Neem onderstaande tabel over en vul hem in:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Welkom bij de workshop: “Geld besparen op elektriciteit !”
Advertisements

Elektriciteit.
BEGRIPPEN STROOM. SPANNING WEERSTANDEN. DE WET VAN OHM
Elektriciteit.
Materie, energie en leven
Van tabel naar formule Hoofdstuk 8 Klas 1
Elektriciteit 1 Les 13 Condensatorschakelingen, opstapeling van elektrostatische energie en diëlektrica.
Elektrische schakelingen
Diagnostische toets Energie
Lading Lading is een grootheid met symbool Q. De eenheid is de coulomb met symbool C.
3T Nask1 Hoofdstuk 1 Elektriciteit
havo: hoofdstuk 6 (stevin deel 1) vwo : hoofdstuk 6 (stevin deel 1)
Elektriciteit Begrippen die bij elektriciteit horen zijn:
Hoofdstuk 6 Elektriciteit
Elektriciteit.
Energie: Grootheden en eenheden
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
WAT IS ELEKTRICITEIT H 8 Elektriciteit De wet van Ohm.
Samenvatting Newton H2(elektr.)
Start.
Proefwerk Natuurkunde 4VWO
Oefenen PW.
WEERSTANDEN.
Herhaling hfd. 7 elektriciteit
Hoofdstuk 5 Elektriciteit
Vraag 28 Verzamel eerst de gegevens: P = 80 W t = 8,5 minuut = 8,5 x 60 = 470 seconden m = 200 gram water c = 4,2 J/g.°C ∆T = 37 – 7 = 30 °C Maak eventueel.
De parallelschakeling
Les 9 Gelijkstroomschakelingen
Gecombineerde schakelingen
Wet van Ohm George Simon Ohm We gaan de wet van Ohm bespreken.
Herhaling Energie berekeningen
1.1 Stroomkring batterij = spanningsbron
I is de stroomsterkte in Ampère (A) R is de weerstand in Ohm ()
Samenvatting H 5 Nova klas 2
Electrische stroom Stroomrichting De wet van Ohm.
Elektrische stroom Stroomrichting. De wet van Ohm.
Elektrische schakelingen
Energiestromen.
Warmte.
A Ampèremeter in het circuit, meet stroom door circuit.
Energiesoorten bewegingsenergie elektrische energie
Elektrische stroom 3T Nask1 1.1 Elektriciteit.
Uitwerkingen - GO Natuurkunde - Vwo5 SysNat V4B- Hfd.8 - Elektriciteit
Elektriciteit (Hoofdstuk 7)
Marc Bremer Natuurkunde Marc Bremer
Inzichtvragen elektriciteit.
Elektrische arbeid en vermogen
Elektrische stroom? Gemaakt door J. Luijten.
WAT IS ELEKTRICITEIT H 8 Elektriciteit De wet van Ohm.
Energie: Grootheden en eenheden
Serieschakeling van twee weerstanden
Serie en Parallel.
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Met energie kun je dingen doen.
Elektriciteit.
H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen Elektriciteit.
Ontdekken Begrijpen Beheersen
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Oefeningen Elektriciteit 2 AH
Inhoud Wat is elektriciteit Hoe ontstaat elektriciteit
§4.1 LEERDOELEN Uitleggen van de begrippen: stroomkring, stroommeter/-sterkte, geleiders, spanningsbron, spanningsmeter, weerstand, wet van Ohm, elektrisch.
Oefeningen Elektriciteit 2 TH
Elektrische stroomsterkte Natuurkunde Overal 2 Hav0 Atheneum
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
De elektrische stroom Vertakkingen
H 8 Elektriciteit Parallel.
Naturalis 5.
Transcript van de presentatie:

Neem onderstaande tabel over en vul hem in: Grootheid Symbool Eenheid Spanning U V   Stroom I A Weerstand R Ω Vermogen P W Energie E kWh

Met welke formule bereken je (1p) a) De weerstand R = U / I (1p) b) Het vermogen P = U x I (1p) c) De Energie E = P x t

Wat weet je over de stroomsterkte in a) een serieschakeling Wat weet je over de stroomsterkte in a) een serieschakeling? Itot = I1 = I2 … b) een parallelschakeling Itot = I1 + I2 …

A,B Combi C Parallel D,E,F Serie

Van een draad is een (I, U ) -diagram gemaakt.   a) Wat kun je zeggen over de weerstand van deze draad? Constant R = U / I U en I zijn evenredig

Vul in:Hoe feller een lampje brandt, des te Lager wordt de weerstand. Wat kun je zeggen over je weerstand als je huid vochtig is? Lager Je voelt elektriciteit beter dus hogere stroom bij zelfde spanning. Stroom en weerstand zijn omgekeerd evenredig.

