Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Hofstelsel en leenstelsel
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Tijd van monniken en ridders
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
Paragraaf 3 Honger en ellende.
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Paragraaf 4.2 Vorige les: de opkomst van steden
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
Het Romeinse Rijk was een agrarisch-urbane samenleving
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 2: De Germaanse cultuur en opkomst der Franken.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Les 5 - Groei van de Steden
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 11: Het Christendom in Europa Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 6: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 1 - Groei van de Steden.
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 15 - Groei van de Steden.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
H7:§ 1:p160-2 Eerste Expansie De Portugezen vestigden factorijen op verschillende plaatsen in Azië en Afrika Vanuit zo’n handelspost werd(en) Handel gedreven.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
Karel en grote problemen
H7:§ 3:p168-9 Verlichte Macht In de 18e zijn er absolute vorsten van het Ancien Régime die hun macht op sommige gebieden wijs aanwenden Zij voerde een.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Paragraaf 3.2 Deze les: Boeren in de Vroege Middeleeuwen
Hofstelsel en horigheid
Machtige heren, halfvrije boeren
Middeleeuwen.
Hoe was het ook alweer? Oorzaak en gevolg
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 7: De Romeinen, Romanisering.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Tijd van monniken en ridders
Hoofdstuk III: Griekenland Les 3: Par 2, Het bestuur van de polis
Goed voorbereid naar de Pabo!
De late middeleeuwen, 900 – 1600 NIEUW TIJDVAK (4)
De late middeleeuwen, 900 – 1600 NIEUW TIJDVAK (4)
Romeinen, Germanen en Kelten
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
4.5 De Nederlanden onder de Bourgondiërs - de Gewesten
de tijd van burgers en stoommachines
Een Christelijke samenleving
Paragraaf 1 De welvaart neemt toe.
Monniken en Ridders Hoofdstuk 3.
Paragraaf 2, leven op een domein
VOGGP- opdracht bespreken. Uitleg. Opdrachten. Filmpje Crash Course.
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijd van Monniken en Ridders
Tijd van Monniken en Ridders
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
Hoofdstuk 3. De vroege middeleeuwen
Leven op een domein KA 10 hofstelsel.
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Hoofdstuk 3.3 Het bestuur wordt feodaal
Hoofdstuk 3 Paragraaf 2 ‘Hofstelsel en horigheid’
Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Rampen in de Middeleeuwen
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 30 - Groei van de Steden.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Transcript van de presentatie:

Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid Les 9: Hofstelsel & Horigheid

H3:§ 1:p64-6 (en oriëntatie) Na de Romeinse Tijd Tussen 450 en 500 nc trekken de Romeinen (soldaten/burgers) en veel geromaniseerde Germanen/Kelten weg Steden lopen leeg Platteland raakt deels ontvolkt Geen basis meer voor welvaart De agrarisch-stedelijke (urbane) samenleving van de Romeinen transformeert tot een agrarische samenleving!!

Wat blijft er over? Een aantal steden blijft Op het platteland Maar veel kleiner Een aantal bisschoppelijke steden Kerken als centrum (in de stad; voor het platteland) Op het platteland Abdijen Kerkjes De geestelijken hebben slechts een klein surplus (overschot) nodig en weinig nijverheidsproducten

Lagere productie Leidt niet alleen tot een lager surplus Maar ook tot Verslechtering landbouwmethodes Verslechtering gereedschap Fragiel/kwetsbaar evenwicht Misoogst (of dood van de koe “Clara”) leidt tot opeten zaaigoed moeten lenen (= schulden) van slecht gevoed zijn tot honger tot meer vatbaar zijn voor ziekten tot ► ► ►

Ontstaan hofstelsel - domeinen Het land steeds meer in bezit van Germaanse machthebbers Kerk (Bisschoppen en abten) Zo’n stuk land werd domein genoemd Het land werd in stukken verpacht Landeigenaar of rentmeester woonde centraal Het domein was nagenoeg zelfvoorzienend (autarkie)

Een Engels domein

Ontstaan hofstelsel - Ontstaan horigheid Waar leefde men? 90 procent van de bevolking leefde op een domein De andere 10 procent waren nakomelingen van Germaanse veroveraars met een eigen stuk(-je) land Daarnaast waren er ook boeren die hun vrijheid te danken hadden doordat men zelf land mocht inpolderen/in cultuur brengen (vooral noordwesten van het huidige Nederland)

Horigheid De boeren die op het domein woonden Hadden veelal hun vrijheid opgegeven (gebonden aan de grond) in ruil voor bescherming Horigheid was erfelijk Betekende sociale controle Verplichting tienden en herendiensten ► Daardoor viel je onder de bestuurlijke macht van de heer/abt

Verschillen in horigheid Grootte land Hoeveelheid diensten Hoeveelheid pacht Wie je baas was (kerk of heer) Sommigen leefden in regelrechte slavernij; anderen konden zichzelf vrijkopen. Echte slavernij was er niet meer Het economische voordeel hiervan was weg Wat moest je met al die producten die zij maakten? Wat moest je als er voedselschaarste kwam? Beter: Geef hen land en laat hen pacht betalen!

Impact vertrek Romeinen ECONOMIE Handel/nijverheid nabij (limes, Romeinse dorpen, steden) en lange afstand valt weg Infrastructuur gaat kapot geldeconomie verdwijnt Zelfvoorzienend/autarkie/hofstelsel/domein ↑ SOCIALE VERHOUDINGEN Achterblijvers zijn op zichzelf aangewezen Een nieuwe hiërarchie moet ontstaan; horigheid ontstaat CULTUUR - Religie blijft daar waar mensen zijn Normen/waarden van de Romeinen verdwijnen grotendeels Germaanse cultuur wordt steeds belangrijker BESTUUR Romeins bestuur verdwijnt Feodaal bestuur komt op

Huiswerk Lezen Maken blz. 62 t/m 66 opdracht 1 & 2, p. 67 Maakwerk in de klas Nakijken klassikaal: -- Van vorige les: Afbeelding Romeinen gebruiken om een toetsvraag gaat maken Kenmerken & belangrijkste begrippen Tijdvak II Deze les: Tijdvak II afronden; start Tijdvak III & huiswerk (vrijdag) Huiswerk Lezen blz. 62 t/m 66 Maken opdracht 1 & 2, p. 67