten van …..
1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Stadsrechten Geen verplichtingen ( lees: herendiensten) meer tegenover de (naburige) heer Zelfbestuur en rechtspraak Zelf bepalen wie tot de stad behoort Steden worden een macht van belang Kunnen/gaan zelfs naburige adel dwars gaan zitten
Meester en gezellen aan het werk 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Gilden Beroepsverenigingen Economische greep op de stad Uitsluiting concurrentie Gildereglement (zogenaamde gildebrief) Hoe wordt je Hoeveel gezellen mag je hebben Kwaliteit van producten Kwantiteit van producten Werkwijze Sociale taken Bij ziekte en overlijden Meester en gezellen aan het werk
Gilden
Huiswerk Het ontstaan van de stad (activerende opdracht)