Op een lampje staat:6 V ; 0,1 A a) Bereken de weerstand van het lampje. U = 6 V I = 0,1 A R = ? 𝑅=𝑈 / 𝐼 R=6𝑉 / 0,1𝐴 R=60 Ω

b) Bereken de stroomsterkte door het lampje in deze situatie. Het lampje wordt aangesloten op een spanning van 3 V. b) Bereken de stroomsterkte door het lampje in deze situatie. R veranderd niet U = 3 V I = ? R= 60 Ω 𝐼=𝑈 /𝑅 I= 3𝑉 / 60 Ω I = =0,05𝐴

Zie figuur 4. 6. Bereken de stroomsterkte: a) door lampje L2 . serie I1 = I2 = 0,2A b) door lampje L3 . parallel 0,65A – 0,2A = 0,45A

U = ? I = 400 mA R = 12 Ω 𝑈=𝐼 𝑥 𝑅= U = 400𝑚𝐴 𝑥 12Ω U = 4,8𝑉 Door een gloeilampje loopt een stroom van 400 mA. Het lampje heeft een weerstand van 12 ohm. Bereken op welke spanning het gloeilampje is aangesloten. U = ? I = 400 mA R = 12 Ω 𝑈=𝐼 𝑥 𝑅= U = 400𝑚𝐴 𝑥 12Ω U = 4,8𝑉

Niet op proefwerk Een elektrisch fornuis heeft een vermogen van 3, 0 kW als alle kookplaten aanstaan. De elektrische leiding naar het fornuis is beveiligd met een smeltveiligheid. Hoe groot moet deze smeltveiligheid minstens zijn?   (2p) A 6 A B 10 A C 16 A D 20 A E 25 A I = P / U = 3000W / 230 V = 13 A Antwoord C

Bereken hoeveel elektrische energie de volgende apparaten in 1 jaar gebruiken (in kWh). (3p) a) een elektrische wekker van 50 mW die 24 uur per dag aanstaat. P = 50mW t = 24 x 365 = 8760 h E = ? E = P x t E = 50 mW x 8760h E = 438 Wh = 0,438 kWh

Een gloeilamp van 75 W die gemiddeld 4 uur per dag brandt. P = 75W t = 4 x 365 = 1460 h E = ? E = P x t E = 75 W x 1460 h E = 109500 Wh = 109,5 kWh

Een strijkijzer van 800 W dat gemiddeld 3 kwartier (45/60 = 0,75 h) per week wordt gebruikt. P = 800 W t = 0,75 x 52 = 39 h E = ? E = P x t E = 800 W x 39 h E = 31200 Wh = 31,2 kWh

Op een 230 V wasmachine staan de volgende gegevens: – centrifugeren 600 W – wassen 300 W – verwarmingselement 1900 W – pomp 80 W – maximaal vermogen 2200 W Bereken hoe groot de maximale stroomsterkte is Een wasprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: – verwarmingselement aan: 40 minuten – wassen: 25 minuten – pompen en centrifugeren: 5 minuten

E = ? E = P x t E = 1900 W x 40/60 h = 1267 Wh = 1,27 kWh E = 300 W x 25/60 h = 125 Wh = 0,25kWh P = Pcentr + P pomp P = 600W + 80 W = 680W E = 680 W x 5/60 h = 57 Wh = 0,057 kWh

Bereken hoeveel deze was kost aan elektrische energie Bereken hoeveel deze was kost aan elektrische energie. Neem aan dat 1 kWh € 0, 10 kost. E = 1267 + 125 + 57 = 1449 Wh = 1,45 kWh Bedrag = 1,45 kWh x € 0,10 = € 0,15

Een lampje van 0, 3 W brandt 2 uur op een batterij, die dan leeg is.   Hoeveel kWh elektrische energie heeft het lampje verbruikt? P = 0,3 W t = 2 h E = ? E = P x t E = 0,3 W x 2 h E = 0,6 Wh = 0,0006 kWh Als de batterij € 2,50 kost, hoe duur is dan 1 kWh batterijenergie? 1/0,0006 = 1667 x 1667 x € 2,50 = € 4166